W2: Biologie en gedrag Flashcards
(45 cards)
Wat is het genoom?
De complete set DNA van elk organisme.
Wat is het genotype?
Dit gaat over ons genetische materiaal dat erfelijk is.
Wat is het fenotype?
Dit bevat de observeerbare eigenschappen en gedragingen die ontstaan uit een combinatie van het genotype en de omgeving.
Wat zijn chromosomen?
Dit zijn moleculen die bestaan uit twee gevlochten strengen DNA die genetische informatie doorgeven.
Hoeveel chromosomenparen heeft een mens?
23 chromosomenparen
Wat is crossing over?
Het proces dat de genen na het splitsen van het DNA door elkaar worden geschud. Hierdoor ontstaat nooit hetzelfde genotype.
Wat is mutatie?
Dit zijn veranderingen in een sectie van het DNA.
Wat zijn de sex chromosomen?
Dit zijn de chromosomen die het geslacht van het kind bepalen. Meisjes hebben XX en jongens XY. De moeder geeft dus sowieso een X, de vader een X of een Y. De vader is dus bepalend voor het geslacht.
Wat zijn endophenotypes?
Dit zijn fenotypen die niet observeerbare aspecten beïnvloeden, deze hebben invloed op het gedrag.
Wat zijn regulator genen?
Deze bepalen hoe lang een gen actief of niet actief is. Als een gen actief wordt of niet actief wordt gemaakt is dit het resultaat van een kettingreactie onder genen. Externe factoren kunnen dit beïnvloeden.
Wat is het polygenic inheritance pattern?
Dit is het patroon dat meerdere verschillende genen bijdragen aan de uitkomst van het fenotype.
Wat is phenylketonurie (PKU)
Dit is een stoornis waarbij kinderen intellectuele problemen krijgen wanneer ze teveel fenylalanine in hun lichaam hebben. Een dieet (omgeving) kan hierbij helpen en de intellectuele problemen (fenotype) laten verdwijnen.
Hoe verhoud kind fenotype-kind omgeving zich met elkaar?
Het fenotype kan ervoor zorgen dat het kind een bepaalde omgeving op gaat zoeken. Een kind kan bijvoorbeeld van lezen houden en daardoor meer boeken gaat zoeken.
Wat onderzoekt de epigenetica?
De relatie tussen de omgeving en het genotype.
Wat is een ontdekking van de epigenetica?
Bepaalde mechanisme kunnen onder invloed van de omgeving, het functioneren van genen zodanig beïnvloeden, dat er stabiele veranderingen ontstaan in hun expressie.
Waar houd behavior genetics zich mee bezig?
Hoe variatie in gedrag en ontwikkeling te wijten is aan een combinatie van genetische en omgevingsfactoren.
Wat doen ze bij familieonderzoeken?
Er wordt gekeken naar of het fenotype gecorreleerd is met de mate waarin mensen verwant zijn. Ze vergelijken mensen die meer verwant zijn met elkaar dan anderen en een omgeving delen of niet.
Wat vergelijken ze bij tweelingstudies?
Monozygote en heterozygote tweelingen. Als ze samen zijn grootgebracht wordt hun omgeving hetzelfde beschouwd.
Wat is het doel van adoptiestudies?
Invloed van genen vs omgeving.
Wat is heritability?
Een statistische schatting van hoeveel de gemeten variantie van een fenotypische karakteristiek te wijten is aan genetische verschillen tussen individuen in een bepaalde populatie.
Wat onderzoekt de moculaire genetica?
Dit veld onderzoekt specifieke DNA-segmenten om mechanismen te identificeren die genen en gedrag met elkaar relateren. De meeste zijn polygenetisch.
Wat zijn neuronen?
Dit zijn de cellen die gespecialiseerd zijn voor het sturen en ontvangen van informatie in de hersenen en met de rest van het lichaam. Deze cellen vormen de grijze stof in de hersenen.
Wat is het cellichaam van neuronen?
Dit is een component die het biologische materiaal bevat wat het neuron functionerende houdt.
Wat zijn dendrieten?
Dit zijn neurale vezels die input ontvangen van andere cellen en naar de cellichamen toe geleiden in de vorm van elektrische pulsen.