Week 1 Flashcards
(118 cards)
1
Q
Seksuologie
A
De studie naar seksualiteit
2
Q
Gender
A
De sociale, gedragsmatige, psychologische aspecten die iemand in zijn identiteit heeft over man/vrouw zijn
3
Q
Gender binary
A
Het idee dat er maar twee genders zijn: man en vrouw
4
Q
Seksueel gedrag
A
Gedrag wat opwindt en de kans op orgasme groter maakt
5
Q
Wat is de invloed van religie op seks?
A
Religie was vroeger de enige manier waarop mensen informatie over seks kregen. Mensen van verschillende religies konden dus ook verschillend denken over seks
6
Q
Hoe dacht Kellogg over seks?
A
Hij was erg tegen seks en masturbatie. Hij dacht dat dit slechte gevolgen zou hebben. Cornflakes die hij ontwikkelde zouden moeten helpen om niet te masturberen
7
Q
Hoe dacht Freud over seks?
A
Hij dacht dat seks de primaire kracht van ons gedrag is, en de oorzaak is van psychische problemen
8
Q
Hoe dacht Ellis over seks?
A
Dacht dat vrouwen ook seksuele wezens waren, vond dat masturbatie normaal is en hield ook rekening met psychische aspecten. Hij dacht dat deviantie vaak schadeloos is en dat de samenleving dit gewoon moest accepteren
9
Q
Waar focuste Kraft-Ebing zich op in het gebied van seks?
A
Hij deed onderzoek naar pathologische seksualiteit zoals masochisme, pedofilie, etc. Hij opperde ook hetero- en homoseksualiteit als woorden
10
Q
Waar focuste Hirschfield zich op in het gebied van seks?
A
Hij deed het eerste grootschalig onderzoek naar seks en richtte een seks onderzoeksinstituut op, maar deze data is later vernietigd. Hij introduceerde ook de term travestiet (hij was zelf ook travestiet)
11
Q
Wat deden Masters en Johnson?
A
Zij deden observationeel onderzoek naar seks, waarbij de fysiologie, stoornissen en de seksuele responscyclus onderzochten
12
Q
Medicalisatie van seksualiteit
A
De focus op of seksuele gedragingen en condities worden gedefinieerd als gezond of ongezond. En wanner “problematische” dingen medisch behandeld worden (viagra)
13
Q
Cultivatie theorie
A
Mensen denken dat wat ze in de media zien overeenkomt met wat er in het echte leven ook veel gebeurt.
14
Q
Agenda setting/framing theorie
A
De media bepaalt waar je wel en niet naar kijkt en kan dus bepalen hoe je over iets denkt (bijv. alleen maar slechte dingen over homo’s laten zien)
15
Q
Social cognitive theorie
A
De media beïnvloedt ons gedrag door middel van bijvoorbeeld modeling, imitatie en identificatie met rolmodellen
16
Q
Selectiviteit
A
We kiezen zelf welke media bekijken en waar we op focussen, media die we bekijken kiezen we niet willekeurig uit.
17
Q
Reïnforcing spiral theorie
A
Je identiteit en ideologieën voorspellen mediagebruik, en de media zelf beïnvloedt onze identiteit en ideologieën. Het versterkt elkaar
18
Q
Differential susceptibility model
A
Niet iedereen reageert hetzelfde op media, sommige mensen zijn gevoeliger voor bepaalde reacties
19
Q
Ethnocentrisme
A
De neiging om je eigen cultuur als best en belangrijkst te beschouwen
20
Q
Wat is een bijna universele taboe over seks?
A
Incest en gedwongen seks
21
Q
Welke aspecten van seksualiteit verschillen per cultuur?
A
- Het gedrag zelf (of ze bijv. zoenen)
- Masturbatie
- Tolerantie tegenover seks voor of buiten het huwelijk
- Homoseksualiteit
- Schoonheidsidealen
22
Q
Waarom is cross-cultureel onderzoek belangrijk om te doen?
A
Het laat variatie zien en plaatst je eigen ideeën in context. Je kunt ook van anderen leren
23
Q
Wat is het verschil in seksualiteit tussen lagere orde en hogere orde diersoorten?
