woordenbad 4 Flashcards
(33 cards)
zieke die in bed moet blijven liggen
bedlegerig
persoon met veel invloed
invloedrijk
iemand die een ongeval heeft veroorzaakt en heeft doorgereden
voortvluchtig
iemand die mag stemmen
stemgerechtigd
iemand die bekend is voor een gevaarlijke eigenschap
berucht
zitting zonder buitenstaanders
besloten
stoffen die gif bevatten
toxisch
botsing waarbij twee auto’s langs de voorkant op elkaar inrijden
frontaal
kenmerk dat erg overheerst
dominant
als je niet vatbaar bent voor bepaalde ziekten, ben je
immuun
speekwoord spits
de spits afbijten/spitsroeden lopen (openlijke vernedering
speekwoord kaart
niet in zijn kaarten laten kijken
speekwoord parcours
een foutloos parcours afleggen
speekwoord pedalen
de pedalen kwijt zijn
speekwoord bal
de bal ging aan het rollen
helpen
een handje toestellen
hoog tempo hebben
peper in zijn gat hebben
de schuld bij zichzelf zoeken
de hand in eigen boezem steken
fier, vol vertrouwen mogen zijn
de borst nat maken
zonder resultaat terugkeren
met lege handen
raken (figuurlijk)
bij de keel grijpen
gevaarlijk spel, risico’s nemen
Russische roulette spelen
een ongelofelijke prestatie leveren
een huzarenstuk neerzetten
een zware onderneming
een calvarietocht