vocabulario p.202 - 203 Nl --> Sp Flashcards
(88 cards)
1
Q
het kopje
A
la taza
2
Q
de sinaasappel
A
la naranja
3
Q
de giraf
A
la jirafa
4
Q
de citroen
A
el limón
5
Q
de koffie
A
El café
6
Q
het cijfer/het getal
A
la cifra
7
Q
het Grieks
A
el griego
8
Q
de bibliotheek
A
la bibliotheca
9
Q
het museum
A
el museo
10
Q
de inheemse talen
A
las lenguas indigenas
11
Q
inheems
A
indigena
12
Q
Amerika
A
América
13
Q
de tabak
A
el tabaco
14
Q
de mais
A
el maiz
15
Q
de kolibrie
A
el colibri
16
Q
de jaguar
A
el jaguar
17
Q
de barbecue
A
la barbacao
18
Q
ook
A
también
19
Q
Amerikaans/uit Amerika
A
americano/-a
20
Q
vandaag
A
hoy
21
Q
de shampoo
A
el champú
22
Q
het voetbal
A
el fútbol
23
Q
de invloed
A
la influencia
24
Q
betekenen
A
significar
25
raden
adivinar
26
de betekenis
el significado
27
ja
sí
28
weten
saber
29
ordenen
ordenar
30
zoeken
buscar
31
de categorie
la categoria
32
het eten
la comida
33
het drankje
la bebida
34
het gebouw
el edificio
35
het dier
el animal
36
het bepaald lidwoord
el articulo determinado
37
toevoegen
añadir
38
nog een voorbeeld
un ejemplo más
39
het geval
el caso
40
herkennen (aan)
reconocer (por)
41
het geslacht
el género
42
de uitgang
la terminación
43
vormen
formar
44
het meervoud
el plural
45
mannelijk
masculino
46
vrouwelijk
femenino
47
het enkelvoud
el singular
48
het zelfstandig naamwoord
el sustantivo
49
eindigen
terminar
50
leren
aprender
51
toevoegen
añadir
52
de medeklinker
la consonante
53
oefenen
practicar
54
de woordenbingo
el bingo de palabras
55
de bingokaart
el cartón
56
overeenstemmen
corresponder
57
doorstrepen
tachar
58
de leraar/lerares
el/la profesor/a
59
de regel
la linea
60
meer dan woorden
más que palabras
61
de uitdrukking
la expresión
62
in groepen van 3
en grupos de tres
63
het bord
la pizarra
64
de begroeting
el saludo
65
het afscheid
la despedida
66
van Arabische oorsprong
de origen árabe
67
in gezelschap
la compañia
68
hoeveel
cuánto
69
uitdrukken
expresar
70
leren
aprender
71
in dit hoofdstuk
en esta unidad
72
mogelijk
posible
73
op het strand
en la playa
74
de cultuur
la cultura
75
oud
antiguo/-a
76
vergelijken
comparar
77
maken
formar
78
de eindopdracht
la tarea final
79
de wedstrijd
el concurso
80
zinnen
frases
81
kunnen
poder
82
de minuut
el minuto
83
de activiteit
la actividad
84
wie
?Quién...?
85
de langste zin
la frase más larga
86
van noord naar zuid
de Norte a Sur
87
het noorden
el norte
88
de route
la ruta