Vocabulary Unit 2 Flashcards
(131 cards)
a plunge
een duik
peril
gevaar, risico
a thrillseeker/ a daredevil
een waaghals
to hurl
gooien
a legde
een rand
to plunge
duiken
a leap
een sprong
submerged
verzonken
debris
afval
the tide
het getijde
unanticipated
onverwacht
a current
een stroming
murky
troebel
paralysis
verlamming
spinal
van de ruggengraat
declined
geweigerd
seek and ye shall find
zoekt en gij zult vinden
a recollection
een herinnering
macabre
luguber
to propel
voorstuwen
breakneck
halsbrekend
a passageway
een doorgang
a façade
een gevel
clutches
klauwen