Week 3 hoorcollege

Question 1

wat regelt het sympathische zenuwstelsel en het parasympatische zenuwstelsel

Answer 1

het sympathische regelt het vecht-vluchtreactie en parasympathische regelt de ontspanning

Question 2

wanneer word het dorsaal vagaal complex geactiveerd

Answer 2

situaties van extreme bedreiging of hulpeloosheid

Question 3

wat doet het sympatisch zenuwstelsel

Answer 3

controleert vecht of vluchtreactie

Question 4

wat doet het ventraal vagaal complex

Answer 4

komt alleen bij zoogdieren voor, en regelt de werking van de gezichtsspieren.

Question 5

het vagale systeem en in welk zenuwstelsel ligt het

Answer 5

de aansturing van de hersenen naar het hart. Het geeft aan of het hart sneller of langzamer moet pompen. In het parasympatisch zenuwstelsel

Question 6

wat hebben mensen met verhoogd vagale systeem over het algemeen

Answer 6

meer positieve emoties en meer plezier in sociale interacties. Minder negatieve emoties in stressvolle taken

Question 7

belichaming

Answer 7

lichamelijke reacties vormen emoties, gedachten, gedrag.

Question 8

somatic marker hypothese

Answer 8

we hebben informatie van ons lichaam nodig als guide voor gedrag

Question 9

waarbij zijn de achterhersenen betrokken

Answer 9

bij fundamentele fysiologische processen zoals slaap en ademhalen en motorische coördinatie

Question 10

waarbij zijn de voorhersenen betrokken

Answer 10

zintuigelijke informatie, geheugen en biologische functies zoals seks en lichaamstemperatuur

Question 11

waar zit de amygdala

Answer 11

bij het limbisch systeem in de voorhersenen

Question 12

zintuigelijke informatie gaat langs drie paden: striatale gebied, hersenschors en limbisch systeem. Wat gebeurd er in die gebieden

Answer 12

striatale gebied: bewegingsstroom
hersenschors: gedachtestroom
limbisch systeem: emotiestroom

Question 13

waar ligt het striatale gebied

Answer 13

In het limbische gedeelte

Question 14

waar ontstaat de ervaring van emoties

Answer 14

in het limbisch systeem

Question 15

wat is de rol van de amygdale in de verwerking van emoties

Answer 15

het is betrokken bij de detectie van bedreigingen en het initiëren van emotionele reacties

Question 16

bij wat voor emoties is de amygdala actief

Answer 16

De amygdala reageert vooral op de emotionele intensiteit van een stimulus, ongeacht of deze goed of slecht is.

Question 17

wat speelt een rol in het principe van willen en houden van

Answer 17

dopamine-activatie

Question 18

waar zijn opiaten belangrijk voor

Answer 18

bij het ervaren van genot met motivatie

Question 19

waar is dopamine verantwoordelijk voor

Answer 19

het opnieuw willen ervaren van een genot gevoel. Beloningssysteem activeren met motivatie.

Question 20

waarvoor is het hersengebied de anteriorinsula belangrijk

Answer 20

voor empathie voornamelijk in fysieke context. Ook bij pijn

Question 21

wat doet het hersengebied periaquedactueel grijs

Answer 21

actief bij het ervaren van pijn en negatieve emoties. Het geeft opiaten af die de pijn verminderen

Question 22

waarbij is de dorsolaterale prefrontale cortex betrokken

Answer 22

planning en actie

Question 23

waarbij is de anterieure cingulate cortex betrokken

Answer 23

bepalen van onaangenaamheid van pijn en neemt discrepantie waar tussen huidige toestand en gewenste toestand.

Question 24

waar is het orbitofrontale gebied bijbetrokken (emotieregulatie)

Answer 24

bij representatie van doelen en beloning.

Question 25

waar is het mediale prefrontale gebied bij betrokken (emotieregulatie)

Answer 25

bij empathie sociale context, zelfrepresentatie en beloning

Question 26

wanneer is de prefrontale cortex actief

Answer 26

Is actief bij cognitieve en emotionele functies

Question 27

criterium van rationaliteit

Answer 27

overtuigingen en waarderingen die emoties ondersteunen komen overheen met gebeurtenissen in de wereld.

Question 28

waarom word er ondersteld dat emoties rationeel zijn

Answer 28

omdat ze mensen helpen adaptief te reageren op de omgeving. Dit is niet altijd het geval

Question 29

emoties zijn lokaal rationeel, wat betekend dat

Answer 29

dat ze alleen rationeel zijn met betrekking tot specifieke situaties, niet globaal

Question 30

organisatorische signalen en informatieve signalen in de hersenen over emoties

Answer 30

organisatorische signalen: automatisch, niet bewust niveau. Zorgt voor fysiologische verandering om tot actie over te gaan informatieve signalen: je maakt mentale modellen van situaties, wat weet je over de situatie die je nu ziet.

Question 31

affect illusion model

Answer 31

emoties integreren in een cognitieve taak om ons beoordelingsvermogen te beïnvloeden

Question 32

affect infusion model

Answer 32

emoties of stemmingen die samensmelten met cognitieve taken om oordelen te beïnvloeden. (vb: een positieve emotionele ervaring bij een film waardoor je een nieuwe film van die regisseur ook positief beoordeelt. Zonder de details te kennen)

Question 33

affect als informatie

Answer 33

emoties kunnen zelf informatief zijn. Het helpt sociale interacties te begrijpen.

Question 34

emotie congruentie hypothese

Answer 34

stemmingen en emoties beïnvloeden onze waarneming. Als je positieve stemming hebt zul je eerder positieve woorden horen en met een negatieve stemming identificeer je negatieve woorden sneller. Dit kan ook met objecten zoals in neutrale objecten een vuurwapen zien als je boos bent

Question 35

constructietheorie van barlett

Answer 35

herinneringen worden elke keer opnieuw gewijzigd als ze opgehaald worden. De herinnering is geen exact kopië van de gebeurtenis

Question 36

waarom zijn ooggetuigenverklaringen soms fout

Answer 36

herinneringen aan stressvolle gebeurtenissen zijn onderhevig aan reconstructie. vb door overeenstemming van emoties bij de ontvanger met die van de boodschap zelf

Question 37

moraliteit

Answer 37

vooroordelen over goed en kwaad, over karakter en deugd, die de basis vormen van het sociale leven

Question 38

het vermogen tot samenwerken van de mens in twee fases

Answer 38

- gedeelde intentionaliteit: wij- doelen in plaats van ik-doelen, emoties van liefde en vriendelijkheid - collectieve intentionaliteit: mensen handelen samen in groepen en zo worden er culturele en moraliteit gevormd

Question 39

dispositietheorie

Answer 39

neiging om fictieve personages die zich goed gedragen leuk te vinden en hekel hebben aan personages die zich slecht gedragen.

Question 40

poëtische rechtvaardigheid

Answer 40

een goede personage krijgt vergelding voor een fout of slechte personage wordt gestraft

Question 41

waar is de prefrontale cortex bij betrokken bij emotionele regulatie

Answer 41

het zorgt voor rationele besluitvorming en beheersing van impulsen

Question 42

waar is GABA bij betrokken

Answer 42

het remmen van impulsen