Week 11

Question 1

Wat is klinisch een psychose?

Answer 1

Een verstoord realiteitsbesef. Hierbij zijn vaak:
* wanen
* hallucinaties
* desorganisatie van denken en/of spreken
* desorganisatie van gedrag.

Question 2

Welke typen wanen zijn er (7)?

Answer 2

1. Betrekkingswaan
2. Religieuze waan
3. Paranormale waan
4. Beinvloedingswaan
5. Paranoide waan
6. Grootheidswaan
7. Nihilistische wanen

Question 3

Waaruit bestaat een beinvloedingswaan?

Answer 3

Bijvoorbeeld de gedachten dat andere mensen je gedachten kunnen lezen en beinvloeden.

Question 4

Wat zijn de 3 symptoomclusters van schizofrenie?

Answer 4

1. Positieve symptomen
2. Cognitieve problemen
3. Negatieve symptomen

Question 5

Wat zijn de positieve symptomen van schizofrenie?

Answer 5

• Wanen
• Hallucinaties
• Gedesorganiseerd spreken (en denken)
• Gedesorganiseerd gedrag

Question 6

Wat zijn de negatieve symptomen van schizofrenie?

Answer 6

• affectieve vervlakking
• initiatief verlies (=avolitie)
• traag denken
• anhedonie
• verwaarlozing en sociale terugtrekking

Question 7

Wat zijn de cognitieve problemen bij schizofrenie?

Answer 7

• Aandacht
• (werk)geheugen
• verwerkingssnelheid
• leren

Question 8

Wat is de benaming van iemand met positieve symptomen korter dan een maand?

Answer 8

Kortdurende psychotische stoornis

Question 9

Wat is de behandeling van schyzofrenie?

Answer 9

Meestal antipsychotica, daarnaast: ECT, rTMS, psycho-educatie.

Question 10

Wat is het syndroom van Rett?

Answer 10

Meisjes hebben een normale ontwikkeling tot 5 a 18 mnd, maar daarna is er plotseling regressie met verlies van vaardgheden, ataxie en dwangmatige hadbewegingen. 80% heeft epilepsie. Bijkomende symptomen:
* psychomotore retardatie en vaak thoracale scoliose
* afname van de schedelomtrek met neuronenverlies en cortex atrofie.
Oorzaak: de novo mutatie MeCP2-gen.

Question 11

Wat is de DSM-5 criteria van autisme?

Answer 11

A. Persisterende deficienties in de sociale communicatie
B. Beperkte, repetitieve gedragspatronen
C. De symptomen zijn aanwezig in de vroege ontwikkelingsperiode
D. De symptomen veroorzaken significant lijden
E. De stoornissen kunnen niet anders beter verklaard worden.

Question 12

Welke 3 theorien proberen de oorzaak van autisme te verklaren?

Answer 12

• Theory of mind: mindblindnes -> mentalizing lukt niet, het lukt niet om gedrag of gevoelens van andere te interpreteren.
• Zwakke centrale coherentie: het lukt niet om van fragmenten een geheel te maken.
• Executieve functies zijn gestoord waardoor plannen en organiseren moeilijker is maar er ook minder flexibiliteit is.

Question 13

Wat is fonologie?

Answer 13

de klankleer

Question 14

Wat is semantiek?

Answer 14

dit is kennis van de betekenis van woorden en zinnen

Question 15

Wat is morfologie?

Answer 15

Dit zijn kleine stukjes die aan het woord worden toegevoegd die de betekenis van het woord veranderen.

Question 16

Wat is syntaxis?

Answer 16

De opbouw, structuur en volgorde van de taal die de betekenis van de zin kunnen veranderen.

Question 17

Wat is pragmatiek?

Answer 17

Dit zijn de regels voor communicatie (ook non-verbaal).

Question 18

Wat zijn de spreeknormen voor een 1 jarige, 2 jarige en 3 jarige?

Answer 18

1: enkele makkelijke woordjes
2: zinnen van twee woorden
3: hele zinnen kunnen spreken die meer grammaticaal correct zijn.

Question 19

Wat is de DSM-5 van taalstoornissen?

Answer 19

1. Het taalniveau is beduidend lager dan het non-verbale intelligentieniveau, vergelijking van de taaltest vergeleken met de non-verbale intelligentietest.
2. De taalproblemen interfereren met schoolresultaten of sociaal functioneren.
3. Als er ook andere problemen spelen, zijn de taalproblemen erger dan daarbij verwacht wordt.

