WEEK 1 Flashcards

(82 cards)

1
Q

U staat voor

A

spanning (volt) v

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

I staat voor

A

stroomsterkte (ampere) A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

R staat voor

A

weerstand = ohm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

E staat voor

A

energie in de eenheid joule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

p staat voor

A

vermogen uitgedrukt in wattage (energie/seconde/js)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wet van ohm formule

A
spanning = stroomsterkte x de weerstand
U = i x R
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wet van ohm zegt

A

hoe hoger de spanning des te hoger de stroom sterkte oftwel stroomterkte is recht evenredig met spanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

volgens de wet van ohm word bij een vaste spanning de stroomsterkte …. naarmate de weerstand hoger is

A

bij een vaste spanning wordt de stroomsterkte lager naarmate de weerstand hoger is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vermogen =

A

energie per seconde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

1 watt = … J/s

A

1 watt = 1 J/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vermogen formule

A

energiegebruik/tijd=J/s= watt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rendement formule is

A

nuttige energie/ toegevoegde energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

elektriciteitsgebruik wordt uitgedrukt in

A

kWh

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kiloWattuur is het aantal

A

kwh is het aantal kw of k/j aan vermogen maal de duur van het gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vermogen=

A

energie per seconde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

energiegebruik is ook

A

is ook de hoeveelheid energie per seconde maal de duur van het gebruik in uren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

1joule =

A

1 watt seconde (1ws)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

joule

A

een object van 1Newton een afstand van 1M verplaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

caloerie cal =

A

4.18J= 1gram water 1kalvin verwarmen (veel gebruikt bij voeding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

