Week 5 Flashcards

(96 cards)

1
Q

Cremaster spier

A

Spier die vanuit de buikholte aan de balzak vastzit, die helpt met temperatuurregulatie. Laat de balzak verder hangen of meer richting het lichaam trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Retractiele testis

A

Wanneer de cremaster spier te sterk is kan het zijn dat de testis erg hoog ligt, waardoor het kan lijken alsof hij niet goed ingedaald is. Maar hij kan wel gewoon de scrotum ingeduwd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dartosspier

A

Spier die ervoor zorgt dat de penis zich kan terugtrekken, wanneer het bijvoorbeeld koud is. Helpt ook bij temperatuurregulatie van de ballen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Appendix testis

A

Een overblijfsel van de gang van Müller, wat zich in een vrouwelijke foetus zou ontwikkelen in de vrouwelijke organen en bij mannen dus weggaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar worden spermacellen geproduceerd?

A

In de seminiferous tubuli (zaadbuisjes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar in de ballen wordt testosteron aangemaakt?

A

In de cellen die tussen de seminiferous tubuli zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tunica vaginalis

A

De binnenste huidlaag van het scrotum en de buitenste laag van de testes, komt van het oude buikvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Epididymis

A

Bijbal, waar sperma wordt opgeslagen tot aan de zaadlozing. Hier worden ook voedingsstoffen toegevoegd en worden de zaadcellen volgroeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe gaat de reis van het ontstaan van een spermacel naar het verlaten van de ballen?

A

Ontstaan in de seminiferous tubuli –> door de rete testis –> opslaan en maturatie in epididymis/bijbal –> via ductus vas deferens (zaadleider) naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Glans

A

De eikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Corona (penis)

A

Een weefselbrug tussen de glans en de schacht van de penis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Corpora cavernosa

A

De zwellichamen in de penis die vooral zorgen voor de erectie. Gaan diep de bekken in en stoppen bij de corona.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Corpora spongiosum

A

Het zwellichaam aan de onderkant van de penis, die om de plasbuis heen zit. Deze is verbonden met de glans en ook met de corpora cavernosa via aderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe lang duurt spermatogenese

A

Ongeveer 74 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar vindt spermatogenese plaats?

A

In de tubuli seminiferi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sertoli cellen

A

Cellen die de binnenste laag van de tubuli seminiferi vormen en voedingsstoffen aanvoeren, wat spermatogenese mogelijk maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe verloopt de ontwikkeling van een spermacel?

A

Spermatogonium –> primaire spermatocyt –> secundaire spermatocyt –> spermatiet (2 fasen) –> spermacel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waaruit bestaat de kop van een spermacel?

A

Bevat DNA en enzymen die ervoor zorgen dat de spermacel de eicel kan penetreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waaruit bestaat het middendeel van een spermacel?

A

Mitochondria, die energie produceert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat gebeurt er met de spermacellen tussen het verlaten van de ballen tot aan het verlaten van de penis?

A

Via de vas deferens gaat het langs de blaas en komt het aan in de seminal vesicle (zaadblaas) waar het extra energie en een meerderheid van de vloeistof krijgt, daarna gaat het langs de prostaat waar het extra vloeistof krijgt en enzymen die voor maximale zwemafstand zorgen. Ondertussen zorgt de bulbourethral/cowpers gland ervoor dat de PH balans verandert door voorvocht. Dan gaat het via de plasbuis naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wanneer heeft een man een fertiliteitsprobleem?

A

Wanneer er minder dan 20 miljoen spermacellen zijn per zaadlozing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke neurotransmitters komen vrij bij orgasme?

A

Dopamine, serotonine, oxytocine en stikstofoxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe werkt viagra?

A

Het remt PDE5, wat normaal het relaxatieproces wat ervoor zorgt dat er meer bloed in de zwellichamen komen afremt. Hierdoor blijven de zwellichamen beter doorbloedt en blijft de erectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke kritiek is er op het model van Masters & Johnson over seksuele responscyclus?

