Week 1 t/m 3 Flashcards

(136 cards)

1
Q

Wat zijn de 5 elementen van het model voor planmatige preventie?

A

Epidemiologische analyse van blootstelling aan risicofactoren
Analyse van gedrags- en omgevings risicofactoren
Interventieontwikkeling
Interventie implementatie
Evaluatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 7 voorwaarden voor gereguleerde concurrentie?

A

Goede risicoverevening
Transparante productclassificatie
Voldoende contractvrijheid voor partijen
Kwaliteitsindicatoren
Consumenteninformatie
Adequaat toezicht op kwaliteit
Effectief mededingingsbeleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 4 stappen van shared decision making? (SDM)

A

Informeren dat er een beslissing gemaakt moet worden
Behandelopties en voor- en nadelen uitleggen
Voorkeuren bespreken en ondersteunen van de patienten
Bespreken in hoeverre patient betrokken wil zijn, beslissing maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 4 elementen van shared decision making (SDM)

A

De behandelmogelijkheden
Persoonlijke waarden
Persoonlijke voorkeuren voor een behandeling
Voor- en nadelen van behandelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 3 pathways van kwaliteitsverbetering

A

Change pathway: zorgaanbieders identificeren onderdelen in de zorg waarin zij hun beleid kunnen verbeteren
Selection pathway: transparantie, waardoor patienten een zorgverlener kunnen kiezen
Reputation pathway: zorgverleners zijn bang voor een slechte reputatie en willen daarom goede zorg leveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de 3 kwaliteitsindicatoren volgens Donabedian

A

Structuurmaten: aantal bedden, aanwezigheid van stroke unit
Procesmaten: binnen 1 uur gezien door arts, binnen 2 weken voor OK
Uitkomstmaten: sterfte, her-OK, QoL, complicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Door welke 4 dingen kunnen verschillen in uitkomsten ontstaan?

A

Statistische onzekerheden
Case-mix
Confounders
Registratie bias

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem 3 nadelen van alleen kijken naar uitkomstmaten (ipv procesmaten)

A

Uitkomstindicatoren geven door alle beperkingen een invalide beeld van de kwaliteit van zorg in een zorginstelling
Als uitkomsten slecht zijn is het niet duidelijk welke zorgprocessen verbeterd moeten worden
Als 1 zorgproces goed gaat en een ander zorgproces slecht dan is dat niet zichtbaar in de uitkomst (compenseert waardoor uitkomst normaal/goed is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem 3 manieren waarop je indicatoren kan gebruiken

A

Intern gebruik - voor welzijn individu
Intern gebruik - geaggregeerd, ,inzicht in eigen patientenpopulatie
Extern gebruik - benchmark, vergelijken met anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 7 maatstaven voor goed gezondheidszorgsysteem

A

Kwaliteit
Kosten
Haalbaarheid
Efficientie
Patientvriendelijkheid
Aanvaardbaarheid
Gelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt het beredeneerd gedrag model in?

A

Gedrag wordt bepaald door intentie, wat wordt bepaald door:
- Attitude: mening en afweging voor- en nadelen
- Ervaren subjectieve norm: vinden anderen bepaald gedrag belangrijk en wat doen anderen zelf
- Waargenomen gedragscontrole: denk je dat je in staat bent gedrag te veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem 12 taken van de GGD

A

Collectieve en selectieve preventie
Toegang tot zorg bewaken en regie uitvoeren
Onderzoek doen/signaleren van ontwikkelingen binnen de gezondheid
Gezondheidsbescherming
Gezondheidsbeleid implementeren
Kwaliteitsborging
Innovatie
Infectieziektebestrijding
Medische milieukunde
Jeugdgezondheidszorg
Ouderenzorg
Geneeskundige hulp bij rampen en preventie hiervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem 6 aspecten om mee te nemen in besluitvorming

A

Effectiviteit
Doelmatigheid
Mogelijke negatieve gevolgen
Mogelijke alternatieven
Sociale haalbaarhieid
Financiele haalbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is indirecte standaardisatie?

A

Leeftijdsopbouw van referentiepopulatie, ‘echte’ sterftecijfer van populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is directe standaardisatie

A

Sterftecijfer van referentiegroep, leeftijdsopbouw studiepopulatie behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke ratio hoort er bij indirecte standaardisatie?

A

Standardized mortality ratio (SMR)

Verhouding waargenomen en verwachte sterfte (in dezelfde populatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke ratio hoort er bij directe standaardisatie?