1 kwh is … MJ

A

kwh = 3.6 Mj

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

benzine =

A

35mj

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

diesel

A

36mj

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hout

A

11mj

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

uranium

A

74milioen mj

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
bij serie en parallelschakelingen blijft... hetzelfde
spanning en stroom veranderen , vermogen blijft hetzelfde
26
werking zonnepanelen
zonnepanelen(gelijkstroom) -> omvormer (wisselspanning ) -> meterkast -> elektronica
27
parralel schakeling met zonnepanelen werkt met
micro inverters
28
serie schakkeling zonnepanelen werkt met
string inverter
29
wat gebeurt er in het industriele proces
in het industriele proces van mechaniseren en automatiseren wordt de menselijke arbeid (energie ) vervangen door andere vormen van energie = bijv elektrische energie
30
voordelen elektrische energie
- gemakkelijk te transporten - om te zetten naar andere energie vormen - goed te regelen - eenvoudig te meten - schoon - niet erg duur
31
wat is energietechniek
het toepassen van de mogelijkheden die de elektrische energie biedt
32
de substantie waar alles uit bestaat noemen we
materie | materie bevat energie
33
2 verschillende soorten energie (krachten)
``` potentiele energie (energie van plaats) kinetische energie (energie van beweging) ```
34
wat is potentiele energie
potentiele energie is de energie die in voorwerp aanwezig of opgeslagen is , als gevolg van de plaatst van dit voorwerp
35
wat is kinetische energie
kinetische energie is de energie die een voorwerp heeft doordat het beweegt (deze energie is afhankelijk van hoe zwaar een voorwerp is)
36
energie wetten
- energie heeft de mogelijk iets te doen - steeds als we iets doen of als er wat gebeurt wordt er arbeid verricht en wordt ook energie gebruikt - je kan alleen arbeid verichten als energie beschikbaar is
37
andere vormen van energie zijn:
-kernenergie , chemische energie, stralingsenergie, geluidsenergie, zonnenergie , windenerige , mechanische energie
38
de belangrijkste vormen voor de opwekking van elektrische energie in de lage landen zijn
- zonne-energie - windenergie - kernenergie
39
120 windturbines staan gelijk aan .. kolen centralen
120 windturbines staan gelijk aan 1 kolen centrale
40
voordelen kernenergie
- het is schoner dan kolen | - betrouwbare dan zon en windenergie
41
de grondstoffen die elektriciteitscentrales gebruiken om elektrische energie te maken zijn
steenkool, poederkool, olie , gas , splijtstof
42
in een kerncentrale wordt
de energie van de grondstoffen worden overgezet naar bewegingsenergie
43
een combinatie van een turbine en een generator noemen we
een turbogenarator (genarator is nodig voor het te verkrijgen van elektrische energie (hier in wordt spanning opgewekt )
44
elektrische energie kan worden omgezet naar
licht, beweging , geluid , warmte
45
de volgorde van het elektriciteits proces
grondstof-> verbranding -> beweging -> elektriciteit | tussen elk stap is energie overdracht
46
in een generator wordt
een elektrische spanning opgewekt ( die wat kan worden getransporteerd via kabels )
47
wat zorgt voor het transport van elektriciteit
elektronen
48
wat is een elektron
een elektron kan een onderdeel van een materiaal zijn of zich vrij in de ruimte bewegen
49
bij transport van elektische energie is
spanning de stuwende kracht
50
spanning is het
spanning is het verschil in elektrische potentiele energie tussen twee punten
51
een elektrische spanning kan worden veroorzaakt door
een elektrische veld, elektrische stroom door een magnetisch veld , magnetisch veld
52
de spanning is de voorwaarde
de spanning is de voorwaarde voor een eventuele elektronenbeweging
53
elektron wetten
- elk elektron bevat de zelfde hoeveelheid lading | - een electron is de kleinste hoeveelheid elektriciteti die bestaat
54
eenheid lading is
coulomb Q
55
stroom wetten
- een elektrische stroom is verplaatsing van veel negatief geladen elektronen - richting stroom is van plus naar min - eenheid elektrishce stroom is amphere
56
een elektrische stroom is een
een elektrische stroom is een verplaatsing van lading onder invloed van het verschil in elektrische potentiele energie
57
wat is een geleider
een geleider is een materiaal of een voorwerp dat elektrische stroom doorlaat
58
de hoeveelheid elektrische energie die kan worden gebrukt of getransporteerdt is recht evenredig met
- de hoeveelheid lading
58
de hoeveelheid elektrische energie die kan worden gebrukt of getransporteerdt is recht evenredig met
- de hoeveelheid lading Q - de groote van spanning U W=QU dit betekent als de lading groter wordt dan wordt de enrgie ook groter dus ook als de spannig hoger wordt wordt de energie ook hoger
59
elektrische grootheden
``` Kj = kilojoule Mj = megajoule KWh= kilowatuur mWh= Megawatuur Kilo = k= 10^3 (10x10x10) Mega=M=10^6 (10x10x10x10x10x10) ```
60
energie wordt ook uitgedrukt in newtonmeter nm of in watt-seconde ws
1joule = 1nm= 1ws
61
de energie die per seconde beschikbaar is noem je
vermogen
62
eenheid vermogen is
p van watt = p= u x i
63
wat is weerstand
weerstand is de eigenschap van een bepaalde materiaal die aangeeft hoe goed of hoe slecht een stroom door het materiaal kan gaan
64
materiale die goed geleiden hebben een .. weerstand
lage weerstand
65
isolatiematerialen hebben een ... weerstand
hoge weerstand | elke geleider heeft weerstand
66
de eenheid van weerstand is
ohm
67
elektrische geleiding is het
elektrische geleiding is het transport van elektrische energie
68
neemt de weerstand toe dan wordt de
neemt de weerstand toe dan wordt de stroom kleiner dus ook de geleidbaarheid wordt minder
69
de geleidbaarheid is het
is het gemakt waarmee de elektrische geleiding verloopt
70
de eenheid van geleidbaarheid is
siemens S
71
wat wordt er bedoelt met erergieverliezen van het transport
een deel van de energie gaat tijdens het transport verloren in geleiders
72
hoe kunnen energieverliezen worden tegen gegaan
om energie verliezen zo laag mogelijk te houden wordt de spanning voor het transporrt omhoog getransformeerd
73
wet van ohm
in een gesloten stroomkring neemt de stroom evenredig toe met de groote van de aangelegde spanning - de verhouding tussen die spanning en die stroom is de weerstand van de stroom kring
74
in een gesloten stroomkring zijn steeds
- spanningsverliezen (niet afhankelijk van de tijd ) | - energieverliezen (afhankelijk van de tijd )
75
wat wordt bedoelt met rendement van energie transport
de verhouding tussen de energie na het transport en voor het transport noemen we het rendement van energie transport
76
wat doet een elektromotor
een elektromotor zet de toegevoerde elektrische energie om in een draaiende beweging van de as van de motor (mechanische energie)
77
de hoeveelheid energie de as kan afgeven wordt bepaald door
de askoppel van de as
78
de groote van de as koppel afhankelijk van
de afgegeven PA en de hoeksnelheid
79
de hoeksnelheid (rotatiesnelheid )is de
verandering in de tijd van de hoek die wordt doorlopen bij het rondraaien van de as - eenheid van de hoeksnelheid is radialen per seconden - de hoeksnelheid wordt ook rotatiesnelheid genoemd
80
spanning bereken je door
u=i x r u =spanning i is V u=W
81
wat is watpiek
wattpiek is de meeteenheid voor zonnecellen doe wordt gebruikt voor zonnepanelen