Week 1

Question 1

Wat is persoonlijkheid?

Answer 1

Landurige, stabiele, unieke aspecten van een persoon die onze neigingen qua denken, gevoelens, reageren en gedrag beïnvloeden. Wat ons anders maakt dan anderen

Question 2

Wanneer wordt jouw persoonlijkheid pathologisch?

Answer 2

Wanneer iemand niet flexibel of gepast kan reageren op de omgeving en dit leidt tot extreme ontregeling

Question 3

Wat betekent egosyntoon?

Answer 3

Wanneer iets voelt alsof het een deel van jou is, en bij jou hoort

Question 4

Wat zijn de 3 P’s van persoonlijkheidsstoornissen?

Answer 4

Pervasive, persistant en pathological

Question 5

Wat zijn de general criteria in de DSM5 m.b.t. persoonlijkheidsstoornissen?

Answer 5

Het gedrag en gevoelens wijken af van de culturele normen
A. Dit komt voor in 2 of meer gebieden (cognitie, affectiviteit, interpersoonlijk functioneren of impuls controle)
B. Het patroon is inflexibel en pervasief in meerdere situaties
C. Het leidt tot distress of beperkingen
D. Het ontstond in de adolescentie
E. Kan niet verklaard worden door andere stoornissen of condities

Question 6

Wat zijn de 3 clusters persoonlijkheidsstoornissen?

Answer 6

A: bizar
B: dramatisch
C: angstig

Question 7

Welke stoornissen vallen onder Cluster A?

Answer 7

Schizoïde, schizotypisch, en paranoïde

Question 8

Welke stoornissen vallen onder Cluster B?

Answer 8

Antisociaal, borderline, histrionisch en narcistisch

Question 9

Welke stoornissen vallen onder Cluster C?

Answer 9

Vermijdende, afhankelijke en obsessief-compulsieve

Question 10

Hoe beschrijft het Alternatieve Model persoonlijkheidsstoornissen?

Answer 10

Als dimensies i.p.v. categorieën. Het beschrijft ook level van ernst en schrapt 4 stoornissen door gebrek aan bewijs

Question 11

Welke 4 stoornissen worden geschrapt in het Alternatieve Model?

Answer 11

Paranoïde, schizoïde, histrionisch en afhankelijke

Question 12

Wat zijn kritiekpunten op de classificaties van de DSM5?

Answer 12

Persoonlijkheidsstoornissen zijn erg heterogeen, door de verschillende mogelijke combinaties van symptomen
Gaat veel over gedrag, te weinig over ervaring, emoties en motieven
Er is veel comorbiditeit en houdt geen rekening met fluctuaties van ernst en symptomen

Question 13

Wat is een algemene beschrijving van paranoïde persoonlijkheidsstoornis?

Answer 13

Extreem wantrouwen over de motieven van anderen, waakzaamheid over verborgen meningen of bedreigingen, geheimzinnigheid en gevoelig voor beledigingen

Question 14

Wat is een algemene beschrijving van schizoïde persoonlijkheidsstoornis?

Answer 14

Patroon van afstandelijkheid, liever alleen zijn, weinig energie, vlak affect en onverschillend tegenover kritiek of lof

Question 15

Wat is een algemene beschrijving van schizotypische persoonlijkheidsstoornis?

Answer 15

Eigenaardigheid in gedachten en gedrag, soms magische geloven, perceptuele distortions

Question 16

Wat is een algemene beschrijving van antisociale persoonlijkheidsstoornis?

Answer 16

Geen aandacht voor de rechten van anderen, onverantwoordelijk, weinig tolerantie voor frustratie, geen schuldgevoel, aggressief

Question 17

Wat is een algemene beschrijving van borderline persoonlijkheidsstoornis?

Answer 17

Patroon van instabiliteit in affect, relaties en zelfbeeld. Moodswings, verlatingsangst, destructieve impulsiviteit, gevoel van leegte

Question 18

Wat is een algemene beschrijving van histrionische persoonlijkheidsstoornis?

Answer 18

In de spotlight willen staan, extreem expressief of flirterig, neiging om relaties specialer in te schatten dan dat anderen dat doen

Question 19

Wat is een algemene beschrijving van narcistische persoonlijkheidsstoornis?

Answer 19

Zelfingenomenheid, preoccupatie met succes, prestatie, admiratie van anderen. Weinig empathie, gelooft dat ze speciale aandacht verdienen

Question 20

Wat is een algemene beschrijving van vermijdende persoonlijkheidsstoornis?

