Week 2 C&M Flashcards
(14 cards)
wat is aanbiedersconcentratie aan de ene kant en redactionele concentratie aan de andere kant ten aanzien van kranten?
aanbiedersconcentratie is dat steeds meer kranten gaan samenwerken onder één uitgever.
Redactionele concentratie is wanneer het aantal dagblad titels daalt doordat de redacties samen één dagblad uitbrengen.
Wat is een reden voor het financieel versterken van de pers?
waarborgen van een pluriform aanbod
Binnen welk spanningsveld ten aanzien van regulering bevinden persondernemingen zich?
tussen de (grondrechtelijke) vrijheid van meningsuiting van art. 10 EVRM en art 7. Gw en de privaatrechtelijke reguleringen door bijv. het BW en de Mediawet.
Op welke manier kunnen concentraties binnen de Nederlandse dagbladenmarkt getoetst worden?
Door de inwerkingtreding van een nieuwe Mededingingswet zal in veel gevallen een wettelijke toetsing van voorgenomen concentraties in de Nederlandse dagbladenmarkt kunnen plaatsvinden door de Nederlandse Mededingingsautoriteit. m.b.t. de pers gaat het dan om een beoordeling van horizontale en verticale prijsafspraken tussen persondernemingen ten aanzien van dagbladen.
Wat is een redactiestatuut?
Het redactiestatuut kan worden aangeduid als een overeenkomst tussen de uitgever en de redactie waarin de identiteit van het dagblad wordt vastgelegd.
Het is een vorm van zelfregulering binnen een bedrijfstak. De redactie houdt zich bezig met het tot stand brengen van de overeengekomen inhoud en de uitgever onthoudt zich van inmenging in de inhoud van het dagblad.
Het versterken van de invloed van de redactie ondersteunt de instandhouding van een aantal zelfstandige dagbladtitels
Het redactiestatuut kan een fusie of overname niet altijd voorkomen. Volgens het redactiestatuut zal dit echter niet gaan zonder een voorafgaand diepgaand overleg met de hoofdredactie en redactie.
Als een uitgever met toestemming van de journalist een artikel in de krant heeft geplaatst, mag deze dan zonder toestemming van de journalist herplaatst worden op het internet?
Anders dan werknemers hebben freelancers in beginsel het auteursrecht over de door hen geschreven artikelen. Via licentie of overdracht van het auteursrecht verlenen zij aan de uitgever toestemming om het te publiceren. De vraag is dan of de (vaak stilzwijgend) verleende licentie ook toestemming biedt voor verspreiding over het internet.
In een uitspraak van de RB AMS oordeelde de Rb dat het publiceren op internet zelfstandige vormen van verveelvoudiging is, waarvoor afzonderlijke toestemming vereist is. In 2002 werd deze lijn verder uitgewerkt door de Rb Utrecht. Het op een schijf intern toegankelijk archiveren werd als voorzienbaar voor de journalisten geacht, omdat ze hier wetenschap van hadden. Gelet hierop werd geoordeeld dat de licentie zich hier ook over uitstrekte. Anders was het voor de niet voor de journalisten te voorziene opname van de artikelen bij de Nederlandse Pers Databank en het onderbrengen daarvan bij externe derde. Dit moest wel worden gezien als hergebruik. Omdat dit niet voorzienbaar was en geen expliciete toestemming was gemaakt, was dit in strijd met het auteursrecht van de journalisten.
Als men een dienende taak van de pers ten opzichte van het publiek als uitgangspunt neemt, dan kan de vraag gesteld worden of het publiek invloed op de inhoud van de persproducten en toegang tot de pers moet kunnen hebben. Hoe zou een burger inspraak binnen de pers kunnen krijgen.
Ten eerste kan de burger zelf een krant beginnen en uitgeven, al is dit voor veel burgers geen reële optie.
Ten tweede kan een burger zijn abonnement opzeggen. Dit zal echter niet snel invloed hebben op de inhoud van het persproduct.