A

Comparative mortality figure (CMF)

Verhouding verwachte en waargenomen aantal sterfgevallen in ref. populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de PAF en hoe bereken je deze?

A

Populatie attributieve fractie
Percentage aan sterfte wat toe te schrijven is aan een bepaalde gewoonte
PAF=(prev(RR-1))/(prev(RR-1)+1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de PIF en hoe bereken je deze?

A

Potentiële impact factor
((Prev.oud-prev.nieuw)(RR-1))/(prev.oud(RR-1)+1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Noem 5 aspecten die belangrijk zijn voor het identificeren van cases

A

Aard van de klachten/symptomen
Tijdstip van ontstaan klachten/symptomen
Duur van klachten/symptomen
Risicofactoren expliciet noemen
Achtergrondkenmerken/demografische gegevens/identificatiegegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het ICF-model?

A

International classification of functioning model

Ziekte/aandoening heeft effect op functioneren (functies en anatomische kenmerken, activiteiten, participatie).
Hierop hebben interne en externe factoren invloed

Leer ook het plaatje!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Noem de 3 criteria van WHO-age friendly cities

A

Gelijkheid
Inclusieve sociale omgeving
Toegankelijke fysieke omgeving/voorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke doelmatigheid wordt geaccepteerd bij ziektes?

A

80.000 per gewonnen QALY bij ernstige ziekte
50.000 per gewonnen QALY bij matige ziekte
20.000 per gewonnen QALY bij milde ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Noem 2 redenen waarom praktijkvariatie onwenselijk is

