Week 49 Flashcards

(65 cards)

1
Q

Wat is het percentage sterfte op de wachtlijst?

A

25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke registratie mogelijkheden zijn er?

A
  • Bezwaar - informeer de naasten
  • Toestemming – informeer de naasten; t/m 2e graad: bezwaar aannemelijk?
  • Geen bezwaar geregistreerd – informeer de naasten; t/m 2e graad: bezwaar aannemelijk
  • Nabestaanden beslissen - vraag aan nabestaanden t/m 2e graad
  • Specifiek persoon – vraag aan specifiek persoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer mag niet afwijken van de wens van de patiënt?

A

Alleen bij bezwaar. Een nee wordt nooit een ja.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nabestaande tot en met 2e graad

A

Categorie 1: echtgenoot/ partner (ook als ze niet samenwonen)
Categorie 2: kleinkinderen, kinderen, ouders, broers,/zussen
Categorie 3: schoonouders, zwager/schoonzussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil tussen nabestaanden en naasten

A

Nabestaanden mogen bezwaar maken tegen doorgang donatieprocedure, naasten niet (moeten wel geïnformeerd worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Donatie bij geen natuurlijk dood?

A

Toestemming van justitie/forensische artsen nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Absolute contra-indicaties

A
  • onbehandelbare sepsis met multi-orgaanfalen ten tijde van overlijden
  • maligniteiten (m.u.v. bepaalde hersentumoren) ten tijde van overlijden
  • risicofactoren voor HIV (iemand HIV+ kan nog steeds doneren alleen wel aan HIV+ ontvangers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wilsonbekwaamheid

A
  • Registratie t.t.v. wilsonbekwaamheid: niet geldig, vraag nabestaanden
  • Registratie t.t.v. wilsbekwaamheid: geldig
  • Registratie t.t.v. wettelijke vertegenwoordiger: geldig
    -> Vraag voor overlijden: wettelijke vertegenwoordiger beslist
    -> Vraag na overlijden: nabestaanden beslissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

DBD

A
  • Hersendood = overleden
  • Naar OK met intacte circulatie
  • Start perfusie
  • Geen warme ischemie tijd (wel circulatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

DCD

A
  • Staken behandeling
  • Verwacht spoedig overlijden
  • Circulatie stop -> 5 min observatie = overleden
  • Naar OK
  • Warm ischemie tijd
  • Perfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij welke organen welke vorm?

A

Bij alle organen beide mogelijk, behalve bij de darmen, daarbij alleen DBD procedure, want kan geen ischemie hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hart aan de machine

A

Alleen bij DBD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Screening

A
  • Familiegesprek (eerst donorregistratie bekijken)
  • HLA/virologie
  • Lab
  • X-thorax/CT-thorax
  • Echo/CT abdomen
  • Bronchoscopie
  • Echo cor/CAG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Donorzorg

A
  • HF (60-120 p/min)
  • MAP (70-90 mmHg)
  • SpO2 (>95%)
  • Diurese (0,5-3 ml/kg/uur)
  • evt. suppl. Van elektrolyten
  • methylprednisolon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Planning

A
  • Ok
  • Planning
  • Teams
  • Transport
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Orgaanuitname

A
  • Zelfstandig uitnamen team -> 2 chirurgen, 2 OK-assistenten, Anesthesieteam, ODC
  • Hartteam
  • Longteam
  • Perfusionisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Maximale CIT per orgaan

A

Hart -> 4 uur
Longen -> 8 uur
Lever en pancreas -> 5-10 uur
Nieren -> 24 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Normotherme regionale perfusie (NRP)

A

Donororganen worden tijdens de uitname-operatie aangesloten op een circulatiesysteem bij DCD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Ex vivo lung perfusion (EVLP)

A

beademing en spoeling van de longen buiten het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Nazorg

A
  • Nabestaanden
  • Professionals
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Weefseldonatie

A
  • Oogweefsel
  • Huid
  • Hartkleppen
  • Botweefsel, kraakbeen, pezen
  • Bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Vervanging nierfunctie

A
  • Dialyse
  • Transplantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Nier levende donor

A
  • Familieleden
  • Niet bloedverwanten
  • Cross-over transplantatie
  • Altruïstische donor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Voordeel levende donornier