A
Lagere orde soorten zijn meer beïnvloedt door hun hormonen en hebben instinctief seks. Hogere orde soorten worden meer beïnvloedt door hun hersenen en minder door alleen hormonen
24
Q
Sexual signalling
A
Een manier van flirten
25
Sociobiologie
Stelt dat evolutie de grondslag van sociaal gedrag is (bijv. je wilt gezonde nakomelingen dus je zoekt ook naar een gezonde partner. Dus je wilt een aantrekkelijke partner)
26
Courtship patterns
Wanneer twee dieren bij elkaar komen en elkaar leren kennen, laten zien hoe goed ze zijn om mee te paren
27
Waarom is er in de evolutie een familiestructuur ontstaan bij mensen?
Als de moeder het kind voedt en de vader het gezin beschermt, is er een grotere kans dat het kind bet overleeft. Als de vader en moeder van elkaar houden is de vader ook meer geïnvesteerd in de veiligheid van het gezin
28
Seksuele selectie
Selectie van partners op grond van aantrekkelijkheid
29
Intraseksuele selectie (binnen het geslacht)
Om de kans om een partner te krijgen te verhogen, door jezelf aantrekkelijker te maken dan andere mannen/vrouwen. Wordt vooral gedaan door mannen
30
Interseksuele selectie (tussen geslachten)
De leden van het ene geslacht zijn kieskeuriger en kiezen een partner op basis van bepaalde eigenschappen. Wordt meer gedaan door vrouwen
31
Seksuele strategieën
We kiezen partners uit op basis van of we iets op korte of lange termijn willen. Dit idee is wel wat achterhaald, mannen en vrouwen zoeken meestal hetzelfde in een partner.
32
Wat zei Patricia Gowaty over seksuele strategieën?
De meest succesvolle mensen zijn mensen die flexibel zijn in welke strategie ze toepassen
33
Psychoanalytische theorie over seksualiteit
Gedrag is gedreven door libido (seksuele energie). Deze wordt gechanneld door de orale, anale, fallische, latente en genitale fase. Kinderen ontwikkelen een Oedipus/Elektra complex waardoor ze genderrollen aannemen
34
Wat zijn de grote kritiekpunten op de psychoanalytische theorie?
De latente fase klopt niet, kinderen ontwikkelen altijd seksueel
De theorie stelt dat vrouwen minder volwassen zijn dan mannen
Vaginaal orgasme is niet volwassener dan clitoraal orgasme
Kan niet onderzocht worden en het heeft een lage externa validiteit
35
Leertheorieën over seksualiteit
Klassieke conditionering, opwinding kan geconditioneerd worden.
Qua operante conditionering kan seks als beloning gebruikt worden of de beloond worden
36
Hoe kunnen leertheorieën verklaren waarom SOA's blijven bestaan?
Een straf moet snel volgen op het gedrag, anders werkt het niet. Klachten van een SOA zijn niet meteen na de onbeschermde seks, en zijn dus geen goede conditionering. Daarbij werken straffen minder goed dan beloningen
37
Sociale uitwisselingstheorie over seksualiteit
Mensen kijken altijd naar de kosten en baten, maar ook naar mogelijke alternatieven. Dit kan vreemdgaan of relatiebreuken verklaren.
38
Cognitieve theorie over seksualiteit
Hoe je denkt beïnvloedt hoe je je gedraagt. Bijvoorbeeld als je geen erectie krijgt kun je dit heel negatief zien, dan zal het ook geen fijne ervaring zijn. Als je denkt dat het er soms bij hoort dan zul je meer plezier hebben
39
Sandra Bem over seksualiteit
Schema theorie. We hebben bepaalde genderschema's. Als je kinderen plaatjes laat zien van jongens en meisjes die dingen doen, onthouden kinderen de plaatjes verkeerd als een meisje iets stereotypisch jongensachtigs doet. Dan onthouden kinderen dat een jongen dat deed, terwijl een meisje op het plaatje stond. Dit kan verklaren waarom stereotypes blijven bestaan
40
Welke theorieën zijn evolutionaire perspectieven op seksualiteit?
Sociobiologisch, seksuele selectie en seksuele strategieën
41
Welke theorieën zijn psychologische perspectieven op seksualiteit?
