vraag 14 Flashcards
(25 cards)
zin met 1 pv
enkelvoudige zin
zin met meer dan 1 pv
samengestelde zin
samengestelde zin kan bestaan uit:
- hoofdzinnen
- uit hoofdzin(nen) en bijzin(nen)
voegwoorden
en, maar, want, of
hoofdzin
- pv vooraan of na eerste zinsdeel
- 2 hz verbonden door voegwoorden
- 2 of meer hz zijn altijd nevenschikkend
hoe herken je een hoofdzin?
in hoofdzin nooit woordje ‘niet’ tussen pv en onderwerp
bijzin
- ww achteraan
- begint met onderschikkend voegwoord
hoe herken je een bijzin?
tussen onderwerp en pv kunnen meerdere woorden staan
onderschikkende voegwoorden
terwijl, omdat, als
hoofdzin bij samengestelde zin
rompzin
hoe herken je betrekkelijke bijzin?
voor uit
2 soorten betekenis betrekkelijke bijzin
uitbreidende of beperkende betekenis
hoe herken je een uitbreidende betrekkelijke bijzin?
voor uitbreidende betrekkelijke bijzin staat komma
hoe herken je een beperkte betrekkelijke bijzin?
- geen komma voor beperkte betrekkelijke bijzin
- informatie om genoemde persoon of zaak te kunnen identificeren
voorbeeld uitbreidende betrekkelijke bijzin?
Mijn broer, die in Leuven woont, is morgen jarig.
-> maar 1 broer die in Leuven woont
voorbeeld beperkte betrekkelijke bijzin
Mijn broer die in Leuven woont, is morgen jarig.
-> verschillende broers, ik heb het over die in Leuven
wanneer heb je nevenschikkingen?
als je in samengestelde zin meer dan 1 hoofdzin hebt, zijn die twee zinnen naast elkaar geschikt
hoe worden nevengeschikte zinnen met elkaar verbonden?
door nevenschikkende voegwoorden
nevenschikkende voegwoorden
en, maar, of (soms), want
wanneer spreek je van onderschikking?
wanneer hoofdzin een of meer bijzinnen bevat
hoe worden romp -en bijzinnen met elkaar verbonden?
onderschikkend voegwoord/betrekkelijk voornaamwoord
onderschikkende voegwoorden
hoewel, omdat, zodat, toen, terwijl
betrekkelijk voornaamwoord
die, dat, wie, wat
verschillende soorten bijzinnen
- lv-zin
- mv-zin
- o-zin
- bwb zin
- betrekkelijke bijzin