A
  • Beter resultaat
  • Pre-emptief
  • Kortere wachttijd
  • Planbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wie kan doneren bij leven?
- Geen nadeel voor de donor - Goede motivatie: vrijwillig, geen betaling - Fysieke en mentale gezondheid: -> Korte termijn risico’s: operatie complicaties -> Lange termijn risico’s: nierfalen, operatie complicaties, co-morbiditeit - Immunologisch passend: bloedgroep en kruisproef
26
Voorlichting
- Procedure - Risicofactoren korte en lange termijn
27
Anamnese
- Motivatie - Inschatten algehele gezondheid - Familieanamnese - Inventarisatie risicofactoren voor operatie en nierfunctieverlies
28
Aanvullend onderzoek
- Immunologische match: bloedgroep en weefsel (HLA)-typering - Bepalen nierfunctie: -> Serum kreatinine, eGFR -> 2x 24h urine, mGFR - Risicoschatting -> bloeddruk, gewicht, leverproblemen, bloedarmoede, infecties, virus - Op indicatie -> Quantiferon -> Toxoplasma en strongyloides -> Consult cardioloog/ longarts/ uroloog/ gyneacoloog -> MAG3 scan - Indien geen bezwaren op nefrologische gebied -> beoordeling heelkunde en anesthesie - Bespreking op MDO niertransplantatie (nefrologie, chirurgie, anesthesisie, urologie) - Indien goedkeuring alle teamleden: geschikt voor donatie
29
Contra-indicaties levende niertransplantatie
- Obesitas - Leeftijd waar problemen kan ontstaan - Oproepen
30
Absolute contra-indicaties levende niertransplantatie
- Leeftijd <18 jr - Wilsonbekwaam - Hoge verdenking op dwang tot donatie - Gestoorde nierfunctie, proteïnurie - Diabetes mellitus - Groot risico op peri-OK complicaties of nierfalen in de toekomst - Actieve/ recente maligniteit - Actieve infectie - Actieve alcohol/ drugs verslaving - Ongecontroleerde psychose - Onvoltooide behandeling psychiatrische aandoening - Zwangerschap
31
Relatieve contra-indicaties levende niertransplantatie
- Nierstenen - Urologische afwijkingen - Microscopische hematurie - Morbide obesitas - Veel diabetes mellitus of hypertensie/ cardiovasculair lijden in familie - Familiaire nierziekte (genetische screening) - Hypertensie
32
Immonologische incompatibiliteit
- 1 op 4 potentiële levende donoren incompatibel met beoogd ontvanger - Andere bloedgroep of positieve kruisproef
33
Kans op AB0 compatibel (verenigbaar) levende donor
- Natuurlijk antistoffen - A en AB gemakkelijk getransplanteerd LD programma
34
HLA
- Geen natuurlijke antistoffen - Oorzaak in aanraking -> zwangerschap, transplantatie, transfusie - Unacceptable HLA-antigens = gespecificeerd per specifiek HLA-antigen - PRA: panel reactive antibodies – aspecifiek percentage -> Tegen hoeveel procent panel heft patiënt antistoffen
35
Compatibele donor vinden
- 2003: cross-over -> kan altijd -> Koppel (liever) of keten (altruïstische donor kan keten starten) -> CIAT -> landelijk cross-over door computer geregeld - 2006: AB0-incompatibel -> Extra medicatie vooral, immunoabsorptie: wegfiteren -> hoger risico op complicaties - 2015: desensibilisatie (weghalen anti-HLA antistoffen, filterbehandeling + afweer onderdrukkende stoffen)
36
Voordelen niertransplantatie
- U hebt geen dialyse (meer) nodig - Verbeterde conditie - Na de transplantatie zijn er minder leefregels. U hoeft zich niet meer aan een sterng dieet te houden - De kwaliteit van leven neemt sterk toe. Tenminste: bij de meeste mensen. Uw arts kan dit niet van tevoren garanderen - De levensverwachting is hoger dan bij dialyse
37
Nadelen transplantatie
- Een operatierisico - Afstoting - Medicijnen tegen afstoting - Terugkeer oorspronkelijke ziekte - Resultaat valt tegen/mislukt (1 op 20) - Beperkte levensduur nieuwe orgaan (gem 10 jr doden donornier, 20-25 jr levende donornier)
38
HLA: Human antigen Leukocyte
- De eiwitten gecodeerd door HLA bevinden zich buiten op de cel en zijn uniek voor die persoon - Belangrijke rol in immuunrespons -> HLA systeem: > dan 1 miljoen mogelijkheden
39
Cytokinen
- Betrokken bij de communicatie tussen verschillende cellen regulerende stoffen - Belangrijke mediatoren bij ontstekings- en afstotingsreactie - Kunnen o.a. cytotoxische T-cellen activeren -> Deze kunnen donorcellen doden
40
IL-2 en IL-15 (macorfagen)
- Familie - T-cel groeifactoren - Een cytokine neemt de functie van een ander cytokine over (overlappende biologische eigenschappen)
41