Psychoanalytisch, leertheorieën, sociale uitwisselingstheorie, cognitieve theorie en schema theorie
42
Waarom past de psychoanalytische theorie zo goed in de tijd waarin het ontwikkeld is?
Het is ontwikkeld in de Victoriaanse tijd, waarbij de normen over seksualiteit heel rigide en onderdrukkend waren. Maar gedrag kon hiervan afwijken, wat innerlijk conflict kan veroorzaken. Freuds theorie over conflict en seksuele spanning is dan ook logisch
43
Hoe reguleren culturen wanneer mensen seks hebben?
Weinig culturen hebben normen over een bepaald tijdstip waarop je het wel moet doen. Maar veel hebben wel normen over wanneer het niet mag, zoals postpartum of tijdens religieuze feestdagen
44
Welke 2 hoofd"regels" lijken er te zijn in culturen over homoseksualiteit?
1. Of het wel of niet geaccepteerd wordt, het komt voor in elke cultuur
2. Het is nooit de meest voorkomende vorm van seksueel gedrag in volwassenen
45
Welke schoonheidsideaal lijkt universeel te zijn?
Een goede huid
46
Hoe kan sociale klasse seksualiteit beïnvloeden?
Hoogopgeleide vrouwen gebruiken vaker de pil. Hoogopgeleide mensen wonen vaker samen voor het huwelijk.
47
Hoe kan etniciteit/ras seksualiteit beïnvloeden?
Het beïnvloedt iemands sociale klasse. Het heeft ook invloed op de "scripts" die mensen hebben over seks (of ze orale seks doen of niet), op de kans dat ze trouwen of kinderen krijgen. (Slechte kans op baan en inkomen is minder gunstig voor een gezin). Het beïnvloedt genderrollen, culturele normen over seks en emoties.
Historisch trauma kan ook seksualiteit beïnvloeden.
48
Hoe kan seksueel gedrag op een niet-seksuele manier gebruikt worden?
Om bijvoorbeeld dominantie te tonen (in dieren), macht te krijgen over iemand (seksueel geweld), om geld te verdienen
49
Seksuele gezondheid
Een staat van fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welzijn in relatie tot seksualiteit. Positief en respectvol, genot en veilige ervaringen
50
Seksuele rechten
Bepaalde rechten die iedereen heeft, zoals vrijheid van seksueel geweld
51
Evolutionaire psychologie
De studie naar hoe psychologische mechanismes zijn veranderd door evolutie
52
Wat zijn drie kritiekpunten op evolutionaire psychologie?
Sommige kenmerken van mensen kunnen gewoon design flaws zijn
Het is gebaseerd op assumpties over het verleden
Studies worden vooral gedaan op WEIRD samenlevingen
53
Olfactory aversion therapy
Therapie waarin problematisch gedrag wordt gestraft aan de hand van een onprettige geur
54
Wanneer is imitatie het meest waarschijnlijk?
Als je het model beloond ziet worden voor bepaald gedrag
55
Self-efficacy
Het vertrouwen in je eigen bekwaamheid
56
Hoe vergroot je self-efficacy?
Door gedragingen veel te oefenen
57
Equity in een relatie
Wanneer je gelooft dat de beloningen van de relatie proportioneel zijn met de kosten ervan
58
Welke rol speelt macht in de sociale exchange theorie?
Een persoon met meer macht kan dit gebruiken om de ander te beïnvloeden (bijv. condoom gebruik)
59
Wat is kritiek op de sociale uitwisselingstheorie?
Liefde is liefde, en niet alleen maar kosten en baten
Het minimaliseert andere motivaties
Het kan dingen zoals altruïsme niet verklaren
60
Wat stelt de feministe theorie?
Gender geeft status, en een man heeft vaak meer status dan een vrouw. Gender is dus een dimensie van ongelijkheid. Vrouwelijke seksualiteit is altijd onderdrukt.
61
Hoe komt de feministe theorie overeen met de sociale leertheorieën?
Kinderen worden gesocialiseerd om bepaalde genderrollen aan te nemen
62
Intersectionaliteit
Het idee dat je verschillende identiteiten kan hebben en tot verschillende groepen kunt behoren
63
Performativity
De manieren waarop je seksualiteit of gender uit op basis van culturele normen
64
Wat stelt queer theory?
