Vovabulair 106-107 Flashcards
(23 cards)
1
Q
De geldautomaat
A
le distributeur
2
Q
de groene zone
A
l’espace vert
3
Q
het loket
A
le guichet
4
Q
het stadhuis
A
l’hotel de ville
5
Q
de plaats
A
le lieu
6
Q
het verkeersbord
A
le panneau
7
Q
de wijk
A
le quartier
8
Q
de hoofdstad
A
la capitale
9
Q
de gemeente
A
la commune
10
Q
de fontein
A
la fontaine
11
Q
het standbeeld
A
la statue
12
Q
het metrostation
A
la station
13
Q
de voetgangerszone
A
la zone pietonne
14
Q
verplicht
A
obligatoir
15
Q
bruikbaar
A
practicable
16
Q
geldig
A
valable
17
Q
uitstappen
A
descendre
18
Q
negeren
A
ignorer
19
Q
instappen
A
monter dans
20
Q
controleren
A
verifier
21
Q
vlab bij
A
a priximite
22
Q
toegang geven tot
A
donner acces a
23
Q
rekening houden met
A
tenir compte de