A

Het is de fysiologisch, met te weinig aandacht voor het psychologische aspect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat stelt Kaplans model van seksuele respons?
Er is zin (psychologisch), opwinding en orgasme
26
Wat stelt Bancroft's Dual Control Model?
Er is altijd een balans tussen opwinding en inhibitie
27
Organische en psychologische erectieproblemen
Organisch: graduele onset, geen nachtelijke of ochtend erectie of erectie bij masturbatie Psychologisch: acute onset, wel erectie in de nacht of ochtend of bij masturbatie. Komt door een conflict, er is geen lichamelijke oorzaak
28
Fimosis
Wanneer de voorhuid te strak is, waardoor je hem niet over de eikel heen kunt schuiven
29
Peyronie
Wanneer de penis krom trekt bij erectie door een plaque bindweefsel op het zwellichaam. Dit kan pijn doen
30
Hoe kun je erectieproblemen behandelen?
Viagra of andere medicatie die PDE5 inhibeert Vacuümpomp + cockring, zodat bloed in de penis blijft Gel in de plasbuis die bloedvaten verwijden Injectietherapie met vaatverwijdende stoffen direct in het zwellichaam Protheses als glowstick of met een pompje in de balzak
31
Parafiele stoornis
Als een parafilie iemand enorme stress opbrengt, iemands functioneren aantast
32
Parafilie
Seksuele activiteiten die niet "vanilla seks" zijn met een volwassene die consent geeft, gewoon atypische interesses
33
Wanneer is een fetish abnormaal?
Als iemand het fetish object NODIG heeft voor opwinding
34
Fetisjisme
Seksuele opwinding door een object of niet-genitaal lichaamsdeel
35
Wat is de cognitieve theorie over fetisjen?
Iemand heeft een cognitieve vervorming waardoor diegene een afwijkende perceptie over opwinding heeft
36
Cross-dressing
Jezelf kleden als iemand van het andere geslacht
37
Drag
Wanneer mensen zich verkleden als een karikatuur van traditionele genderrollen van het andere geslacht. Als een soort optreden
38
Travestieten
Mannen die vrouwelijke kleding dragen om zo seksueel opgewonden te raken
39
Seksueel sadisme
Wanneer iemand opgewonden wordt van het fysieke of mentale lijden van een ander persoon
40
Seksueel masochisme
Wanneer iemand opgewonden wordt van (fantasieën over) gekleineerd, pijn gedaan, vastgebonden of op een andere manier te laten lijden worden
41
Bondage en discipline
Iemand fysiek beperken of mentaal door middel van bevelen als een centraal aspect van de seksuele interactie
42
Dominance en submission
Interactie met consensuele machtsverhoudingen
43
Compulsive sexual behavior
Wanneer iemand intense seksuele fantasieën, neigingen en gedragingen heeft die niet te controleren zijn en het dagelijkse functioneren beïnvloeden
44
Welke 4 thema's komen veel voor in SM scenario's?
Hypermasculiniteit Pijn aandoen of krijgen Fysieke beperking Vernedering
45
Voyeurisme
Wanneer iemand opgewonden wordt van het kijken naar iemand die naakt is, zich uit aan het kleden is of seks heeft, terwijl diegene niet weet dat er naar hen gekeken wordt
46
Exhibitionisme
Wanneer iemand opgewonden wordt van het laten zien van zijn genitaliën aan iemand die daar geen consent voor heeft gegeven, vaak om shock of een andere sterke reactie te krijgen
47
Hyperseksualiteit
Excessief en onverzadigbare seksdrive wat leidt tot compulsief seksueel gedrag, zelfs wanneer dat negatieve consequenties heeft. Een persoon is nooit voldaan. Het beïnvloedt het dagelijks functioneren
48
Hyperseksualiteit termen voor mannen en vrouwen specifiek
Mannen: satyriasis Vrouwen: nymphomania
49
Welke 2 algemene patronen heeft hyperseksualiteit?
Gebrek aan controle + negatieve consequenties
50
Welke 6 types hyperseksualiteit zijn er?