A

Praktijkvariatie wijst erop dat behandelbeslissingen zijn gebaseerd op voorkeuren van behandelaars
Praktijkvariatie wijst erop dat behandelkeuze niet gebaseerd is op richtlijnen, waardoor zowel onder- als overbehandeling ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Noem de top 5 van hoogste sterfte
Dementie Longkanker Beroerte Coronaire hartziektes COVID-19
26
Noem de top 5 ziektes met hoogste prevalentie
Nek- en rugklachten Artrose Angststoornissen Diabetes Visusstoornissen
27
Noem de top 5 hoogste DALY's
Coronaire hartziekten Beroerte Diabetes COPD Angststoornissen
28
Noem de top 3 hoogste sterfte wereldwijd
Cardiovasculaire aandoeningen Maligne nieuwvormingen Infectieuze en parasitaire ziektes
29
Noem de top 5 met de hoogste incidentie
Infectie bovenste luchtwegen Gastro-intestinaal Infectie onderste luchtwegen Letsel door prive/sport Influenza
30
Noem de 3 belangrijkste determinanten in vroegtijdige sterfte
Roken Ongezonde voeding Hoge bloeddruk
31
Noem 4 oorzaken hoge ziektelast (veel DALYs)
Hoge incidentie aantal sterfgevallen Sterfte op jonge leeftijd Hoge prevalentie van beperking en handicaps Ernst van beperking en handicaps
32
Hoe bereken je DALY's?
YLL (years of life lost) + YLD (years lived with disability)
33
Noem 4 indicatoren voor het meten van volksgezondheid
Ziekten en aandoeningen Functioneren en QoL Sterfte en doodsoorzaken Levensverwachting en gezonde levensverwachting
34
Noem de 6 aspecten voor een planmatige aanpak van volksgezondheidsproblemen
Absolute omvang/ernst Relatieve omvang/ernst Effectiviteit beschikbare maatregelen Doelmatigheid maatregelen Mogelijke negatieve gevolgen, sociale/financiële haalbaarheid Effectiviteit/doelmatigheid van alternatieven
35
Noem 5 fases van epidemiologische transitie
Tijdperk van hongersnood en epidemieën Tijdperk van afnemende pandemieën Tijdperk van degeneratieve en door de mens veroorzaakte aandoeningen Tijdperk van 'delayed degenerative disease' Tijdperk van 'emerging' en 're-emerging' infecties
36
Noem 4 oorzaken medicijntekorten
Beperkte voorraad Preventiebeleid zorgverzekeraars Lage medicijnprijzen Lage geneesmiddelenconsumptie
37
Noem 4 diagnostische middelen van de bedrijfsarts
Anamnese 4DKL vragenlijst Informatie van de leidinggevende Informatie over de werkomstandigheden
38
Welke 2 stappen dienen doorlopen te worden om te kijken of er sprake is van een uitbraak?
Vergelijk het waargenomen aantal ziektegevallen met het verwachte aantal voor die specifieke periode en locatie gebruikmakend van verschillende bronnen Zelfs als het huidige waargenomen aantal het verwachte aantal overschrijdt, dient men na te gaan of er veranderingen zijn (geweest) in: - Aangifteproces - Verandering in casusdefinitie - Gestegen interesse door bvb media-aandacht - Nieuwe en betere diagnostische methoden
39
Welke 3 stappen worden doorlopen als je hulp aanvraagt bij de gemeente?
Aanvraag bij online, telefonisch of fysiek loket, kan ook via huisarts Inventarisatie middels keukentafelgesprek Besluit: individuele indicatiestelling voor specifieke voorzieningen
40
Noem 5 voorwaarden voor screening tav ziekte
Belangrijk gezondheidsprobleem Natuurlijk beloop ziekte is bekend Er bestaat een algemeen aanvaardbare handelswijze Er is een herkenbare presymptomatische fase Voorzieningen voor het stellen van diagnose en behandeling zijn aanwezig
41
Noem 6 voorwaarden voor screening tav screening
De gebruikte methode is effectief De procedure is acceptabel voor de te screenen populatie Het is duidelijk wie behandeld moet worden Voordelen screening > nadelen screening Netto voordelen moeten opwegen tegen de kosten Aangeboden voorziening is structureel
42
Voor wie geldt de meldingsplicht?
Artsen en laboratoria Artikel 26 instellingen (verpleeghuis/bso) bij verschijnselen/potentieel gevaar
43
Hoe zit de meldingsplicht in elkaar?
A: melden bij vermoeden (MERS, pokken, polio, SARS, virale hemorrhagische koorts) B1, B2 of C: melden na vaststellen Overige ziektes: melden van ongewone verheffingen in praktijk
44
Wat is primaire preventie?
Bij gezonde personen
45
Wat is secundaire preventie?
Opsporen pre-/asymptomatisch stadium van ziekte
46
Noem 6 aspecten van de minimale interventie strategie
Motivatieniveau vaststellen Motivatie verhogen Barrières inventariseren en bespreken Startdatum verandering vaststellen Hulpmiddelen Follow-up en nazorg
47
Wat is de attack rate?
