Week 1 Strategy Flashcards

(35 cards)

1
Q

Wat is strategic management?

A

Het creëren en implementeren van een algehele richting van een bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het doel van strategic management?

A

Competitive advantage creeëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke twee delen bestaat strategic management?

A

Internal en external

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de stappen van strategic management?

A
  1. Goal formulation
  2. Environmental scanning
  3. Strategy formulation
  4. Strategy evalation
  5. Implementation
  6. Strategic control
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een strategy?

A

het maken van een unieke positie waarop een bedrijf zich moet gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een strategie volgen zorgt voor trade-offs, wat zijn trade-offs en welke redenen zijn ervoor?

A

Een trade-off is een compromis. Redenen ervoor zijn niet consistent met imago, de verschillende activiteiten en beperkte coördinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kernelementen voor een duidelijke strategie ?

A

De positie van het bedrijf bepalen, trade-offs maken en de activiteiten bij elkaar laten passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke types voor strategie zijn er en wat betekenen ze?

A
  • Fit >gebaseerd op SWOT (passend)
  • Muddling through > ideeën en mogelijkheden samenvoegen
  • Stretch > heel ambitieus en doelen volgen
  • Uncontested space > nieuwe markt
  • Disruption > huidige markt, nieuwe benadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is operational effectiveness?

A

Activiteiten beter uitvoeren dan de rivalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is productivity frontier?

A

Het level voor iedereen verhogen door de maximum value te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke drie manieren van strategic positioning zijn er?

A

Variety-based > weinig varieteit maar producten die veel customers willen
Need-based = veel varieteit
Acces-based > aanpassen aan de omgeving (cinema)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent het als activiteiten incompatible zijn?

A

Sommige activiteiten moeten samen of kunnen helemaal niet samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor types of fit zijn er?

A

First-order > activiteit past bij strategie
Second-order> activiteiten versterken elkaar
Third-order> activiteiten optimaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke manieren van strategie zijn er?

A

Cost-leadership
Differentiation (unique product)
Focus (niche market)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is competitive advantage?

A

Onderscheidend zijn op de markt en anderen kunnen het niet meteen kopiëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Op welke manieren kan competitive advatange bereikt worden?

A
  • Meer market power
  • vanuit externe factoren(omgeving bepaalt)
  • Vanuit interne bronnen (afhankelijk van bronnen)
  • Combinatie van internal en external (dynamic capabilities)
17
Q

Wat is value in healthcare?

A

Hogere value voor een patient bereiken

18
Q

Wat is de outcome measured hierarchy?

A

Het ordent de uitkomsten van medische condities.
Tier 1: bereikte healthstatus
Tier 2: proces van herstel
Tier 3: Ondersteunen van gezondheidstatus

19
Q

Waarom is organizational analyse belangrijk?

A

Daar baseert je je strategie op

20
Q

Welke marktstructuren zijn er om competitive advantage te bereiken?

A
  • Perfect competitition
  • Monopolistic competition
  • Oligopoly
  • Monopoly
21
Q

Wat is het five forces model van Porter?

A

Laat de competitive forces zien van de industrie en daarop kun je inspelen voor competitive advantage

  • rivaliteit tussen competitors
  • dreiging van nieuwe deelnemers aan de markt
  • dreiging van vervangende producten
  • Power van kopers
  • Power van suppliers
22
Q

Wat is de value chain?

A

Analyse van de activiteiten van een organisatie (service delivery, support activities)

23
Q

Wat is SWOT?

A

Analyse van opportunties and treats, en strengths en weaknesses

24
Q

Wat zijn dynamic capabilities?

A

De ability van managers om aanpassingen te maken en nieuwe oplossingen te bedenken (agility)

25
Wat zijn ordinary capabilities?
De kernactiviteiten van de organisatie (efficiency)
26
Wat is een VUCA environment?
Vulnerable, uncertainty, complexity, ambiguity
27
Wat zijn de drie clusters van dynamic capabilites?
- Opties creeëren in een omgeving die onzeker is - Zorgen voor manieren om te implementeren - Steeds vernieuwen
28
Op welke manieren kunnen opties gecreeërd worden voor dynamic capabilites?
- generative-sensing capabilites > hypotheses maken en daarop reageren - scenario planning - purchase of real options > opties kopen en inzetten als het passend is - sensemaking > capabel zijn voor sense making
29
Wat zijn nieuwe manieren van implementeren voor dynamic capabilities?
- Flexible sourcing > produceren uitbesteden met flexibel contract - building slack > reserves - Reengineering rule-bound hierarhcies > skill nodig in de bottom laag houden - open innovation process > kennis bij innovatie gebruiken
30
Wat is organizational agility?
Wendbaarheid > kunnen reageren op vraag en onzekerheid
31
Wat is het verschil tussen strategy en dynamic capabilites?
Strategy is de steady basis gericht op een stabiele omgeving en dynamic capabilities zijn gericht op onzekerheid
32
Wat zijn de stappen van leadership?
Future (inspire) > Engage (motivate) > deliver(results)
33
Welke statische stijlen van leadership zijn er?
- Autocratic(around leader) - Democratic (around team), - - - Transformational (clear goals, but high support), - laissez-faire(team self-directed), - - transactional (reward and punishment) - servant (leader serves followers)
34
Wat zijn contigency views op leadership?
- Delegating (leader vision, team way), - supporting (samen) - coaching (leader makes roles, but together) - directing (leader own decisions)
35
Wat zijn manieren om om te gaan met VUCA?
being decisive, align, learn, anticipate what lies around the corner