Vocabulary Unit 1 (ready for school) Flashcards

(94 cards)

1
Q

aanstellen

A

to appoint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

evalueren, beoordelen

A

to assess

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een sollicitaitegesprek houden

A

to interview

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aanwerven, aanwerving

A

to recruit, recruitment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ermee aan de slag gaan

A

to run with something

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een strikte aanwervingsprocedure

A

a rigorous hiring process

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een (assistent) schoolhoofd

A

a(n) (assistant) principal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een schooldirecteur

A

a headmaster (mainly UK)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het ondersteunend personeel

A

the support staff

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het lerarenkorps

A

the teaching staff

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

werkzaam zijn

A

to be employed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tewerkstelling

A

employment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een werknemer

A

an employe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een werkgever

A

an employer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

solliciteren

A

to apply

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een sollicitant

A

an applicant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

een sollicitatie(gesprek)

A

an application (interview)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

een kandidaat-leraar

A

a prospective teacher

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

bijdragen

A

to contribute

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

inspaak hebben in

A

to have a voice in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

betrokken zjin bij

A

to be involved

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

in de jury zitten

A

to be on a (selection) panel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

variëren in leeftijd

A

to range in ages

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wederzijds respect mogelijk maken

A

to allow for mutual respect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
een (goede) verstandhouding krijgen
to develop a (good) rapport
26
(eigenschappen) aftasten
to explore (attributes)
27
(ideeën) weerspiegelen
to mirror (ideas)
28
bekommernissen oproepen
to raise concerns
29
toegankelijk
approachable
30
tactvol
tactful
31
(weinig) begripvol
(un)sympathetic
32
streng, strikt
severe
33
deskundig, goed op de hoogte, inhoudelijk sterk
knowledgeable
34
goed zijn in (heel enthousiast lesgeven)
to be great at (teaching enthusiastically)
35
iets grondig beheersen
to have a torough command of something
36
bekwaam (om), competent
capable (of)
37
storend gedrag weten aan te pakken
to manage disruptive behaviour
38
goed omgaan met
to deal well with
39
vindingrijk
resourceful
40
vernieuwende lesmethoden
innovative teaching methods
41
tot leven brengen
to bring to life
42
krachtig, levendig
vivid
43
zich betrokken voelen bij
to engage with
44
inspirerend, bezielend
inspiring
45
aanmoedigend
encouraging
46
geestigheid -> humor
wit -> humour
47
boos reageren
to react angrily
48
doelen stellen
to set goals
49
horizonten verbreden
to expand horizons
50
verbazen (grote ogen doen opzetten en de mond laten openvallen)
to make eyes widen and mouths drop
51
de kijk veranderen, het anders benaderen
to change perspective
52
iemand zich op het gemak doen voelen
to make somebody feel comfortable
53
op noden reageren
to respond to needs
54
oefenen
to practise
55
kennis verwerven
to acquire knowledge
56
vaardigheden
skills
57
samenwerken
to cooperate
58
de regels gehoorzamen
to obey the rules
59
oefeningen maken
to do exercises
60
opdrachten afwerken
to complete tasks
61
plichtsbewust
dutiful
62
informatie verwerken
to process information
63
opnieuw bekijken
to review
64
verhogen, verbeteren
to enhance
65
motivatie -> gemotiveerd
motivation -> motivated
66
instructies negeren
to ignore instructions
67
instructies opvolgen
to follow instructions
68
respectloos zijn
to be disrespectful
69
beledigende taal gebruiken
to use offensive language
70
kleuterschool
nursery school/ kindergarten
71
lagere school
primary school
72
middelbaar onderwijs
secondary school
73
onafhankelijk (van de overheid)
independent
74
gemengd, voor jongens en meisjes
co-educational
75
een kostschool, internaat
a boarding school
76
een middelbare school die alle leerlingen toelaat
a comprehensive school
77
een school die leerlingen selecteert via toetsen
a selective school
78
buitenschools
extra-curricular
79
inclusief, open
inclusive
80
een privéschool
a public school
81
exclusief
exclusive
82
inschrijvingsgeld
a fee
83
onderwijs(geld)
tuition
84
kost en inwoon
board
85
een studieprogramma, leerplan
a curriculum
86
een beleid
a policy
87
gedragsregels
rules of conduct
88
nablijven
detention
89
niet slagen
to fail
90
slagen
to pass
91
een studiebegeleider
a tutor
92
herhalen, opnieuw studeren
to revise
93
een leraarskamer
a staffroom
94
een speelplaats
a playground