Het stelt dat culturen heteroseksualiteit bevoorrecht en andere seksualiteiten marginaliseert.
Het trekt de gender binary in twijfel, stelt dat seksuele identiteiten niet fixed zijn in een persoon en trekt ook heteronormativiteit in twijfel.
65
Heteronormativiteit
Het geloof dat heteroseksualiteit de enige normale en natuurlijke seksualiteit is
66
Critical race theory
Een framework van theorieën die de manieren waarop racisme en ras een impact hebben op sociale instituties. Het stelt dat ras een sociaal construct is en dat dit gebruikt wordt om ongelijkheid goed te praten
67
Institutioneel racisme
Wanneer het beleid van instituties zoals de overheid of het rechtssysteem bepaalde "raciale groepen" bevoorrechten en anderen achterstellen
68
Symbolische interactietheorie
Om het met elkaar eens te zijn moeten mensen oude betekenissen opnieuw bevestigen of nieuwe betekenissen overleggen (kan ik als vrouw naar een stripclub?)
69
Role taking (symbolische interactietheorie)
Jezelf inbeelden hoe je eruit ziet vanuit iemand anders zijn perspectief, om zo bijvoorbeeld zelfcontrole te krijgen
70
Wat is kritiek op symbolisch interactionalisme?
Het focust op rationele gedachten, terwijl mensen (vooral met seks) niet altijd rationeel zijn. Het gaat ook vooral over hoe we bezig zijn met de standaarden van anderen.
En mensen zijn niet altijd bewust bezig met het eens worden met elkaar, soms doen we dingen uit gewoonte
71
Sexual scripts
Een soort plan wat mensen onbewust hebben over wat ze doen en wat ze gaan doen. Bijv. eerst zoenen, daarna strelen, daarna seks, vaak is dit niet andersom
72
Procreational ideology
Het geloof dat seksualiteit alleen goed is in een heteroseksueel huwelijk, met het doel om kinderen te krijgen
73
Wat is de rol van de economie op seksualiteit?
Het kan patronen van seksualiteit, huwelijken en kinderen krijgen beïnvloeden. Bijv. in de industriële revolutie gingen mensen buitenshuis meer werken waardoor er minder toezicht was en mensen sneller vreemd konden gaan. Sekswerk en sekstoerisme zijn ook economische dingen.
74
Relational ideology
Het geloof dat seksualiteit ook toegestaan is in de context van een romantische relatie, ook als het homoseksueel is
75
Therapeutic ideology
Het idee dat individuele en sociale problemen medische behandeling nodig hebben
76
Wat is de rol van de wetgeving op seksualiteit?
Wat in de wet staat wordt vaak overgenomen als normen, en wat mensen denken dat juist is. Als prostitutie illegaal is, zullen mensen er ook anders over denken dan mensen in een cultuur waarin prostitutie legaal is. De wet is ook een manier van sociale controle (seks in publiek), en de wet reflecteert ook belangen van de dominante groep van een samenleving (trouwen met meerdere mensen).
77
Wat zijn eigenschappen van een survery in seksonderzoek?
Het is zelfrapportage, de meest gebruikte methode in seksonderzoek. Het kan op papier, online of in interviewvorm
78
Wat is belangrijk om niet te vergeten bij surveys?
Definities toevoegen van termen, zoals "seks" of "masturbatie"
79
Wat ging erg goed op methodologisch vlak in de Kinsey reports?
De vragen waren zo geformuleerd dat ze gedrag normaliseren. Door bijvoorbeeld te vragen naar de laatste keer dat iemand iets deed, ipv vragen of iemand ooit iets heeft gedaan
80
Wat ging er slecht methodologisch vlak in de Kinsey reports?
De sampling was niet random en was dus een slechte reflectie van de populatie. Er was een veel hoger verwacht percentage masturbatie, homoseksualiteit en vreemdgaan hierdoor
81
Hoe wordt een implicit association test gebruikt in seksonderzoek?