Exposed en daarbij ziek/totaal exposed
48
Noem 3 taken van maatschappelijke verantwoordelijkheid
Inzetten voor preventie Inzetten voor participatie Inzetten voor veilige, doelmatige, toegankelijke en duurzame zorg
49
Welke 4 categorieën kunnen bijdragen aan ziektelast?
Gedrag Persoonsgebonden Arbeid Milieu
50
Welke gedragsfactoren leiden tot ziektelast en hoeveel ziektelast leveren deze factoren op
Roken: 9,4% Ongezonde voeding: 8,1% Weinig beweging: 2,3% Alcoholgebruik: 1,5%
51
Welke persoonsgebonden factoren leiden tot ziektelast en hoeveel ziektelast leveren deze factoren op?
Hoge bloeddruk: 6,7% Hoge bloedsuikerspiegel: 6,6% Overgewicht: 3,7% Cholesterol: 0,9% Lage botdichtheid: 0,7%
52
Welke arbeidsfactoren leiden tot ziektelast en hoeveel ziektelast leveren deze factoren op?
Stoffen/omgeving: 3,0% Psychische belasting: 0,9% Fysieke beslasting: 0,7%
53
Welke milieufactoren leiden tot ziektelast en hoeveel ziektelast leveren deze factoren op?
Buitenmilieu: 3,5% Binnenmilieu: 0,5%
54
Wat is de levensverwachting van hoog-opgeleide vrouwen? En die van vrouwen met basisonderwijs? En wat is het verschil van levensverwachting in goede gezondheid?
Hoogopgeleid: 86 jaar Basis: 80 jaar Verschil in goede gezondheid: 20 jaar
55
Wat zijn de 6 stappen van het paradigma van Rose?
1: Verband blootstelling en respons 2: Bereken in elke categorie van blootstelling het RR op sterfte aan bepaalde ziekte en de AF 3: Wat is de verdeling van blootstelling in de populatie? 4: Bereken obv deze verdeling de sterfte in elke categorie 5: Bereken het aantal doden dat te wijden is aan de blootstelling (AF*sterfte)
56
Hoe bereken je de RR
Rates mensen met risicofactor/rates mensen zonder risicofactor
57
Hoe bereken je de AF?
(RR-1)/RR
58
Noem 2 voorwaarden wanneer Rose van toepassing is
Risico op ziekte stijgt met toenemende blootstelling Lage niveaus van blootstelling zeer veel voorkomend in populatie
59
Op welke 3 manieren kan je preventie indelen?
Ziekte als rode draad Aangrijpingspunt Doelgroep
60
Welke indeling bestaat er bij ziekte als rode draad voor preventie?
Primair Secundair Tertiair
61
Welke indeling bestaat er bij het aangrijpingspunt van preventie?
Gezondheidsbescherming Gezondheidsbevordering Ziektepreventie
62
Welke indeling bestaat er bij de doelgroep van preventie?
Universele preventie Selectieve preventie Geïndiceerde preventie Zorggerelateerde preventie
63
Wat is universele preventie?
Preventie in de algemene bevolking
64
Wat is selectieve preventie?
Bevolkingsgroepen met verhoogd risico
65
Wat is geïndiceerde preventie?
Beginnende klachten
66
Wat is zorggerelateerde preventie?
Voorkomen complicaties en beperkingen
67
Welke 2 vormen van luchtvervuiling zijn er?
Fijnstof Stikstofoxide
68
Wat is de afkapwaarde voor geluidsoverlast
60dB
69
Noem 7 functies van een milieuarts
Vragen van bewoners, gemeenten en scholen Beleidsadvisering en risicobeoordeling Collegiaal consult huisarts, bedrijfsarts, internist Risicocommunicatie en voorlichting Samenwerking team: verpleegkundigen en adviseurs Incidenten met gevaarlijke stoffen Onderzoek, ook in samenwerking met erasmus MC
70
Wat is het verschil tussen een hazard en een risk
Hazard heeft de potentie om je pijn te doen Risk is de kans dat een hazard je pijn doet
71
Wat zijn de 6 A's van arbeidsomstandigheden
Arbeidsinhoud (fysieke belasting) Arbeidsomstandigheden (werktempo/druk) Arbeidsverhoudingen (onderlinge relaties) Arbeidsvoorwaarden (werktijden/beloning) Arbeidsperspectief Arbeidszingeving
72
Wat houdt de arbowet in?
Geeft kaders voor goede arbeidsomstandigheden
73
Welke wetten zijn er in de arbeid?
Arbowet Arbeidstijden wet Wet arbeid en zorg
74
Wat houdt de arbeidstijdenwet in?
Uren/week Kinderarbeid Nachtwerk
75
Wat houdt de wet arbeid en zorg in?
Het combineren van werk en zorgtaken, zoals zwangerschapsverlof, bevallingsverlof en zorgverlof
76
Wat is de arbovisie 2040?
0 mensen overleden door slechte arbeidsomstandigheden
77
Noem 5 aspecten van planmatige gezondheidsvoorlichting
Analyse volksgezondheid Analyse risicofactoren Analyse determinanten van gedrag Ontwikkeling interventie Implementatie en disseminatie van interventie
78
Welke 2 theorieën zijn er van gedragsverandering
Health belief model Beredeneerd gedrag model
79
Hoe werkt het health belief model?
Ervaren gezondheidsdreiging Evaluatie of eigen gedrag dreiging kan verminderen
80
Wat is het ANGELO raamwerk?
