Week 1: Psychiatric models in context Flashcards
Pontorotto (2005) "Qualitative research in counselling psychology
Titel: Ponterotto, Joseph G. (2005). Qualitative research in counselling psychology: A primer on research paradigms and philosophy of science. Journal of counselling psychology psychology.
Type of text
Artikel
Core message
- Doel= An overview of philosophy of science and research paradigms
- Aanbeveling= Expanding the training students receive in philosophy of science and qualitative approaches to inquiry.
All important terms & concepts, incl defenitions
Ze benoemen een aantal contextuele definities:
- Philosphy of science
- Paradigma
- Idiografische en nomothetische perspectieven
- Etic en emic
- Kwantitatieve methode
- Kwalitatieve methode
Contextuele definities
Philosophy of science
Conceptuele definities die de zoektocht naar kennis (wetenschap) ondersteunen.
Philosophy of science: dit bevat:
- Ontologie= de aard van de realiteit/bestaan
- Epistomology= De wetenschap van kennis
- Axiologie= Rol en plek van waarden in het onderzoeksproces. Begrijpen en aard van waardeoordelen en hoe deze ons begrip vd wereld en gedrag beinvloeden.
- Retorische structuur= Taal en presentatie van het onderzoek
- Metholodogie= Proces en procedure van het onderzoek
Philosophy of science: dit bevat:
Ontologie
de aard van de realiteit/bestaan
Philosophy of science bevat:
Epistomology
De wetenschap van kennis
Philosophy of science: dit bevat:
Axiologie
Rol en plek van waarden in het onderzoeksproces.
Begrip en aard van waardeoordelen en hoe deze ons begrip vd wereld en ons gedrag beinvloeden.
Philosophy of science: dit bevat:
Retorische structuur
Taal en presentatie van het onderzoek
Philosophy of science: dit bevat:
Metholodogie
Proces en procedure van het onderzoek
Contextuele definities
Paradigma
Een set van onderling verbonden assumpties die een conceptueel kader bieden om de wereld te bestuderen.
Contextuele definities
Idiografische en nomothetische perspectieven
Idiografisch onderzoek= Focus op begrijpen van het individu als een unieke, complexe entiteit.
- Erg beschrijvend en gedetailleerd
Nomothetisch onderzoek= Focus op het blootleggen van algemene gedragspatronen. Het doel is voorspellen en verklaren van fenomeer ipv individueel dieptebegrip
- Objectief en onpersoonlijk met een focus op generaliseerbare bevindingen.
Contextuele definities
Etic en emic
Etic= Universele wetten en gedragingen die naties en culturen overstijgen; zijn op alle mensen van toepassing. Bv dat bij biologische organismen zijn.
Emic= Unieke constructen en gedragingen; individueel of op sociaal-cultureel niveau. Niet generaliseerbaar
Contextuele definities
Kwantitatieve methode
Benadrukken het meten en analyseren van causale of correlationele relaties tussen variabelen (klassiek onderzoek).
Focus op kwantificatie van observateis (data)
Contextuele definities
Kwalitatieve methode
Ervaringen beschrijven en interpreteren in een context-specifieke setting; vaak de eigen woorden.
Wat zijn de 4 onderzoeksparadigma’s?
- Positivisme
- Post-positivisme
- Constructivisme
- Kritisch-ideologisch
Onderzoeksparadigma’s
Positivisme
Stelt wetenschappelijke gestandaardiseerde methoden en empirisch onderzoek centraal in het behrijpen van gedrag en mentale processen
- Objectieve metingen
- Wil fenomeen kunnen verklaren en voorspellen
- Sociale wetenschap = natuurlijke wetenschap
- Vermijd subjectiviteit
- Hypothetico-deductivo methode= hypothese –> voorspellingen –> testen –> conclusie
Onderzoeksparadigma’s
Post-positivisme
Erkent de waarde van wetenschappelijke methodes, maar probeert flexibeler en kritischer te zijn t.o.v. strike objectiviteit en universele waarden.
Meer nadruk op het begrijpen van context en subjectiviteit.
Onderzoeksparadigma’s
Overeenkomst tussen positivisme en post-positivisme
Allebei nomothetisch en etic.
Benadrukken oorzaak-gevolg en willen een verklaring die leidt tot voorspelling en controle van fenomenen.
–> Kwantitatieve benaderingen
Onderzoeksparadigma’s
Contructivisme (interpretivisme)
Er zijn meerdere begrijpbare en valide realiteiten.
De realiteit komt uit mind van het individu, niet uit een externe entiteit.
- Hermeneutische benadering
Constructivisme
Hermeneutische benadering
Betekenis is verborgen en moet naar de oppervlakte komen door diepe reflectie.
Dit kan door interactieve dialogen.
–> Kwalitatieve methode
Onderzoeksparadigma’s
Kritisch-ideologisch
Kijkt naar hoe sociale structuren, machtsverhoudingen en ideologieen invloed hebben op individueel gedrag, identiteit en sociale systemen.
Onderzoeksparadigma’s
Overeenkomsten constructivisme en kritisch ideologisch
Allebei idiografisch, emic
–> Kwalitatieve benadering
Vervolgens passen ze deze paradigma’s toe op de philosophy of science:
Ontologie
- Naief realisme
- Kritisch realisme
- Relativisme
- Degene die hoort bij Kritisch-Ideologiscch