Week 1: Inleiding in het thema Oncologie

Question 1

Waar staat TNM voor?

Answer 1

Tumor Nodes Metastase

Question 2

Wat is een prognostische waarde?

Answer 2

Voorspelt het beloop zonder behandeling

Question 3

Wat is een predictieve waarde?

Answer 3

Voorspelt beloop met behandeling

Question 4

Wat is de Neurenbergcode?

Answer 4

10 regels over het uitvoeren van onderzoek

Question 5

Wanneer is de Neurenbergcode gemaakt?

Answer 5

Na de concentratiekampexperimenten

Question 6

Wat houdt een dubbele toestemming in?

Answer 6

Dat er voor een bepaald onderzoek zowel door een toetsingcommissie als door de proefpersoon toestemming gegeven moet worden

Question 7

Waar bestaat de toetsingcommissie uit?

Answer 7

1 CCMO

15 METC

Question 8

Waar staat CCMO voor?

Answer 8

Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek

Question 9

Waar staat METC voor?

Answer 9

Medisch-Ethische Toetsing Commissies

Question 10

Wat houdt de sluis voor geneesmiddelen in?

Answer 10

Alle dure geneesmiddelen komen hierin totdat de beslisraad prijsafspraken maakt, tot dan worden de middelen in principe niet vergoed

Question 11

Wanneer komen geneesmiddelen in de sluis?

Answer 11

> €50.000/pt/jaar

Question 12

Wat is de Karnofsky performance scale?

Answer 12

Combinatie conditie + co-morbiditeit, waarmee je de conditie voor een behandeling kan inschatten

Question 13

Noem de 7 hallmarks of cancer

Answer 13

Blijven delen
Remming ontwijken
Celdood weerstaan
Oneindige celdeling
Vorming nieuwe bloedvaten
Invasie en metastase
Genoom instabiliteit en mutaties
Tumor bevorderende ontsteking
Deregulatie energievoorziening
Ontsnapping aan immuunsysteem

Question 14

Wat is een stroma?

Answer 14

De omgeving van een tumor, dus bindweefsel, bloedvaten en ontstekingscellen

Question 15

Wat voor soort cellen bevinden zich in de stroma?

Answer 15

Endotheel
Fibroblasten
Ontstekingscellen

Question 16

Wat is het verschil tussen blijven delen en oneindige celdeling?

Answer 16

Bij blijven delen blijft de groeifactorpathway aanstaan, waardoor de cel steeds het signaal krijgt om te blijven delen, dit kan je vergelijken met een gaspedaal
Bij oneindige celdeling schakelt de cel telomeerverlenging in, waardoor de telomeren niet ‘opraken’, dit kan je vergelijken met de benzinetank

Question 17

Wat houdt remming ontwijken in?

Answer 17

Cel reageert niet meer op zijn omgeving, dus wanneer er een signaal vanuit de omgeving komt om te remmen wordt dit genegeerd door de cel

Question 18

Bij welke tumorgrootte zijn bloedvaten nodig?

Answer 18

> 2mm

Question 19

Wat is de angiogenic switch?

Answer 19

Wanneer de angiogenese in favour of de tumor is

Question 20

Wat is het verschil tussen invasie en metastase?

Answer 20

Invasie is wanneer de tumor in het omringende weefsel terecht komt door doorbraak van de basaalmembraan, metastase is wanneer de tumor wordt getransporteerd over grote afstand en elders een nieuwe tumor vormt

Question 21

Wat is EMT?

Answer 21

Epitheliale Mesenchymale Transitie, waar de kubische cellen spitser worden

Question 22

Via welk proces genereert een tumor zijn energie? Noem een nadeel en een voordeel van deze manier.

Answer 22

Glycolyse
Nadeel: kost extreem veel glucose
Voordeel: tumor is niet meer afhankelijk van zuurstof

Question 23

Wat moet je goed onthouden over de hallmarks of cancer?

Answer 23

Niet alle tumoren voldoen aan alle hallmarks

Question 24

Uit welke 4 fases bestaat klinisch onderzoek?

Answer 24

Fase 1: Toxiciteit
Fase 2: Effect behandeling
Fase 3: Geïsoleerd effect t.o.v. standaard behandeling
Fase 4: Verschillende groepen in dagelijkse praktijk

Question 25

Wat is een pluripotente stamcel?

