Week 4 - HoorCollege HH Flashcards

(68 cards)

1
Q

Waar is het oppervlakkige systeem van de beenvenen gelokaliseerd?

A

In het subcutane weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke oppervlakkige venen zijn belangrijk?

A
  1. Vena saphena magna
  2. Vena saphena parva
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar is de Vena Saphena Magna gelokaliseerd?

A

Deze loopt aan de binnenkant van de enkel naar boven naar de lies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar is de Vena Saphena Parva gelokaliseerd?

A

Deze loopt tussen de kuitspieren, daarna loopt het via de knieholte naar het diepe veneuze systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke belangrijke diepe systeem venen zijn er in de benen?

A
  1. Vena femoralis
  2. Vena poplitea
  3. Vena tibialis
  4. Vena gastrocnemicus
  5. Vena soleus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de globale lokatie van de belangrijkste venen in de benen?

A

De belangrijke venen lopen samen met de arteriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar is de vena femoralis gelokaliseerd?

A

Bovenbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar is de vena poplitea gelokaliseerd?

A

knieholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar is de vena tibialis gelokaliseerd?

A

Bij het scheenbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar zijn de vena gastrocnemicus en de vena soleus gelokaliseerd?

A

Bij de kuitspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een Crosse?

A

Dit is een verbinding tussen de venen. Een crosse verbind het oppervlakkige en diepe systeem met elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is en venae perforantes?

A

Dit is een ander woord voor crosses.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoeveel crosses zitten er gemiddeld in een been?

A

Per been ong. 150 crosses.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn varicosis?

A

Dit zijn spataderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kan het gevolg zijn van varicosis?

A

Als de venen zijn uitgezet (varicosis) kan het zijn dat de kleppen niet goed werken en het bloed niet goed naar boven kan stromen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is secundaire varices?

A

Dit is varices die zijn ontstaan door ziekte, zoals diepe veneuze trombose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is primaire varices?

A

Deze varices zijn ontstaan omdat:
1. Iemand heeft er aanleg voor.
2. Iemand beweegt te weinig.
3. Iemand heeft obesitas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn stamvarices?

A

Dit zijn varices van de vena safena magna of de vena safena parva. (Grote veen die te zien is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn zijtakvarices?

A

Dit zijn varices van de zijtakken van grotere venen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de afkorting VSM?

A

Vena saphena magna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de afkorting VSP?

A

Vena Saphena Parva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn venectasieen?

A

Dit zijn kleine ‘nep’ spataderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn reticulaire varices?

A

Dit zijn subcutane venectasieen. Zijn geen echte spataderen, alleen cosmetisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn besenreiser venectasieen?

A

Penseelvaten. Zijn intracutane teleangiectasieen.

