week 4 Flashcards
(4 cards)
1
Q
wabe & mh müller handel
A
- neutraliteitsbeleid vormt geen direct onderscheid. mits op algemnee en niet- gedifferentieerde wijze wordt uitgevoerd.
- indirect op godsdienst gebaseerd geschil kan gerechtvaardigd worden als:
1. neutraliteitsbeleid beantwoord aan een werkelijke behoefte van werkgever.
2. beleid wordt coherent en systematisch nagestreefd.
3. verbod gaat niet verder dan noodzakelijk.
2
Q
tweetalig onderwijs
A
- art. 7 Awg.
- indirect onderscheid toelating tot school.
- noodzakelijkheid niet voldoende aangetoond.
3
Q
Eweida e.a. t. VK
A
- eweida: het verbod op dragen kruisketting was niet proportioneel. en geen compensatie leidde tot inbreuk van art. 9 EVRM.
- Chaplin: verbod op dragen kruisketting had legitiem doel. ruime margin of appreciation, geen schending art. 9 in combinatie met art. 14 EVRM.
- Ladele: ontslaan diende legitiem doel, ruime margin of appreciation geen schending art. 9 jo. 14 EVRM.
- McFarlane: niet accomoderen had legitiem doel, ruime margin of appreciation, geen schending art. 9 EVRM.
4
Q
ayahuasca-thee
A
- verbod op invoeren dmt wat schending van art. 9 EVRM oplevert kan gerechtvaardigd worden. bij wet voorzien, doelcriteria, noodzakelijk in een democratische samenleving.
- naast abstracte toetsing, concrete toetsing ook verplicht.