Week 1 Flashcards

(20 cards)

1
Q

rechtsvordering

A

het processuele middel dat in het procesrecht is vereist om een beslissing te verkrijgen
-ziet op de in rechte ingestelde eis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat staat centraal in de civiele procedure

A

de (vermogensrechtelijke) rechtsbetrekking tussen partijen
deze rechtsbetrekking wordt medebepaald door de eisen van de redelijkheid en billijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

eis van belang

A

als je geen (voldoende) belang hebt dan kan je toegang tot de rechter ontzegd worden , schending art. 6 evrm
- het processuele rechtsmiddel vordering, verzoek of verweer, grief of cassatiemiddel moet dienstbaar kunnen zijn aan het doel van het middel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gevolgen misbruik van bevoegdheid

A

1) levert een tot een schade vergoeding verplichtende OD op 6:162 BW
2)zij kan de uitoefening van een bepaald recht ontnemen (bijv. getuigenverhoor kan worden afgewezen(

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

beginselen van het procesrecht

A

in het burgerlijk procesrecht zijn normen voor een behoorlijke procedure tot stand gekomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

functies van de beginselen van het procesrecht

A

1) fundamentele eisen
2)functionele eisenf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

functionele eisen

A

deze normen zijn van zulk wezenlijk belang dat afwijking niet of alleen in bijzondere gevallen is toegestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functionele eisen

A

deze normen zijn nodig voor een behoorlijk ingericht en goed functionerend procesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

beperking van artikel 6 evrm

A

-burgers kunnen dit alleen inroepen tegen de overheid niet tegen hun wederpartij
-vaststelling is beperkt tot burgerlijke rechten en verplichtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe is er indirect toch sprake van horizontale werking van artikel 6 evrm

A

doordat de staat de procedure zo moet inrichten dat ongewenst procesgedrag wordt tegengegaan en de rechter gevraagd kan worden op de naleving toe te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

toegang tot de rechter

A

dat het nationale recht een rechtsgang aan haar burgers moet bieden en dat die rechtsgang:
- daadwerkelijk en effectief openstaat
-eenvoudig en informeel mogelijk
-zo min mogelijk feitelijke en wettelijke belemmeringen bevat (rechtshulp moet beshchikbaar zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kosten civiele procedure

A
  • ingeroepen rechtshulp
    -griffierecht: kanonzaken alleen de eiser maar bij overige gerechten beide partijen
    -kosten deurwaarder
    -aan de bewijslevering verbonden kosten (schadeloosstelling van getuigen art. 182 RV) en honorering van deskundigen (199 rv)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

motiveringsplicht

A

de aanspraak dat de rechter in zijn beslissing blijk geeft dat hij met essentieel stellingen van partijen rekening heeft gehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat beoogt de motiveringseis

A

de motivering moet inzicht geven in de aan haar ten grondslag liggende gedachtegang, met als reden de beslissing zowel voor partijen als voor derden controleerbaar en aanvaardbaar te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de motivering is het sluitstuk van de verplichting van de rechter

A

art 23 rv en 24 rv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom is de eis van de motivering van rechterlijke uitspraken in de praktijk voor het civiele geding van groot belang

A

omdat de aanvaardbaarheid van de uitkomst voor partijen, en dan vooral voor de in het ongelijk gestelde partij, voor een groot deel bepaald wordt door de motivering

17
Q

verplichtingen van de rechter volgens het ehrm

A

de rechter moet een mondelinge behandeling tijdig laten plaatsvinden en de doelmatigheid van een persoonlijke verschijning van partijen om inlichtingen te verstrekken verhogen, door vooraf te laten weten welke inzichten hij wil hebben

18
Q

redelijke termijn is afhankelijk van

A

-de complexiteit van de zaak
-het gedrag van de partijen zelf en van de rechterlijke autoriteiten
-belang die voor de klager of het spel staat§

19
Q

rol van de rechter

A

de rechter is in toenemende mate mede verantwoordelijk voor een voortvarend, efficiënt en effectief procesverloop

20
Q

lijdelijkheid rechter :

A

initiatief tot het voeren van de procedure, de aard en omvang van het geding wordt door de partijen bepaald. partijen stellen en bewijzen feiten