Dit zijn geen echte spataderen, alleen cosmetische betekenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is een blow out?
Varix van een vena perforans.
26
Wat zijn corona flebectatica paraplantaris?
Uitgezette kleine vaatjes bij de voetrand en mediale/laterale enkel.
27
Wat is de oorzaak van corona flebectatica paraplantaris?
Komt door verhoging capillaire bloeddruk. Symptoom van CVI
28
Wat is het duplex onderzoek?
Dit is een combinatie onderzoek van doppler en echo. Ziet de stroomsnelheid en richting van bloed(doppler) + zichtbaar maken van bloedvaten (echo)
29
Kan een huidtherapeut een duplex onderzoek doen?
Nee
30
Wat is sclerocompressie therapie?
Scleroserende stof ingespoten in een vat, deze verschrompelt ineen. Daarna compressietherapie. Toepassing: zijtakvarices
31
Wat is VNUS therapie?
Afsluiting ader door hitte/radiofrequente energie. Toepassing: stamvarices
32
Wat is EVLA of EVLT therapie?
Er komt een draad in het vat met laser die het vat afsluit. Toepassing: stamvarices
33
Wat is de Muller therapie?
Chirurgische verwijdering. Toepassing: zijtakvarices
34
Wat is de strippen therapie?
Gehele ader verwijderd met een draad. Toepassing: stamvarices
35
Wat is de strippen therapie met korte strip?
De vena saphena magna wordt verwijderd vanaf de lies tot de knie
36
Wat is de strippen therapie met cryostrip?
Dezelfde behandeling maar met lage temperatuur/cyro.
37
Wat is crossectomie?
Dat de crosse worden weggehaald.
38
Wat is trombose?
Een bloedstolsel in de bloedvaten. Dit kan oppervlakkig en diep voorkomen
39
Wat is diepe veneuze trombose?
Dit is trombose alleen in het diepe systeem van de beenaders.
40
Hoe kan een bloedprop ontstaan?
Door minder beweging -> bloed stroomt minder snel -> kans op een bloedprop
41
Wat is een embolie?
Dit is wanneer een stukje van de bloedprop loskomt en zich verplaats door het lichaam
42
Welke gevolgen kan een embolie hebben?
Het stukje dat is losgekomen kan vervoerd worden naar een plek komen waar de vaten minder dun zijn en het hele systeem blokkeren = levensgevaarlijk
43
Welke symptomen heeft iemand bij diepe veneuze trombose?
1. Temperatuurverhoging 2. Snelle pols 3. Pijn in de kuit
44
Welke symptomen heeft iemand bij een trombosebeen? (erge dvt)
1. Rood, warm, gezwollen been 2. Gladde, glanzende huid
45
Wat is een accute complicatie van diep veneus trombose?
Longembolie
46
Wat is een chronische complicatie van diep veneus trombose?
Posttrombotisch syndroom met chronisch veneuze insufficientie
47
Wat hoort bij de preventie van dvt?
1. Antistollings middelen bij risicogroepen 2. Onnodig immobiliseren voorkomen
48
Hoe wordt dvt behandeld?
1. Medicatie (heparine) -> dunner bloed 2. Elastische kous
49
Wat is tromboflebitis?
Door een ontsteking in een oppervlakkige ader wordt de ader getrombotiseerd. -> doorstroom bloed sterk verminderd
50
Wat zijn kenmerken van tromboflebitis?
1. Er is een oppervlakkige pijnlijk aanvoelende streng 2. Rode huid
51
Wat is het verschil tussen trombose en tromboflebitis?
Bij trombose is er een verstopping. Bij tromboflebitis komt het door een ontsteking.
52
Wat is het beloop van tromboflebitis/OVT?
1. Meestal ongecompliceerd 2. Ontsteking vena safena magna -> embolie
53
Welke therapie opties zijn er voor OVT?
1. Compressietherapie 2. Kousen 3. Medicatie (Circulatie helpen + ontstekingsremmende medicatie)
54
Wat is het post trombotisch syndroom?
- Iemand krijgt de klachten van chronisch veneuze insufficientie nadat ze diep veneus trombose hebben meegemaakt. - kan jaren duren
55
Hoe kan post trombotisch syndroom worden vermeden?
- nadat iemand diep veneus trombose heeft gehad kunnen ze kousen gebruiken
56
Wat is atherosclerose?
Welvaartsziekte, de SLAGADERS slippen dicht door atheromateuze plaques. Vernauwing
57
Wat is arteriosclerose?
Slagaders worden slechter van kwaliteit en verkalken door ouderdom.
58
Hoe ontstaat atherosclerose?
Door teveel slechte stoffen kunnen de endotheelcellen binnen de slagader beschadigen. Deze stoffen (macrofagen->schuimcellen) gaan zich ophopen waardoor er een blokkade kan vormen (plaque).
59
Welke gevolgen heeft atherosclerose?
1. Vernauwing bloedvat -> ischemie 2. Afsluiting bloedvat -> trombose
60
Welke aandoeningen kan iemand krijgen door artherosclerose?
1. Hartinfarct 2. Hartfalen 3. Tia/herseninfarct 4. Perifeer arterieel vaatlijden
61
Welke symptomen heeft iemand met hartfalen?
1. Snelle vermoeidheid 2. Vocht vasthouden 3. Longoedeem, kortademigheid bij platliggen 4. Oedeem in benen en enkels
62
Waarom mag je iemand met hartfalen NIET zwachtelen?
Bij hartfalen is er minder kracht bij het hart, er komt minder bloed naar het hart en er blijft bloed hangen in het hart. Zwachtelen -> veel bloed naar het hart, wat het hart niet aankan -> bloed naar de longen -> vocht in de longen -> voor een lange periode? = iemand stikt/compressiedode
63
Mag je iemand zwachtelen die een cruris arteriosum heeft?
Nee, je drukt het dicht waardoor je meer schade aanbrengt dan dat je geneest.
64
Hoe kun je arterieel vaatlijden controleren bij een patient?
1. Pulsaties voelen, geen puls = geen zwachtel 2. Capillary refill - hoe snel komt de kleur terug? 3. Enkel arm index - niet onder 0.9. Bij 0.5 obstructief vaatlijden -> huisarts
65
Wat is cyanose?
Dit is een blauwe verkleuring vooral bij de voeten/tenen
66
Wat is (droog) gangreen?
Dit is een droge necrose door afsluiting van een arterie. Het weefsel wordt zwart.
67
Wat is perifeer arterieel vaatlijden? (PAV)
Arteriele insufficientie in de benen
68
Wat zijn de symptomen bij perifeer arterieel vaatlijden?
1. Koude voeten 2. Rustpijn 3. Nachtpijn 4. Verschil huidtemperatuur links/rechts