vraag 26 - bn Flashcards

(62 cards)

1
Q

tegenovergestelde sterk

A

zwak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tegenovergestelde kort

A

lang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tegenovergestelde zout

A

flauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

tegenovergestelde dik

A

plat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tegenovergestelde mals

A

taai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tegenovergestelde traag

A

vlug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tegenovergestelde wild

A

mak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tegenovergestelde moedig

A

bang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tegenovergestelde gekookt

A

rauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tegenovergestelde ruw

A

glad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tegenovergestelde spannend

A

saai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tegenovergestelde soepel

A

stug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeeld bn zelfstandig gebruikt

A

die jongen is leuk

-> bn: leuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voorbeeld bn bijvoegelijk gebruikt

A

de leuke jongen

-> bn: leuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

roze in vergrotende en overtreffende trap

A

rozer - meest roze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

graag in vergrotende en overtreffende trap

A

liever - liefst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

bizar in vergrotende en overtreffende trap

A

bizarder - bizarst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

geschikt in vergrotende en overtreffende trap

A

geschikter - geschiktste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

chique in vergrotende en overtreffende trap

A

chiquer - chicst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden

iets kleins

A

verbuigen met -s na iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden

het Europees parlement

A

niet-verbogen - voor het-woorden + bij officiële benamingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden

de saaiste leraar

A

verbogen - vaak in overtreffende trap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden

het middelbaar onderwijs

A

niet-verbogen - voor het-woorden + vaste verbindingen + officiële benamingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden

Vlaams minister van onderwijs

A

niet-verbogen - officiële titel van functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden | dat kleine mormel
verbogen - na dat
26
leid bn af van volgende zn | probleem
problematisch
27
leid bn af van volgende zn | genie
geniaal
28
leid bn af van volgende zn | concurrentie
concurrentieel
29
leid bn af van volgende zn | chaos
chaotisch
30
leid bn af van volgende zn | recreatie
recreatief
31
leid bn af van volgende zn | industrie
industrieel
32
leid bn af van volgende zn | clown
clownesk
33
leid bn af van volgende zn | attractie
attractief
34
leid bn af van volgende zn | gen
genetisch
35
leid bn af van volgende zn | therapie
therapeutisch
36
maak van volgend bn een sterker samengesteld bn | zacht
fluweelzacht
37
maak van volgend bn een sterker samengesteld bn | lang
ellenlang
38
maak van volgend bn een sterker samengesteld bn | fijn
ragfijn
39
maak van volgend bn een sterker samengesteld bn | zwaar
loodzwaar
40
maak van volgend bn een sterker samengesteld bn | naakt
poedelnaakt
41
als je vlot praat, ben je
welbespraakt
42
een gebouw dat op instorten staat, is
bouwvallig
43
iemand die bekendstaat om een slechte of gevaarlijke eigenschap, is
berucht
44
als je graag leert, ben je
leergierig
45
verbeter de fout | een pluche beer
een pluchen beer
46
verbeter de fout | een beresterke man
geen fout
47
verbeter de fout | de dischtsbijzijnde frituur
de dichtstbijzijnde frituur
48
verbeter de fout | de aangeslibte moeder
de aangeslibde moeder
49
verbeter de fout | de ontwrichtte schouder
de ontwrichte schouder
50
verbeter de fout | de gezamelijke inspanningen
de gezamenlijke inspanningen
51
verbeter de fout | gedachteloos kijken
geen fout
52
verbeter de fout | de te verlote prijzen
de te verloten prijzen
53
verbeter de fout | een wolkenloze hemel
een wolkenlozen hemel
54
verbeter de fout | een zijde sjaal
een zijden sjaal
55
eigenschap bn
bn noemt eigenschap van zn, zegt wat iets of iemand is
56
handdruk
gouden handdruk
57
doos
zwarte doos
58
vingers
groene vingers
59
werkwoorden
sterke werkwoorden
60
borst
volle borst
61
raven
witte raven
62
stilte
ijzige stilte