Parafilic hypersexuality: veel seksueel gedrag Vermijdende masturbatie Chronisch vreemdgaan Seksuele schuldgevoelens, hier is de frequentie normaal maar voelt diegene zich er erg schuldig over Aangewezen patiënt, wanneer iemand beperkende visies heeft over seks en hun partner hulp laat zoeken voor iets Iemand met een niet-seksuele conditie (zoals manie)
51
Aseksualiteit
Geen seksuele aantrekking voelen tot andere personen
52
Wat is het verschil tussen aseksualiteit en low sexual desire disorder?
Mensen die aseksueel zijn voelen geen distress over hun afwezigheid van libido
53
Waarom is het internet geassocieerd met compulsief seksueel gedrag?
Het is anoniem, makkelijk beschikbaar en goedkoop
54
Erotische verstikking
Iemand die zichzelf verstikt om zo meer opwinding te creëren
55
Zoofilie
Seksueel contact met een dier
56
Wat zegt de leertheorie over zoofilie?
Seks met een dier heeft snelle, makkelijke en intense beloningen en is dus super belonend om te doen
57
Frotteurisme
Wanneer iemand opgewonden raakt door het wrijven van zijn genitaliën tegen iemand anders die daar geen consent voor heeft gegeven
58
Troilisme
Seksueel contact met 3 mensen
59
Saliromania
Een verlangen naar het kapotmaken of viesmaken van een vrouw, haar kleren of een afbeelding van een vrouw
60
Sexsomnia
Automatische en onbedoelde seksueel gedrag tijdens iemands REM slaap
61
Welke twee componenten van seksuele ontwikkeling kunnen variaties hebben die kunnen leiden tot seksuele variaties?
Seksuele responsiviteit (opwinding door gepaste stimuli) Het vormen van relaties met anderen
62
Hoe kun je parafiele stoornissen het beste behandelen, en waarom?
SSRI's, omdat het misschien een vorm van OCD is In combinatie met educatie, oefenen van impuls controle en mindfulness, probleemoplossend vermogen trainen, cognitieve herstructurering om negatieve gedachten te vermijden, en vaardigheden om relapse te voorkomen
63
Seksuele stoornis
Wanneer iemand een probleem met de seksuele respons heeft en dat distress oplevert
64
Hypoactief seksueel verlangen
Wanneer iemand geen of veel minder dan normaal libido heeft, of een afwezigheid van responsief verlangen
65
Discrepantie van seksueel verlangen
Wanneer er een mismatch is tussen de libido van twee partners
66
Wat veranderde de DSM over hypoactief seksueel verlangen?
Er is mannelijk hypoactief seksueel verlangen stoornis En voor de vrouwen zijn verlangen en arousal disorder samengevoegd in female sexual interest/arousal disorder
67
Female sexual arousal disorder
Wanneer een vrouw geen respons heeft op seksuele stimuli, of wanneer de vrouw vindt dat ze niet goed genoeg reageert
68
Erectiestoornis
Wanneer een man geen erectie kan krijgen of houden
69
Premature ejactulatie
Wanneer een man te snel klaarkomt
70
Wanneer is een ejaculatie prematuur?
Ejaculatie is voor of binnen 1 minuut na vaginale penetratie De man heeft geen controle over wanneer hij klaarkomt Er is distress over het probleem
71
Verlate ejaculatie
Wanneer een man geen orgasme kan krijgen of dat het super lang duurt, terwijl er wel een goede erectie is en genoeg stimulatie
72
Vrouwelijke orgasmestoornis
Wanneer een vrouw geen orgasme kan krijgen
73
Dyspareunie
Pijn tijdens seks aan de genitaliën
74
Wat veranderde de DSM aan dyspareunie?
Is samengevoegd met genito-pelvic pain/penetration disorder
75
Vaginisme
Spastische samentrekkingen van de buitenste 1/3 van de vagina waardoor de vrouw geen (pijnvrije) seks kan hebben
76
Wat kan erectiestoornissen veroorzaken?
Ziekten aan het hart of bloedsomloop, diabetes, zenuwschade, lage testosteron, schade aan het ruggenmerg, stress/vermoeidheid, operatie aan de prostaat
77
Wat kan premature ejaculatie veroorzaken?
Psychologische factoren, infectie van de prostaat, degeneratie van het zenuwstelsel
78
Wat kan verlate ejaculatie/male orgasmic disorder veroorzaken?