Question 20

Waarop moet getest worden bij een taalprobleem?

Answer 20

gehoor en ASS.

Question 21

Waar staat ESM voor?

Answer 21

ernstige spraak- en taalmoeilijkheden

Question 22

In welke 3 vormen kunnen taalstoornissen onderscheiden worden?

Answer 22

• Expressieve taalstoornis: beperkte woordenschat, woordvindingsproblemen, foute vervoegingen en niet passende zinsbouw (begrip is wel goed).
• Gemengd receptieve-expressieve taalstoornis: problemen met het begrijpen van woorden, zinnen of specifieke begrippen.
• Sociale communicatiestoornis (pragmatiek): sociaal gebruik van taal is lastiger.

Question 23

Wat is de behandeling vaan taalstoornissen?

Answer 23

• psycho-educatie
• gerichte taalstimulering
• ouderbegeleiding
• schoolaanpassing

Question 24

Wat is de sociale communicatie stoornis?

Answer 24

De communicatie is hier gestoord doordat er een taalstoornis is in de sociale context.

Question 25

Wat is de DSM-5 van de sociale communicatie stoornis?

Answer 25

A. Persisterende moeite met het sociale gebruik van verbale en non-verbale communicatie.
B. De deficienties leiden tot functionele beperkingen in de effectieve communicatie, sociale participatie, sociale relaties, schoolresultaten of werkprestaties, elk afzonderlijk of in combinatie.
C. Het begin van de symptomen ligt in de vroege ontwikkelingsperiode.
D. De symptomen kunnen niet worden toegeschreven aan een somatische aandoening of aan geringe vaardigheden op gebied van woordstructuur of taal.

Question 26

Wat is het verschil tussen taal- en spraakstoornissen?

Answer 26

Bij spraakstoornissen begrijpt het kind de taal wel, maar kan het niet uitten.

Question 27

Welke twee soorten spraakstoornissen zijn er?

Answer 27

Spraakklank stoornis (fonolische stoornis) en stoornis in spraak-vloeiendheid (stotteren).

Question 28

Wat zijn de voorwaarden van dyslexie?

Answer 28

• Er moet didactische scheefgroei zijn
• Er moet een hardenkkigheidscriterium/didactische resistentie zijn
• Het moet pas vastgesteld worden vanaf groep 4
• Het moet geconstateerd worden door een bevoegd professional.

Question 29

Wat is afasie?

Answer 29

Stoornis van taalbegrip en taalproductie, door een laesie in de dominante hemisfeer.

Question 30

Wat is dysartrie?

Answer 30

Stoornis van het spreken, door niet optimaal functioneren van de spieren. Door een laesie in het centrale of perifere zenuwstelsel.

Question 31

Wat is parafasie?

Answer 31

Vervaning van een klank (fonematisch) of van betekenis (semantisch).

Question 32

Wat is neologisme?

Answer 32

Het gebruik van niet-bestaande woorden, waarbij het doelwoord onherkenbaar is.

Question 33

Wat is recurring utterances?

Answer 33

Gebruik van terugkerende stereotype uitingen.

Question 34

Wat is palilalie?

Answer 34

Te snelle, soms onverstaanbare spraak.

Question 35

Welke vier vormen van dysartrie zijn er (opgedeeld in de aspecten van spraak)?

Answer 35

1. Bulbair: nasale spraak, slap en hypotoon.
2. Extrapiramidaal: zwak, monotoon, weinig articulatie en palilalie.
3. Pseudobulbair: weinig melodie, onscherpe medeklinkers, de spraak klinkt geknepen en hypertoon.
4. CerebellairL gescandeerd, gestoorde melodie met uitschieters.

Question 36

Waar zorgt het gebied van Wernicke voor?

Answer 36

Het begrijpen van taal. Wernicke afasie zorgt voor een sensorische afasie. De pt spreekt veel en vleoiend met intacte zinsmelodie. De spraak is echt inhoudsarm.

Question 37

Waar zorgt het gebied van Broca voor?

Answer 37

Het produceren van taal. Broca afasie geeft expressieve afasie. Dit uit zich gestoorde zinsopbouw met telegramstijl en woordvindstoornissen.