Voor fysieke, economische, politieke en socioculturele omgevingen zijn er micro en macroniveaus
81
Wat is het sociaaleconomisch model?
Omgeving heeft invloed op attitude, ervaren subjectieve norm en waargenomen gedragscontrole
82
Waarom is publieke gezondheid in de geschiedenis ontstaan?
Goede gezondheid zorgt voor sterke burgers in de oorlog
83
Noem 3 veranderingen van surveillance medicine
Vroege opsporing in normale populaties Ziekte wordt ook een sociaal concept Vanaf jaren 60: risicofactoren
84
Noem 3 verschillen tussen het oude model en surveillance medicine
Ziekte obv symptoms, sign, illness vs afwijking binnen normale populatie Meer acute ziekte vs toekomst/dynamisch Lokalisatie in lichaam vs steeds meer los van lichaam
85
Noem 2 aspecten van surveillance medicine
Disciplinering Medicalisering
86
Op basis van welke 5 kenmerken is het boek the sigarette century geschreven?
Culture Science Politics Regulation Globalisation
87
Wat was de reactie van de tabaksindustrie toen in de jaren 50 een correlatie tussen roken en longkanker werd gevonden?
Ze namen zelf de wetenschap over en deden zelf onderzoeken
88
Noem 2 argumenten die de rooklobby gebruikte in de jaren 50
Correlatie tussen roken en longkanker is nog steeds vaag Mensen moeten zelf bepalen of ze willen roken
89
Noem 3 argumenten die de antirooklobby gebruikte in de jaren 50
Roken is slecht voor de gezondheid en moet gereguleerd worden door de overheid Roken doet schade aan niet-rokers Roken doet schade aan onschuldige kinderen
90
Waardoor is het aantal rokers gedaald?
Niet door wetenschappelijke kennis, maar door sociaal-maatschappelijke context
91
Onder welke wet valt de jeugdgezondheidszorg?
Wet publieke gezondheid (wpg), maar wel veel overlap met andere wetten
92
Noem 4 pijlers van de JGZ
Basis medische zorg Rijksvaccinatieprogramma Monitoren ontwikkeling Opvoedondersteuning
93
Noem 6 delen van basis medische zorg binnen jgz
Hielprik Lengte Gehoor Zicht Hart Heup
94
Noem 6 medewerkers bij de jgz
Jeugdarts Jeugd vpk Assistente Pedagoog Peuterconsulente Ondersteunende diensten
95
Wanneer valt iets onder de wbo?
Onderzoek voor de gehele bevolking/categorie daarvan Ten behoeve van te onderzoeken personen Opsporen van ziekten/risicofactoren
96
Wanneer is een screening meldingsplichtig binnen de wbo? Hoe werkt de acceptatie hiervan?
Met ioniserende straling Naar kanker Voor ziekten zonder behandeling/preventie Aanvraag bij wbo commissie van de gezondheidsraad, minister neemt besluit
97
Wat is het centraal ethisch dilemma binnen de screening?
Autonomie/vrijheden van burgers vs weldoen/beschermen volksgezondheid
98
Noem de 5 uitgangspunten van de criteria van wilson en junger
Belangrijk gezondheidsprobleem Nut: voordelen wegen op tegen nadelen Betrouwbaar + valide testinstrument Respect voor autonomie Doelmatig gebruik van middelen
99
Welke soort screening is echt verboden?
Late-onset screening bij kinderen/neonaten
100
Wat is positieve gezondheid?
Het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van verschillende uitdagingen in het leven
101
Noem 9 doelen van gezondheidsbeleid in public health
Opsporing en preventie van ziekte/gezondheidsrisico's Signaleren van ontwikkelingen in gezondheid/determinanten Gezondheidsbevordering Gezondheidsbescherming Geneeskundige hulp bij en preventie van rampen Integraal gezondheidsbeleid Innovatie Kwaliteitsborging Toegang tot zorg borgen
102
Wat zijn de 5 belangrijkste zorgstelselwetten
Wet publieke gezondheid (wpg) Wet maatschappelijke ondersteuning (wmo) Jeugdwet (jw) Zorgverzekeringswet (zvw) Wet langdurige zorg (wlz)
103
Wat is de wet publieke gezondheid?
Gemeente moet een ggd in stand houden 1 ggd per veiligheidsregio
104
Wat is de wet maatschappelijke ondersteuning?
Mensen met een beperking zo lang mogelijk thuis laten wonen
105
Wat is de jeugdwet?
Gericht op voorkomen/hulp bij opvoedproblemen
106
Wat is de wet langdurige zorg
Verplichte verzekering Blijvend de hele zorg dichtbij/permanent toezicht Eigen bijdrage 10% van inkomen
107
Noem de 3 fasen van het zorgstelsel in historisch perspectief en welke wetten/ontwikkelingen horen hierbij?
Toegankelijkheid (ziekenfondsenbesluit, ziekenfondsenwet) Kostenbeheersing (wet ziekenhuisvoorzieningen, wet tarieven gezondheidszorg) Doelmatigheid (voorstellen commissie Dekker, begin stille revolutie ziekenfondslang, zorgverzekeringswet)
108