Answer 25

De stamcel voor alle bloedcellen

Question 26

Wat is het verschil tussen progenitor cellen en stamcellen?

Answer 26

Progenitor cellen hebben een beperkt delingsporentieel, maar veel delingen Stamcellen hebben een groot delingspotentieel, maar weinig delingen

Question 27

Wat is een niche in beenmerg?

Answer 27

HSC dichtbij het bot gaan een interactie aan met osteoblasten, waardoor de HSC gereguleerd kunnen worden

Question 28

Wat is homing?

Answer 28

Chemoattractie van HSC naar de niches, waardoor binnen 2-3 dagen na beenmergtransfusie de HSC weer in de niche zijn gekomen

Question 29

Wat is het Myeloproliferatief syndroom?

Answer 29

Te veel aanmaak bloedcellen door verstoring signaalweg

Question 30

Op welke 2 manieren kan je de leukemieën indelen?

Answer 30

Chronisch/acuut | Myeloïde/lymfatisch

Question 31

Wat is een chronische leukemie?

Answer 31

Klachten zijn aanvankelijk minder heftig | Ophoping (gedeeltelijk) uitgerijpte leukemie

Question 32

Waar zit het defect bij chronische leukemie?

Answer 32

Groeiregulatie

Question 33

Wat is een acute leukemie?

Answer 33

Acute symptomen | Ophoping niet-functionele cellen

Question 34

Waar zit het defect bij acute leukemie?

Answer 34

Groeiregulatie en uitrijping

Question 35

Wat voor soort leukemie komt vaak voor bij kinderen?

Answer 35

Lymfatisch

Question 36

Wat zijn drivermutaties?

Answer 36

Mutaties die een verhoogde kans geven op leukemie, maar niet per se leukemie hoeven te geven

Question 37

Wat weet je over een cel wanneer deze basofiel is?

Answer 37

Veel mRNA

Question 38

Wat weet je over een cel wanneer deze acidofiel is?

Answer 38

Veel eiwitten

Question 39

Welke 6 veranderingen treden op bij onrijp -> rijp?

Answer 39

``` Groot -> kleiner Nucleoli: veel->weinig Chromatine: dispers->gecondenseerd Kern/cytoplasma ratio: hoog->laag Cytoplasma: basofiel->neutro/acidofiel Granula: geen->azuro->specifiek ```

Question 40

Hoe kan je voorlopers uit de erytrocytaire lijn herkennen?

Answer 40

Ronde kern, korrelig chromatine

Question 41

Hoe kan je voorlopercellen uit de lymfocytaire lijn herkennen?

Answer 41

Egaalgekleurde ronde kern

Question 42

Hoe kan je voorlopercellen uit de granulo-/monocytaire lijn herkennen?

Answer 42

Kern niet rond

Question 43

Wat is de grootte van een leukemische blast?

Answer 43

2-4x erygrootte

Question 44

Wat voor ketens heb je bij immunoglobulines?

Answer 44

Zware en lichte

Question 45

Welke 2 vormen van lichte ketens zijn er bij immunoglobulines?

Answer 45

Kappa en lamda

Question 46

Wat is monoclonair?

Answer 46

1 cel is onttrokken aan het immuunsysteem

Question 47

Wat betekent tumor?

Answer 47

Gezwel

Question 48

Welke 3 vormen van maligne tumoren zijn er? En hoeveel % van de maligne tumoren is die vorm?

Answer 48

Carcinoom 95% Sarcoom 1% Lymfoom 4%

Question 49

Waar komt een carcinoom vandaan?

Answer 49

Epitheel

Question 50

Waar komt een sarcoom vandaan?

Answer 50

Bindweefsel

Question 51

Waar komt een lymfoom vandaan?

Answer 51

Hematologisch

Question 52

Wat is een adenocarcinoom?

Answer 52

Ontstaat uit klier, kubisch of cilindrisch epitheel

Question 53

Wat zijn polymorfe kernen?

Answer 53

Groot, lijken op aardappels

Question 54

Wat is desmoplasie?

Answer 54

Verandering van stroma, reactie op aanwezigheid tumor

Question 55

Hoe kan je een plaveiselcelcarcinoom herkennen histologisch gezien?

Answer 55

Schilvering, haartjes tussen de cellen

Question 56

Uit hoeveel lagen bestaan de acini van de mamma?

Answer 56

2

Question 57

Wat is pleiomorf?

Answer 57

Veelvorming