Vocabulary Unit 1 Flashcards
(78 cards)
to ponder
nadenken over iets
a sanctuary
een toeverlaat
free-roaming
vrij rondzwervend
a predator
een roofdier
to recline
terugtrekken
a groan
een kreun, zucht
to twitch
stuiptrekken
lanky
lang en dun
a pack
een roedel
savage
wild
a pride
een troep
a prey
een prooi
a cub
een welp
a marsh
een ven
a legume
een peulvrucht
to concave
inzakken, naar binnen zakken
a nursery
een kwekerij
the buoyance
het drijfvermogen
the rehabilitation
de revalidatie
an enclosure
een omheind stuk
a mantel
een shouw
a poacher
een stroper
to trump
overtroeven
the liverstock
vee