Week 1 - bacterien, virussen, parasieten, fungi Flashcards
(42 cards)
Wat kenmerkt bacteriën als prokaryoot en wat voor DNA bevatten bacteriën?
De cellen zijn eencellig en hebben geen celkern
Ze bevatten dubbelstrengs circulair DNA, plasmidaal DNA en soms sporen
Plasmidaal DNA = plasmiden opgenomen als DNA in ringetjes
Sporen = stukjes enkelstrens DNA, ingesloten in cytoplasma
Hoe worden bacteriën zichtbaar gemaakt?
Onder de microscoop grampositief (paars) en gramnegatief (rood). Anders wordt gewerkt met koloniemorfologie, bacteriën vermeerderen zich tot ze zichtbaar zijn.
Wat zijn eigenschappen van een virus?
Afhankelijk van gastheercellen, DNA of RNA, enkelstrengs of dubbelstrengs, lineair of circulair, gefragmenteerd, omringt door eiwitmantel met glycoproteïnen die vinden met de gastheercellen
Hoe zorgt 1 viruspartikel ervoor dat er nieuwe partikels worden gemaakt en de cel dood gaat?
Een infectieus virusdeeltje hecht aan een receptor van een gastheercel en penetreert naar binnen/fusie, waar het ontmantelt.
Viraal RNA wordt met reverse transcriptase omgezet in DNA en in een dubbelstrengs provirus. Via integrase wordt dit DNA in het cellulaire DNA ingebouwd. Dan volgt replicatie, assemblage en vrijkomen d.m.v. lysis/budding.
Wat zijn eigenschappen van fungi?
Eukaryoten, dimorf (unicellulair= gist en multicellulair = schimmel), voortplanting met sporen
Wat zijn eigenschappen van parasieten?
Eukaryoten met parasitaire levenswijze (= afhankelijk van gastheer), alleen zichtbaar op elektronenmicroscoop, complexe celstructuren, meerdere ontwikkelingsstadia in levenscyclus, meestal meerdere gastheren
Wat is een infectie?
Schade of veranderde fysiologie door interactie tussen gastheer en micro-organisme: ontstekings- en immuunreactie volgt, met klinische of subklinische uiting
Wat is kolonisatie?
Dragerschap van een micro-organisme zonder er ziek van te worden
Wat zijn commensale flora?
Micro-organismen die op bepaalde plekken zitten, mond of colon
Wat zijn steriele plekken?
Plekken zonder micro-organismen, liquor, bloed, ogen
Wat is de staphylococcus aurus?
Een bacterie die ziekten kan veroorzaken, maar 25% is ook drager, 0,3% krijgt sepsis
Wat is pathogenese van micro-organismen en waarvan is het afhankelijk?
Het ziek maken is pathogenese
Het is afhankelijke van de pathogeniciteit en virulentie, de gastheer en de besemttingsroute:
P&V = het vermogen om ziekte te veroorzaken en de hoeveelheid schade die een MO aanricht in de gastheer, je hebt primaire en opportunistische pathogenen
G = genetische achtergrond, immuunsuppressie, ziekte, lokale omstandigheden
Wat zijn vormen van symbiose?
Symbiose = met elkaar leven
Commensalisme = commensaal heeft voordeel, gastheer niks
Mutualisme = samenleving tot wederzijds voordeel
Parasitisme = leven ten koste van gastheer
Wat zijn 3 hoofdgroepen parasieten?
Ectoparasieten (buitenaf) > vlooien, luizen, teken
Parasitaire wormen (binnen, meercellig) > spoel-/mijnwormen, schistosomen
Parasitaire protozoa (binnen, eencellig) > leishmaniasis, plasmodium, trypanosoma
Hoe wordt leishmaniasis overgedragen?
Cutaan of visceraal en wordt met vector overgedragen = mug
Mug steekt en spuit antistolling speeksel, promastigoten worden opgenomen door macrofagen, veranderen in de macrofaag naar amastigoten, amastigoten vermeerderen en breken blaas open > meer verspreiding
Wat zijn verschillende typen gastheer?
Definitieve gastheer = gastheer die de volwassen parasiet herbergt en waarin de geslachtelijke vermenigvuldiging plaatsvindt
Tussengastheer = gastheer waar de aseksuele of vegetatieve vermeerdering plaatsvindt
Wat is gastheerspecificiteit?
Door een specialisatie ontstane gebondenheid van de parasiet aan een bepaalde gastheer, in hoeveel organismen kan een parasiet overleven
Hoe verloop een parasitaire infectie (leishmaniasis)?
Parasiet wordt versleept naar lymfeknopen, beenmerg, mild en lever, infecteert fagocyterende leukocyten, tast immuunsysteem aan (koorts en superinfecties), repressie van aanmaak bloedcellen en vergroting reticulo-endotheliale organen
Wat is de incubatieperiode en perpatente periode?
Incubatieperiode = tijd tussen infectiemoment en eerste klinische symptomen
Perpatente periode = tijd tussen infectiemoment en aanwezigheid blijken van parasiet
Wat zijn kenmerken van Leishmaniasis donovani?
Leishmaniasis donovani komt voor in India, Bangladesh, Sudan, Oost-Afrika
Klachten: onregelmatige koorts, buikpijn, vermagering, megalie, pancytopenie, IGG+
100% mortaliteit zonder behandeling, mens-mens overdracht
Diagnosiek met milt aspiratie, beenmerg punctie, vooral bloed antilichamen
Behandeling = stibogluconate, miltefosine, andere -ine’s
Wat zijn kenmerken van Leishmaniasis infantum/chagasi?
Leishmaniasis infantum/chagasi komt voor in Zuid-Europa, Noord-Afrika, Midden oosten en Zuid-Amerika
Zoönose (=infectie/ziekte met zoogdieren als reservoir) door honden,
Opportunistische infectie, vooral bij jonge kinderen en immuun gecompromitteerden (transplantatie, HIV)
Wat zijn kenmerken van cutane leishmaniasis?
Bij cutane leishmaniasis is er geen versleping van parasiet en ontstaat een ulcus rond de beet
Langzaam groeiend en pijnloos, spontane genezing mogelijk, variatie, opstaande rand
Therapie is lokaal en systemisch
Wat is reverse transcriptase?
Retrovirussen doen aan reverse transcriptie = enkelstreng RNA > dubbelstrengs DNA
Wat is een immatuur en matuur virusdeeltje?
Immatuur = niet infectieus
Matuur = infectioeus, eiwitten worden losgeknipt door HIV protease