Vraag 1-10 Flashcards
(10 cards)
Hoeveel stukken zijn u nodig te weten, opdat gij welgetroost, zaliglijk leven en sterven moogt?
Drie stukken: ten eerste, hoe groot mijn zonden en ellende zijn; ten andere, hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost worde; ten derde, hoe ik Gode voor mijn verlossing zal dankbaar zijn.
Waaruit kent gij uw ellende?
Uit de wet Gods.
Wat heeft u God in Zijn wet bevolen?
Dat heeft Hij ons schriftelijk in tien geboden begrepen, welke aldus luiden:
Ik ben de Heere uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb.
10 geboden.
Hoe worden deze tien geboden gedeeld?
In twee tafelen.
Welke is de hoofdsom van hetgeen u God gebiedt in de vier geboden der eerste tafel?
Dat ik den Heere mijn God zal liefhebben van ganser harte, van ganser ziele, van gansen gemoede, en met alle krachten. Dit is het eerste en het grote gebod.
Welke is de hoofdsom van hetgeen u God gebiedt in de zes geboden der tweede tafel?
Dat ik mijn naaste zal liefhebben als mijzelven. Aan deze twee geboden hangt de ganse Wet en de Profeten.
Kunt gij dit alles volkomenlijk houden?
Neen ik; want ik ben van nature geneigd, God en mijn naaste te haten, en Gods geboden met gedachten, woorden en werken te overtreden.
Heeft God u alzo boos en verdorven van natuur geschapen?
Neen Hij, maar Hij heeft mij goed en naar Zijn evenbeeld geschapen, in ware kennis Gods, gerechtigheid en heiligheid.
Vanwaar komt dan die verdorvenheid, die in u is?
Uit den val en de ongehoorzaamheid van Adam en Eva in het paradijs, waar onze natuur alzo is verdorven, dat wij allen in zonden ontvangen en geboren worden.
Wat is dat voor een ongehoorzaamheid geweest?
Dat zij hebben gegeten van de vrucht des booms, welke God hun verboden had.