Psychologische factoren, MS, schade aan ruggenmerg of operatie aan de prostaat
79
Wat kan vrouwelijke orgasmestoornis veroorzaken?
Slechte gezondheid, vermoeidheid, psychologische factoren, schade aan ruggenmerg
80
Wat kan pijnlijke seks en vaginisme veroorzaken bij vrouwen?
1. Stoornis bij vaginale opening: geïrriteerde maagdenvlies, littekens, infectie van bartholin glands 2. Stoornis van de vagina: infectie in vaginale wanden, littekens 3. Bekkenbodemstoornissen: infecties, endometriose, tumoren, cysten
81
Welke invloed hebben antihistamines op seks?
Ze kunnen vaginale lubricatie verminderen
82
Waarom hebben psychiatrische medicaties soms invloed op seks?
Ze veranderen de balans van neurotransmitters, en die spelen een rol bij seksualiteit en opwinding
83
Welke psychologische factoren kunnen seksuele opwinding belemmeren/stoornissen aanwakkeren?
Leersituaties die kunnen inhiberen Directe oorzaken Angst Cognitieve belemmering Niet goed kunnen communiceren met de partner Geen effectieve en stimulerende dingen doen
84
Wat zijn cognitieve belemmeringen in seksuele opwinding?
Gedachten die de persoon afleiden van de erotische ervaring van dat moment
85
Spectatoring
Een cognitieve belemmering waarbij iemand zich gedraagt alsof zij een toeschouwer zijn van hun eigen seksuele functioneren
86
Barlow's model
Maakte een model over angst, emoties en cognitieve belemmeringen bij erectiestoornissen Mensen met een stoornis hebben een performance demand, waardoor ze angst en negatieve emoties ervaren. Hierdoor hebben ze cognitieve belemmeringen en hebben ze een slechtere seksuele respons --> vicieuze cirkel
87
Analoog cognitief-fysiologisch model van seksueel (dys)functioneren
Stelt dat we seksueel goed functioneren wanneer we fysiologisch opgewonden zijn en dat ook interpreteren als seksuele opwinding
88
Welke socioculturele, politieke, en economische factoren kunnen een rol spelen bij seksueel functioneren?
Gebrek aan seksuele voorlichting, toegankelijkheid van gezondheidszorg Vermijden van seks door de perceived inability to meet culturele normen Inhibities door een conflict tussen eigen cultuur en de dominante cultuur Gebrek aan interesse of vermoeidheid door verplichtingen naar familie en werk
89
Wat doet gedragstherapie bij het behandelen van seksuele stoornissen?
Systematische desensitisatie bij angst Sensate focus opdrachten, waarbij je klein begint (mag geen seks hebben) tot je opwerkt naar voldoenende seks Educatie over anatomie en fysiologie
90
Wat doet cognitieve-gedragstherapie bij het behandelen van seksuele stoornissen?
Cognitief herstructureren. Identificeren van storende gedachten, hoe je deze kunt verminderen en/of kunt vervangen door erotische gedachten
91
Wat doet mindfulness therapie bij het behandelen van seksuele stoornissen?
Leren reguleren van negatieve emoties, leren opmerken van je eigen opwinding
92
Wat doet acceptance and commitment therapie bij het behandelen van seksuele stoornissen?
Leren om niet te vermijden van lastige emoties en gedachten, accepteren dat je die hebt. En committen om jezelf te gedragen zoals je values zijn
93
Hoe kan relatietherapie helpen bij seksuele stoornissen?
Script assessment en modification Educatie en cognitieve herstructurering Stress reductie Leren om conflicten op te lossen Relapse prevention training
94
Stop-start techniek
Wanneer de vrouw een man stimuleer tot hij een erectie heeft, dan stopt ze tot de erectie weg is. Dat herhalen zodat ze man leert dat hij opgewonden kan zijn zonder klaar te komen
95
Hoe behandel je het beste orgasmestoornis in vrouwen?
Directed masturbation en sensate focus oefeningen
96
Hoe behandel je vaginisme het beste?
Dilators, relaxatietherapie, fysieke therapie, botox en kegel oefeningen