Answer 20

Gevoeligheid voor kritiek, afwijzing en afkeuring, waardoor ze sociaal contact vermijden. Wantrouwig tegenover anderen, constant op zoek naar tekens van afwijzing. Vermijden van schaamte

Question 21

Wat is een algemene beschrijving van afhankelijke persoonlijkheidsstoornis?

Answer 21

Extreme behoefte voor begeleiding, geruststelling en hulp. Gelooft dat ze het niet in hun eentje kunnen

Question 22

Wat is een algemene beschrijving van obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis?

Answer 22

Discipline, contraproductieve focus op details, kan niet afwijken van regels. Perfectionistisch en rigide, geen taken kunnen delegeren

Question 23

Wat is other specified personality disorder?

Answer 23

Wanneer iemand niet genoeg symptomen heeft voor een persoonlijkheidsstoornis, maar er wel symptomen van aanwezig zijn die distress of beperkingen opleveren

Question 24

Wat is unspecified personality disorder?

Answer 24

Wanneer de psycholoog niet wilt aangeven dat een cliënt een specifieke persoonlijkheidsstoornis heeft, of wanneer er te weinig informatie is voor een specifieke diagnose

Question 25

Wat is de definitie van persoonlijkheidsstoornissen in de ICD-11?

Answer 25

Problemen in het functioneren van aspecten van het zelf, of interpersoonlijke dysfunctie. Over een lange tijd. Manifesteert in persoonlijke en sociale situaties. Cognitie, emotie, emotieexpressie en gedrag is maladaptief

Question 26

Welke 6 prototypen persoonlijkheidsstoornissen zijn er in de ICD-11?

Answer 26

Negatieve affectiviteit Detachment Dissocialiteit Disinhibitie Anankastia borderline

Question 27

Wat houdt het prototype negatieve affectiviteit in? ICD-11

Answer 27

Dat iemand veel negatieve emoties ervaart die te intens zijn, slechte emotieregulatie en wantrouwen

Question 28

Wat houdt het prototype detachment in? ICD-11

Answer 28

Het behouden van afstand tot anderen, ook emotioneel en sociaal

Question 29

Wat houdt het prototype dissocialiteit in? ICD-11

Answer 29

Minachting voor de rechten en gevoelens van anderen, gebrek aan empathie en egoïsme

Question 30

Wat houdt het prototype disinhibitie in? ICD-11

Answer 30

Neiging om overhaast te reageren op stimuli zonder na te denken over negatieve gevolgen

Question 31

Wat houdt het prototype anankastia in? ICD-11

Answer 31

Focus op rigide standaarden van perfectie, wat goed of slecht is, en het proberen te controleren van gedrag van jezelf en anderen, en het controleren van situaties

Question 32

Wat houdt het prototype borderline in? ICD-11

Answer 32

Patroon van instabiliteit in interpersoonlijke relaties, zelfbeeld, affect, impulsiviteit. Kan extreem reageren en zich leeg voelen

Question 33

Wat stelt de netwerk theorie van psychopathologie?

Answer 33

Dat symptomen elkaar beïnvloeden, en dat stoornissen daaruit kunnen ontstaan

Question 34

Welke 2 types van cliënten zijn er?

Answer 34

Type R: treatment resistant Type S: treatment seeking

Question 35

Wat betekent het dat symptomen van persoonlijkheidsstoornissen polythetisch zijn?

Answer 35

Dat elk criterium even zwaar weegt

Question 36

Wat is het probleem met dat in de DSM5 vooral gedragsmatige symptomen worden beschreven?

Answer 36

Gedrag kan hetzelfde zijn tussen stoornissen, maar de motivaties erachter zijn juist het belangrijkste

Question 37

Welke 4 elementen worden opgenomen in het Alternatieve Model?

Answer 37

Onder zelf-functioneren: identiteit en zelfsturing Onder interpersoonlijk functioneren: empathie en intimiteit

Question 38

Wat zijn de voordelen van (semi)gestructureerde interviews?

Answer 38

Ze hebben goede interrater betrouwbaarheid

Question 39

Wat zijn de voor- en nadelen van zelfrapportage?

Answer 39

Het is efficiënt, kan bias detecteren, kan veel domeinen dekken Maar persoonlijkheidsstoornissen zijn ego-syntonisch, en iemand kan hierdoor biased zijn en niet de ernst van zijn symptomen zien

Question 40

Wat zijn de voor- en nadelen van de MMPI-2-RF?

Answer 40

Het kan veel structurele informatie geven, maar is gevoelig voor interpretatie bias

Question 41

Wat is persoonlijkheid organizatie?

Answer 41

Een manier om integratie van persoonlijkheid te classificeren. Van minst erg naar heel erg dysfunctioneel: neurotisch, borderline, psychotisch