Noem 3 manieren waarop gereguleerde concurrentie terugkomt in ons zorgsysteem
Tussen verzekeringen Tussen zorgaanbieders Wettelijk kader
109
Hoe werkt de financiering van de zvw?
45% is premie, 50% voor het vereveningsfonds door de inkomstafhankelijke bijdrage en 5% rijksbijdrage aan het vereveningsfonds voor de dekking van 18-
110
Wat is een collectiviteit?
Groep met korting bij zorgverzekering
111
Noem 3 financiele prikkels in ons zorgstelsel voor verzekerden
Wettelijk eigen risico Wettelijke eigen bijdrage Lagere vergoeding niet-gecontracteerde zorg
112
Noem 2 prikkels voor doelmatigheid voor verzekeraars
Keuzevrijheid verzekerden Financieel risico
113
Noem 4 instrumenten voor doelmatigheid
Selectief contracteren van zorgaanbieders Lagere vergoeding tav contracten en bekostiging Aanvullende voorwaarden (second opinion) Managen van zorg (zorgbemiddeling)
114
Noem 4 varianten van zorgbekostiging
Per consult/verrichting Per zorgbundel Per verzekerde Vast bedrag/periode
115
Wat is de mededingingswet?
Van toepassing op alle vrijgevestigde dokters Verboden om onderling afspraken te maken over tarieven/marktverdeling (behalve afspraken over kwaliteit)
116
Noem 3 redenen waarom het een probleem is als er geen risicoverevening is
Verminderde kwaliteit van zorg (verzekeraars geen prikkel) Verminderde doelmatigheid (risicoselectie voordeliger dan investeren in doelmatigheid) Verminderde risicosolidariteit (specifieke groepen bij specifieke verzekeraars)
117
Noem 6 indicatoren van kwaliteit van zorg
Safe Effective Patient-centered Timely Efficient Equitable
118
Noem 3 voordelen en 2 nadelen van het gebruik van procesmaten
Voordelen: - Geven direct suggesties voor verbetering - Koppelen evidence-based zorg - Niet zo gevoelig voor populatie Nadelen: - Deel van de zorg, niet geheel - Minder relevant voor patient
119
Noem 2 voordelen en 3 nadelen van het gebruik van uitkomstmaten
Voordelen: - Relatief makkelijk te verzamelen - Relevant voor patienten Nadelen: - Slechte zorg gecompenseerd met goede zorg - Geven geen idee wat precies slecht gaat - Gevoelig voor case-mix en toevalsvariatie
120
Welke 2 statistische methoden kan je gebruiken bij onzekerheid?
Random effect modellen: combineren uitkomst 1 ziekenhuis met uitkomst hele populatie Rankability: combineert grootte verschillen met onzekerheid
121
Wat is case-mix?
Verschillen in karakteristieken patientengroepen
122
Noem 4 vormen van toegankelijkheid?
Geografische Tijdige Culturele Financiële
123
Noem 3 oorzaken voor oplopende wachttijden
Meer vraag/verwijzingen Personeelstekorten Budgetplafonds
124
Noem 7 maatstaven voor een succesvol gezondheidssysteem
Kwaliteit Kosten Haalbaarheid Efficiëntie Patientvriendelijkheid Aanvaardbaarheid Gelijkheid
125
Noem 4 mogelijke vormen van beleid voor hiv in sub-sahara afrika
Voortzetten huidig beleid Taakverschuiving Decentralisatie Integratie
126
Hoe kan je de levensverwachting berekenen?
Eerst algemene berekening geleefde jaren in interval: duur interval*(aantal personen begin+aantal personen eind)/2 Daarna totaal te leven jaren/totaal aantal mensen
127
Wanneer kan er een CAK regeling getroffen worden?
(gedeeltelijk) onbetaalde rekening Patient is onverzekerd en onverzekerbaar Medisch noodzakelijke zorg Zorg is onderdeel zvw of wlz
128
Wat is value based healthcare?
Maximizing patient value, ie patient health outcomes per dollar spent
129
Wat is de procedure bij overlijden?
Lijkschouw: vaststellen overlijden Verklaring A: verklaring van natuurlijke dood Verklaring B: voor CBS (doodsoorzaak)
130
Wanneer moet je een gemeentelijk lijkschouwer erbij halen?
Niet-natuurlijke dood Minderjarige
131
Wat schrijf je op de B-verklaring bij 1. en 2.?
1. a t/m c: keten die tot dood heeft geleid, met c het grondlijden 2. bijkomstige factoren die niet direct invloed hadden op overlijden
132
Welke groepen middelen horen bij de top 3 middelen waarbij de meeste medicatiegerelateerde schade voorkom?
Antistolling Anti-infectie middelen Middelen bij maligniteit
133
Wat is het verschil tussen safety-I en safety-II?
Safety-I kijkt vooral naar verbetering wanneer iets fout gaat, safety-II kijkt ook naar de momenten wanneer het goed gaat en wat daaruit te leren valt
134
Wat is FRAM?
Functional resonance analysis method: the work as done vergelijken met the work as imagined
135
Waar moet een casusdefinitie uit bestaan?
Persoon Plaats Symptomatologie Tijd
136