week 2 Flashcards

(94 cards)

1
Q

Welke soort magneten zijn er ?

A
  1. ferromagneet

2. Paramagneet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waaruit bestaat een transformator

A

bestaat uit 2 spoelen en een kern van zacht machnetisch materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe werkt een transformator

A

doordat de primaire spoel op een wisselspanning AC is aangesloten onstaat er een wisselveld in de kern, door dit wisselveld ontstaat in de tweede spoel een inductiespanning ook AC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wordt op de secundaire spoel een weerstand aangesloten dan ontstaat

A

de secundaire spanning

  • deze kan hoger zijn dan de primaire spanning (omhoog getransformeerd)
  • deze kan lager zijn dan de primaire spanning (omlaag getransformeerd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe is de kern van een transformator opgebouwd

A

de kern waarop wikkelingen zijn aangebracht is opgebouwd uit dunne plaatjes lamellen van zacht staat , ( de lamellen zijn geisoleerd door papier of lak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

inductiespanning is rechtevenredig met

A

het aantal windingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn nul las verliezen

A

wanneer een transformator is aangesloten maar niet belast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

andere naam voor draaistroom transformator

A

nettransformator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar worden draaistroommotoren voor toegepast

A

voor elektriciteitsdistributie in draaistroomnetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bij een draaistroomtransformator bestaan de primaire en secundaire wikkelingen uit

A

3 spoelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Paramagneten zijn er in 2 soorten welke 2 zijn dat?

A
  1. met een magnetischveld

2. zonder magnetischveld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar kun je magnetisme mee vergelijken ?

A

Zwaarte kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Met welke regel kun je de richting van een magnetisch veld bepalen?

A

De kurkentrek regel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het weekijzer in een spoel?

A

Magnetisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat ondstaat er bij zelfinductie spanning?

A
  1. doorslag

2. vonken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat bepaald het aantal windingen van een spoel bepaald?

A

De sterkte van de stroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe worden problemen in een spoel opgelost?

A

Door een diode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is magnetisme ?

A

een krachtwerking tussen voorwerpen die niet met elkaar verbonden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar kun je magnetisme mee vergelijken ?

A

Zwaarte krecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hoe zitten de wikkelingen in een draaistroomtransformator in elkaar

A

de wikkelingen zijn in driehoek geschakeld en de secundaire in ster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

waarin zijn heeft de primaire wikkeling bij een draaistroom motor verschillende omschakelbare aftakkiingen

A

zodat een spanningregeling van 5 procent kan worden vekregen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoe zit de draaistroomtransformator in elkaar

A

de kern en de spoelen worden in een grote bak geplaatst voor een goede koeling wordt de bak voorzien van koelribben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

vermogen van een netransformator

A

zijn vastgelegd met handelsmaten en kunnen varieren van 10kva tot 1000kva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

hoe ontstaat magnetisme ?

