Wat is maatschappijleer? Flashcards

(50 cards)

1
Q

individu

A

één persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

collectief

A

Een hele groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

maatschappelijke vraagstukken

A

Situaties waarin visies en belangen van groepen botsen en de zoektocht naar oplossingen voor die problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

compromis

A

een overeenkomst waarbij alle partijen iets toevoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarden

A

uitgangspunten of principes die mensen belangrijk vinden in hun leven en die ze daarom willen nastreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

idealen

A

zaken die je graag zou willen bereiken in je leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

normen

A

opvattingen over hoe je je op grond van een bepaalde waarde behoort te gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

belang

A

het voor- en nadeel dat iemand ergens bij heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

macroniveau

A

grootschalige vraagstukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

microniveau

A

als de gevolgen op individueel niveau merkbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

dilemma

A

een lastige keuze uit twee of meer alternatieven die allemaal duidelijke nadelen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dynamiek van de samenleving

A

het constant veranderen van normen, waarden en belangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rechtsstaat

A

thema waarin de persoonlijke vrijheid en rechtszekerheid van burgers in ons land word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

parlementaire democratie

A

dit thema gaat over de manier waarop politici in Nederland besluiten nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pluriforme samenleving

A

dit thema gaat over de cultuurverschillen in de Nederlandse samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verzorgingsstaat

A

dit thema gaat over de manier waarop mensen voor zichzelf en voor elkaar zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

macht

A

het vermogen om het gedrag van anderen dwingend te beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

gezag

A

macht die geaccepteerd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

sociale ongelijkheid

A

een ongelijke verdeling van maatschappelijke kansen, inkomen en politieke macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

sociale cohesie

A

de mate waarin mensen door onderlinge bindingen het gevoel hebben bij elkaar te horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

interdependentie

A

mensen zijn afhankelijk van elkaar

22
Q

zender

A

degenen die de informatie geven

23
Q

ontvanger

A

degene die de informatie ontvangen

24
Q

informatiesamenleving

A

samenleving met een groot belang bij informatie

25
hoor en wederhoor
Beide partijen moeten hun mening geven
26
referentiekader
alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten.
27
selectieve perceptie
als het ware de 'bril' waarmee je de wereld om je heen bekijkt
28
persvrijheid
de vrijheid hebben om te publiceren, zonder gehinderd te worden door de overheid of andere belanghebbenden
29
vrijheid van nieuwsgaring
journalisten moeten toegang krijgen tot relevante documenten en deze zonder bemoeienis van de overheid kunnen publiceren.
30
censuur
als de berichtgeving in een land gecontroleerd wordt door de overheid of door een andere controlerende macht
31
manipulatie
het opzettelijk weglaten of verdraaien van feiten zonder dat de ontvanger dit merkt
32
propaganda
bewust (en bij herhaling) eenzijdige informatie gegeven met als doel de mening van mensen te beïnvloeden
33
indoctrinatie
langdurig, systematisch en dwingend eenzijdige opvattingen worden opgedrongen met de bedoeling dat het publiek deze kritiekloos accepteert
34
stereotypering
een vaststaand beeld van een groep mensen aan wie je allemaal dezelfde kenmerken toeschrijft
35
vooroordeel
een vooropgezette en voorbarige mening over iets of iemand zonder kennis van zaken
36
discriminatie
het anders behandelen van individuen of groepen op grond van kenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn
37
rascisme
als huidskleur of ras de kenmerken zijn waarom mensen worden gediscrimineerd
38
seksisme
als leeftijd, seksuele voorkeur of sekse de kenmerken zijn waarom mensen worden gediscrimineerd
39
mediaframe
dat de media een onderwerp vanuit een bepaalde invalshoek presenteren en daarmee de manier beïnvloeden waarop mensen over iets denken
40
cultivatietheorie
De massamedia hebben in onze westerse, geïndustrialiseerde samenleving de rol van de kerk en het onderwijs overgenomen.
41
agendasettingtheorie
De media hebben niet invloed op wat mensen denken, maar wel waarover ze denken
42
framingtheorie
de media presenteren een onderwerp vanuit een bepaalde invalshoek en daarmee de manier waarop mensen over iets denken beïnvloeden
43
privacy
het recht op een privéleven
44
mediawijs
als je zowel een zorgvuldige zender als een kritische ontvanger van informatie bent
45
sociaaleconomische positie
Iemands positie in de samenleving bijv. werkgevers en werknemers*
46
Collectie rationaliteit
samenleving waar je toe behoort
47
Formele macht
Geïnstitutionaliseerde machtsuitoefening, dit is in regels vastgelegd.
48
Informele macht
Als mensen elkaar beïnvloeden zonder een formeel systeem
49
Stereotypering
Een vaststaand beeld van een groep mensen aan wie je allemaal dezelfde kenmerken toeschrijft
50
Vooroordeel
Een vooropgezette en voorbarige mening over iets of iemand zonder kennis van zaken