Ten derde kunnen burgers vaak via een rubriek hun mening laten horen in het persproduct.
De Nederlandse pers is ten opzichte van het publiek dus er autonoom. Om de communicatievrijheid niet alleen persvrijheid te laten zijn, moeten voorwaarden geschapen worden om recht te doen aan het publiek. Het recht van antwoord dat in bepaalde andere landen bestaat kan als een voorwaarde daaraan recht doen.
noem grondslagen van de vrijheid van meningsuiting.
- zelfverwezenlijking;
- zelfontplooiing;
- het vinden van de waarheid
- het belang van stabiliteit;
- het belang van maatschappelijke integratie;
- het belang van democratie.
Wanneer is de mededingingswet niet van toepassing op een persconcentratie?
Als de concentratie onder het toezicht van de Europese Commissie valt.
Waar gaat het Sunday Times-arrest van het HvJ over?
- art. 10 EVRM.
- Beperking vrijheid van meningsuiting à twee voorwaarden: (ro. 49)
- Recht waarop beperking berust dient kenbaar te zijn
Norm kan alleen als wet worden beschouwd wanneer deze met voldoende precisie is geformuleerd
Beperking nodig in democratische samenleving à staten beleidsvrijheid, maar niet onbegrensd: nationale beleid moet verenigbaar zijn met verdragsverplichtingen (ro 59)
Beperking nodig in democratische samenleving: (ro. 62)
Beantwoordt aan dringende maatschappelijke behoefte
Evenredig is aan wettige nagestreefde doel
Ter rechtvaardiging aangevoerde gronden zijn relevant en voldoen aan art. 10 lid 2 EVRM
Wat is de kern van het Ashby Donald arrest?
Het EHRM heeft voor het eerst in Ashby Donald e.a./ Frankrijk in een auteursrechtelijke kwestie volledige noodzakelijkheids- en proportionaliteitstoetsing voorgeschreven. Dat is het gevolg van de vaststelling van het EHRM dat een veroordelend vonnis op basis van een auteursrechtelijke inbreuk, de communicatievrijheid zoals neergelegd in art. 10 EVRM kan beperken.
Het arrest Ashby Donald betekent dat het niet langer voldoende is om voor het antwoord op de vraag of een auteursrechtelijke beperking van toepassing is, de in die wettelijke beperkingen neergelegde criteria na te lopen, maar dat het - indien een gevoerd verweer daartoe aanleiding geeft - eveneens vereist is aan te duiden op welke wijze aan de noodzakelijkheids- en proportionaliteitstoetsing van artikel 10 lid 2 EVRM wordt voldaan. Getoetst moet dan worden of de op basis van het auteursrecht genomen maatregel noodzakelijk is in een democratische samenleving en voldoet aan de eisen van proportionaliteit zoals geformuleerd in artikel 10 lid 2 EVRM.
Zo leert Ashby Donald ons dat (de handhaving van) het auteursrecht, door bijvoorbeeld het opleggen hoge boetes, onder omstandigheden een disproportionele beperking van de uitingsvrijheid kan vormen, zeker wanneer sprake is van werken waarvan de publicatie bijdraagt aan het maatschappelijk debat.
Wat houdt de verticale communicatievrijheid in?
grondrechten zien op verticale relatie tussen overheid en burger. Klassieke invulling: overheid mag niet van tevoren ingrijpen in communicatieproces (censuurverbod). Ook positieve verplichtingen -> gunstige omstandigheden creëren t.b.v. voorspoedig verloop communicatieproces en bevorderen pluriform informatieaanbod.
-Mediawet
-Stimuleringsfondsen omroep en pers
In beginsel bestaat er een grote vrijheid om meningen te uiten/ontvangen/vergaren Zelfs uitingen die verontrusten, kwetsen of choqueren vallen onder deze vrijheid (Sunday Times arrest), maar er zijn ook grenzen. Hoe zien die eruit?
- 7 (lid 1 en 3) GW: ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’
- 10 lid 2 EVRM: ‘formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.