A

door de elektronenbeweging om de kernen van de atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
in welke richting beweegt een magneet?
alle richtingen
26
bij sommige metalen is magnetisme niet mogelijk hoe kan dit?
de moleculen of atomen die in een bepaalde richting naar buiten gaan
27
welke eisen worden gesteld aan een lastransformator
- kunnen een hoge spaning van 75 aan bij nullast - kennen een lage spanning van 4 v aan bij nominale spanning - instelbar tussen de 15a en 250 a
28
wat is ontsteekspanning
de hoge spanning bij de nullast noemen we de openspanning of ontsteekspanning.
29
waarom is een hoge onsteekspanning nodig
een ontsteekspanning van 75v is noodzakelijk om de lasboog te trekken daarna kan worden volstaan met een spanning van 40v
30
hoe hoog is de temp van een lasboog
3500 graden waarbij zowel het lasmateriaal als het werkstuk tot het smeltpunt wordt verhit - in verband met de kwaliteit van de las moet de stroom vooraf kunne worden ingesteld
31
wat gebeurd er dor de magnetische shunt met de flux
door de magnetische shunt is de flux in de secundaire spoel kleiner dan de flux in de primaire spoel
32
wanneer wordt de grootste las stroom bereikt
als de flux in de secundaire spoel gelijk is aan de flux in de primaire spoel. dit uiterste wordt dor de aanwezigheid van lekvelden nooit bereikt
33
wat doen lekvelden in lastransformatoren
deze lekvelden zorgen voor de stertke spanningsdaling bij belasting van de lastransformator
34
het elektrisch lasssen wordt toegepast bij
puntlassen en rolnaadlassen
35
Wat is magnetiseren ?
het richten van de weissgebiedjes
36
Voor permanente magneten gebruik je harde metalen zo als :
1. koolstofstaal 2. Wolfbraamstaal 3. alnici 4. ticonal
37
Wat betekent magnetisch hard ?
tot het veel energie kost om het materiaal te magnetiseren.
38
eigenschappen zachte metalen
magnetiseren van week metalen kost weinig energie | 3. de magnetise kracht is snel verwenen
39
Wat is rendement bij een magneet?
magnetisme wat achterblijft op een object
40
Waar tref je de toepassingen van elektromageten aan?
1. elektrise belle 2. meetinstrumenten 3. magneetschakelaars en relais? 4. elektrische machines
41
waaruit bestaat een beschermingstransformator
beschermingstransformatoren hebben een primaire spanning
42
wanneer wordt een beschermingstransformator toegepast
alleen uit veiligheidsoverwegingen. | want het secundaire circuit is elektrisch gescheiden van het primaire circuit
43
wordt bij een transformator met geschijden wikkelingen de spanning omlaag gestransformeerd tot een veilige spanning van 50v dan spreken we van een
veiligheidstransformator
44
constructie kenmerken van veiligheidtransformatoren zijn
- een extra goeie isolatie tussen de wikkelingen - geen aardverbinging met secundaire wikkeling - mechanisch bescherming door kunstof of oliebestendige rubber
45
in elektricische netwerken komen
inducties en capaciteiten voor. in iedere spoel transformator of elektromotor zit een inductie
46
wat voor een weerstand bevind zich nog meer in een spoel buiten inductieweerstand
weerstand van koperdraadwikkeling
47
hoe word de krachtwerking door van een magneet vastgesteld?
door veldlijnen
48
Wat zijn veldlijnen?
veldlijnen zijn gesloten banen die gaan van de noorpool naar de zuidpool buiten het materiaal om
49
een magneet kan een voorwerp aantrekken zolang deze bestaat uit een .... materiaal?
ferromagnetisch materiaal
50
waarvan is elektromagnetisme een gevolg ?
van de beweging van de elektronen
51
wanneer is er een magnetisch veld rond een geleider ?
als er veel stroom door een geleider heen gaat.
52
door wat word de richting van een magnetisveld bepaald?
door de richting van de stroom
53
waar is de veldsterkte van een spoel evenredig aan>
Het aantal windingen van een spoel
54
wat hebben alle magnetise materialen?
een magnestiseringsgetal
55
wat gebeurd er als er wisselspanning bij magneten wordt gebruikt?
dan zal de wisselstroom uit het stuk ijzer periodiek ompolen. - dit word weergegeven in een grafiek als een lus die we hysteresis us
56
door wat wordt een voorwerp gemagnetiseerd
door het magnetisme van de magneet
57
wat gebeurt er bij magnetische inductie
- de weisgebiedjes worden gericht (zo dat het voorwerp wordt aangetrokken ) waarna er in het voorwerp polen ontstaan hierdoor wordt een materiaal magnetisch
58
betekenis magnetisme inductie
magnetische inductie is dat een voorwerp magnetisch word door een magnetisch materiaal
59
magnetisme is een gevolg van
de beweging van elektronen
60
een elektrische stroom is
