Week 1 Flashcards
voorwaarden menselijke gedraging
- menselijke gedraging
- die valt binnen de grenzen van een wettelijke d.o.
- die wederrechtelijk is
- die aan schuld te wijten is
Soorten delicten
Krenkingsdelicten: schenden of krenken een rechtsgoed of persoon.
Gevaarzettingsdelicten: waarbij de gedraging voor een gevaar zorgt en het gevolg ervoor kan zorgen dat een rechtsgoed wordt gekrenkt
Leg uit wat een concreet en een abstract gevaarzettingsdelict is
Concreet: in de d.o. is vereist dat daadwerkelijk gevaar is ontstaan
abstract: een gedraging die in algemene, niet nader in de dd.o. gespecificeerde zin gevaar kan opleveren
Formele en materieel delicten
Formeel: de handeling is zelf strafbaar gesteld
Materiel: het gevolg van de handeling is strafbaar gesteld
Comissiedelict
omissiedelict
oneigenlijke omissiedelict
commissie: doen
Omissie: nalaten
oneigenlijk: een ‘doen’ delict nalaten
dolus
culpa
dolus: opzet
Culpa: verwijtbare schuld
Commuun
bijzonder
Commuun: WvSr
bijzonder: al het andere
Gronddelict
gekwalificeerd delict
geprivilegieerd delict
Gronddelict: mishandeling
Gekwalificeerd: dood ten gevolg
geprivilegieerd: kinderdoodslag