Op basis van reactietijd word iemands associatie met bepaalde thema's getest. Bijvoorbeeld condooms+fijne gevoelens links, en bomen rechts. En daarna condooms+negatieve gevoelens links en bomen rechts. Als iemand een snellere reactietijd heeft op condooms+fijne gevoelens dan heeft diegene een positievere associatie met condooms
82
Wat ging er slecht methodologisch vlak in de studie van Masters & Johnson?
De sample was niet representatief, het bevatte alleen mensen die seksueel actief waren en bood ook geld aan om mee te doen.
En je weet niet of mensen hetzelfde reageren op seks wanneer ze thuis zijn vergeleken met in het lab
83
Wat was kritiek op het onderzoek van Moser?
Hij ging naar BDSM feesten om te observeren, maar die mensen wisten niet dat hij daarvoor kwam. Is ethisch questionable
84
Wat concludeerde Moser?
Er lijken impliciete regels te zijn die het gedrag van mensen sturen op BDSM feestjes, scripts
85
Hoe wordt kwalitatief onderzoek vaak gebruikt?
Om hypothesen te genereren die je later via kwantitatief onderzoek kunt testen, of om diep in te gaan op een specifieke case
86
Wat zijn twee andere manieren van kwalitatief onderzoek? (naast simpele interviews)
Focus groepen of media content analyses
87
Wat is een voor en nadeel van interviews in groepsverband?
Voordeel: mensen kunnen elkaar inspireren
Nadeel: mensen kunnen zich aanpassen aan de groep door minder in te brengen, of heel erg het gesprek te domineren
88
Wat zijn 2 problemen met gender en seksuele oriëntatie meten?
1. Het wordt lastiger nu er steeds minder uitgegaan wordt van een binary
2. Er zijn vaak maar weinig deelnemers die afwijken van de binary, waardoor hun data vaak niet bruikbaar is
89
Probability sampling
De kans om in de sample te komen is gelijk aan de opmaak van de populatie. Als 20% van de populatie man is, is 20% van de steekproef ook man
90
Volunteer bias
Mensen die meedoen aan seksonderzoek hebben vaak andere eigenschappen dan mensen die niet mee willen doen. Maar je kunt mensen niet dwingen om mee te doen
91
Hoe kun je controleren voor volunteer bias?
Vragen aan mensen die niet mee willen doen of je bepaalde persoonlijke data (zoals afkomst ofzo) mee mag nemen in het onderzoek, zodat je de groepen kunt vergelijken met elkaar
92
Purposeful distortion
Wanneer iemand expres overrapporteert (enlargement) of onderrapporteert (concealment)
93
Hoe kan memory accuracy beïnvloeden?
Vooral als vragen over vroeger gaan is het moeilijk voor mensen om dingen accuraat te herinneren
94
Hoe kan schatten accuracy beïnvloeden?
Dingen inschatten is moeilijk, helemaal als het over seksuele ervaringen gaat
95
Wat gebeurde er in de Tearoom Trade studie?
De onderzoeker ging naar openbare toiletten die illegaal gebruikt werden door homo's als "ontmoetingsplaats" en ging dan voor hen op de uitkijk staan. Maar stiekem noteerde hij iedereens kentekenplaat en later zocht hij die mensen thuis op
96
Wat gebeurde er in de Tuskegee Syphilis studie?
Om het natuurlijk verloop van syfilis te testen gaven onderzoekers zwarte mannen expres geen behandeling. Gebruikten voedselbonnen als beloning als incentive voor specifiek arme mensen, die niet eens wisten dat ze een SOA hadden. Veel mensen zijn hieraan overleden of hebben ernstige schade geleden
97
Wat zijn de 6 ethische voorwaarden voor een studie?
1. Bescherming voor schade
2. Informed consent
3. Justice principle
4. Kosten-batenanalyse
5. Vrijheid om te stoppen
6. Debriefing
98
Justice principle
Voordelen en nadelen van een studie moeten evenwichtig verdeeld zijn over de populatie. Een groep mag niet alle nadelen opvangen terwijl je voordelen voor een andere groep zijn
99
Wat gebeurde er in de studie van Masters & Johnson?