een elektrische stroom is een beweging van veel elektronen zo een elektrische stroom veroorzaakt dan ook magnetisme
61
wat gebeurt er als er veel stroom door een geleider gaat
dan ontstaat er een magnetisch veld rond de geleider
62
waar is de magnetische kracht het sterkst binnen of buiten de windingen?
het magnetisch veld binnen de windingen is vele malen sterker dan buiten de windingen
63
veldsterkte spoel formule
veldsterkte is recht evenredig met de stroom en het aantal windingen van de spoel
64
wat doet een weekijzer met een spoel
voeg je aan een spoel een weekijzer dan treedt er magnetische inductie op en wordt het ijzer een magneet
65
voordelen weekijzer
een weekijzr geleid de magnetisch veld lijnen beter dan lucht waardoor de veldsterkte toeneemt
66
waarvan is de toename in het veld afhankelijk
de toename van het veld is afhankelijk van het soort materiaal
67
alle magnetise materialen hebben een
magnetiseringsgetal
68
wat gebeurt er bij wisselspanning bij magneten
als er wisselspanning bij magneten wordt gebruikt dan zal de wisselstroom het stuk ijzer periodiek ompolen
69
wat is de hysteresislus noemen
de lus in de grafiek die wordt gecreard door dat wisselspanning de polen periodiek omwisseld
70
veldsterkte en magnetische inductie zijn
niet evenredig
71
wat gebeurt er bij hysterese
magnetische inductie volgt vetraagd de veldsterkte
72
het magnetiseren en demagnetiseren gaat samen met
het warm worden van het kernmateriaal
73
het voortdurend van richting veranderen van het weissgebiedjes kost
energie
74
de nodige energie bij magnetiseren noemen we
hysteresisverliezen
75
wat zegt de wet van lenz
de richting van inductiespanning en de stroomrichting die ten gevolge van inductiestroom kan vloeien zijn steeds tegengesteld aan de oorzaak van hun ontstaan.
76
in een spoel ontstaat inductie spanning ten gevolge van
in een spoel onstaat een zelfinductie spaning ten gevolge van een stroom verandering in dezelfde spoel
77
bij het in en uitschakkelen van een stroom kring ontstaat een
zelfinductiespanning
78
de zelfinductie spanning is in de zelfde richting als
de aangelegde spanning
79
wat kunnen hoge zelfinductiespannningen veroorzaken
isolatiefouten of vonken
80
wanneer treedt er bij gelijkspanningen inductiespanning op
alleen tijdens stroomverandering
81
bij wisselstroom is er een .... zelfinductiespanning
bij wisselstroom is een voortdurende stroomverandering en dus ook een voortdurende zelfinductiewerking
82
de contstante waarde L wordt wordt medebepaald door
het medium binnen de spoel aantal windingen van een spoel doorsnede van een spoel lengte van een spoel
83
- Als er ten gevolge van een stroomverandering in een spoel ook een inductiespanning ontstaan in een andere spoel, dan gebeuren er 2 dingen
o Een zelfinductiewerking in de eerste spoel | o Een indctiewerking in de tweede spoel
84
- De inductie spanning in de tweede spoel veroorzaakt bij wisselspanning altijd een
wisselstroom en die zorgt weer voor een wisselveld
85
wat is wederzijdse inductie
de magnetische veld werkt terug op de eerste spoel hierdoor beinvloeden ze elkaar
86
de werking van een transformator is berust op
wederzijdse inductie
87
Wervelstroom verliezen is een energieverlies die ontstaat doordat
een massieve kern opgebouwd is uit erg veel kortgesloten windingen, in die windingen worden dan ook spanningen geïntroduceerd die weer erg veel kortsluitstroompjes veroorzaken. We noemen dat wervelstromen omdat de richting ervan moeilijk is te bepalen, het kern materiaal heeft weerstand en daarom verwarmen de wervelstroompjes de kern dit heet wervelstroomverliezen
88
wervelstroomverliezen kunnen worden verminderd door
de kern te lammeleren ( opbouwen uit dunne okaatjes zacht magnetisch materiaal )
89
lammellen zijn van elkaar gescheden door
laklaag of lucht
90
ijzerverliezen zijn
hysteresverliezen en wervelstroomverliezen
91
Wat is lerentzkracht
Een stroom voerende geleider in een magnetisch veld
92
Waar is lorenztkracht evenredig mee ?
1. veldsterkte 2. de stroom 3. De lengte van de geleiders in het veld.
93
Elektrodynamische krachtwerking
Stroom voerende geleiders oefenen krachten op elkaar uit bij grote stromen zijn dat krachten die niet te verwaarlozen zijn en waarmee de engineer rekening moet houden bij het construeren van schakelaars en schakelkasten met railsystemen Plotteling optredende kortsluitstomen kunnen een grote kracht werking veroorzaken in een railsysteem .met een afstand van cm tussen de rails ontstaat op elke strekkende meter rail een kracht van 800n bij een kortsluitstroom van 20 kA
94
hoe ontstaat inductie spanning ?
door een stroomverandering in een spoel