Mensen moesten seksueel gedrag vertonen in het lab en hun lichamelijke respons werden geobserveerd en gemeten. Het werd gedaan bij seks, masturbatie en "artificiële seks" waarbij een doorzichtige geautomatiseerde dildo werd gebruikt die een licht en opnameapparaat erin had en dus van binnen de vagina kon vastleggen
100
Hoe kun je de kans op purposeful distortion verkleinen?
Mensen echt laten geloven dat hun rapportage zo accuraat moet zijn voor wetenschappelijke doeleinden, en dat ze altijd anoniem zullen zijn
101
Hoe kun je memory problemen verkleinen?
Mensen een daily diary laten bijhouden om dingen in het moment zelf te rapporteren
102
Hoe kun je de accuracy van een zelfrapportage testen?
Door te kijken naar de test-retest reliability (correlatie tussen antwoorden)
Of vragen aan beide personen die seks hebben met elkaar stellen
103
Informed consent
Mensen hebben het recht om vooraf verteld te worden wat het doel van de studie is en wat ze moeten doen. Ze mogen niet geforceerd worden. Ze moeten tekenen en zo erkennen dat ze weten dat ze deze rechten hebben
104
Participant-observer techniek
Wanneer de onderzoeker deel van de community wordt die hij bestudeert
105
Meta-analyse
Combineert statistisch de resultaten van voorgaande studies om te kijken wat de gecombineerde conclusie is
106
Prevalentie
Hoeveel mensen uit de populatie bepaald gedrag hebben vertoond
107
Cumulatieve incidentie
Het percentage mensen dat bepaald gedrag heeft vertoond voor een bepaalde leeftijd
108
Hedonisme
Het geloof dat het ultieme doel van het leven is om genot te krijgen en pijn te vermijden
109
Asceticism
Het geloof dat het ultieme doel van het leven meer is dan materiële dingen, en dat je dat moet overstijgen om echt menselijk te worden
110
Legalism
Is heel erg bezig met de wetten en regels opvolgen, iets is altijd goed of fout
111
Situationism
Context is belangrijk om te beoordelen of iets goed of slecht is. Relaties zijn belangrijker dan regels
112
Waarom is het belangrijk om te onderzoeken hoe religie en ethiek samengaan met seksualiteit?
Religie en ethiek geven vaak een framework waarmee mensen zelf seksualiteit beoordelen
113
Hoe stond het Jodendom tegenover seksualiteit?
Positief maar legalistic. Seksualiteit is een geschenk van God die je verantwoordelijk moet gebruiken. Het is een teken van loyaliteit naar de natie (kinderen krijgen om te overleven) en het geloof (bepaalde dingen mochten niet omdat ze gedaan werden door een bepaalde cult die het jodendom als een vijand zag)
114
Hoe stond het Christendom tegenover seksualiteit?
Jezus heeft er weinig over gezegd. Maar het werd steeds meer ascetic met bijvoorbeeld celibacy. Het werd toegestaan in een huwelijk en om kinderen te krijgen, mocht in de middeleeuwen dus ook niet tijdens feestdagen of menstruatie. Protestanten waren positiever en in de Victoriaanse tijd werd het weer erg negatief. Tegenwoordig wordt het iets soepeler
115
Hoe stond het Humanisme tegenover seksualiteit?
Erg situationeel, skeptisch over absoluut goed of slecht zijn. Gaat veel over echt intimiteit, kijkt neer op onpersoonlijke of uitbuitende relaties
116
Hoe stond de Islam tegenover seksualiteit?
Positief maar met veel variatie tussen landen. Mohammed vond seks het beste van het menselijk leven. Mannen mochten vreemdgaan vrouwen niet, anticonceptie wordt aangemoedigd. In theocraties kunnen strengere regels zijn en kan de Koran anders geïnterpreteerd worden
117
Hoe stond het Hindoeïsme tegenover seksualiteit?
Kama: positief
Dharma en Moksha: negatief, vermijd passie om goddelijk te worden. Maar je mag wel trouwen en kinderen krijgen
118
Hoe stond het Boeddhisme tegenover seksualiteit?
Moedigt celibacy aan voor mannen.
Tantrisch boeddhisme heeft het over seksuele energieën die samen eenheid vormen. Dit kan zorgen voor spirituele verlichting