Immunosuppressiva
Blokkeren productie van vele (IL-2) maar niet van alle cytokinen (IL-15)
42
Indicatie en selectie: de principes
- Reguliere indicatie - Zonder Tx grote kans op overlijden - Grote kans om procedure te overleven - Kans op 5 jaar overleving > 65% - Geen absolute leeftijdsgrens -> kwaliteit van bloedvaten na 70ste levensjaar minder
43
Belangrijkste indicatie levertransplantatie
- Eerst auto-immuunziektes, maar nu leverkanker (HCC) - Ook grote toename leververvetting -> leefstijl - Afname viraal, want Hep C was vroeger transplantatie indicatie en kan nu genezen worden
44
Indicatie en bijbehorende criteria
- Acuut leverfalen - King's of clichy criteria - Gedecompenseerde cirrose - CTP en labMELD - HCC - Milaan criteria, cirrose met portale hypertensie - PSC met cholangitis - > 2x episode binnen 6 maanden - Cholangiocarcinoom - perihilair, < 3cm, niet resectabel, geen extra hepatische uitbreiding - Polycystische leverziekte - mechanische bezwaren met ondervoeding
45
Allocatie regels
- Transparant - Objectief - Betrouwbaar - Valide - Ethisch acceptabel - Medisch acceptabel
46
Lung allocation score (LAS)
verschillende statussen, met status 0: hoog urgent tot status 3
47
Urgentie bij harten
- Hoge nationale urgente status -> LVAD -> ECMO -> Hartritmestoornissen -> Etc. - Transplantabele status -> Nog niet zoveel last - Internationaal hoog urgent -> Heel erg ziek (acuut leverfalen)
48
MELD score
- Hoe hoog is de kans op overlijden aan leverziekten binnen 3 mnd? - Kan beïnvloed worden door bepaalde medicijnen (minder betrouwbaar) - Ontwikkeld om overleving na TIPS te voorspellen - Voorspelt korte termijn sterfte - Objectieve score - Bilirubine, Creatinine, INR - Score 15-17: risico aan overlijden LT net zo groot als risico op overlijden aan leverziekte -> Alles daarboven: transplantatie indicatie
49
Wachtlijst
- Hogere MELD score = hogere plek op de wachtlijst - Bij LT: hangt af van bloedgroep, lente en gewicht (10% boven/onder donor) -> Past die lever wel? - Bij nier, hart en long moet er gematcht worden, bij lever is dat minder belangrijk - Uitzonderingspositie SE & NSE
50
Partiele donatie
- Volwassenen -> donor kan 30-40% geven en dus 70-60% weg - Lever groeit aan tot ongeveer 95% - Wel nog maar 1 galweg & aftakking ipv de splitsing (je kan dus ook maar 1x doneren) - Segment 1 en 2 naar kindje
51
Klasse I en Klasse II
Klasse I komt tot expressie in elke kernhoudende lichaamscel Klasse II eigenlijk alleen in normale omstandigheden in immuun cellen
52
Waarom is matching zo lastig?
Vaak kom je niet bij familie uit, veel verschillende HLA allelen (polymorf) en overerving, veel verschillende haplotypen
53
Twee immunologische doelen
- Match bloedgroep - Best mogelijke match voor -> HLA klasse I (A, B) -> HLA klasse II (DRB1) - + ontwijken van HLA antistoffen (A, B, C, DRB1, DQB1, DPB1)
54
Donoropties
- Levende donors - Postmortale donors: via eurotransplant -> Alle patiënten op 1 wachtlijst -> Alle nieren van postmortale donors worden gealloceerd door kantoor in leiden
55
ESP programma
- oud orgaan wordt aangeboden aan een ook wat oudere ontvanger - Als donor ouder dan 65 jaar is
56
AM programma: acceptable mismatch programma
- Ontvanger heeft te veel HLA antistoffen voor de meeste donororganen - Dus voor hele lastige gevallen
57
Puntensysteem voor allocatie ETKAS
- AM patiënten, of AM patiënten via desensitisatieprogramma - 000-MM (rank o.b.v. score) -> 000 geeft aan op hoeveel je gematcht bent, dus nu dus op A, B en DR niet - Rest van de patiënten -> HLA-A, B, DR matching -> Mismatch probability -> Waiting time (per year) -> Distance factor (local/region/nation) -> National balance -> HU/KAOO/kindey donor
58
Immunizing events
Door een transplantatie met mismatches kun je HLA-antistoffen ontwikkelen Of door bloedtransfusie of zwangerschap (paternale HLA antigenen in de foetus)
59
Humorale alloimmuun reactie
DSA kan leiden tot - Acute humorale rejectie - Chronisch transplantaatfalen
60
HLA laboratorium
- HLA typering - HLA antistofscreening - Kruisproeven - Donor search
61
HLA typering en matching
- HLA match nodig voor Et allocatie (patiënt en donor) -> HR typering patiënt, LR typering donor -> Matching op HLA-A, HLA-B en HLA-DRB1
62
HLA: DNA typeertechnieken
- Lage resolutie -> SSP: m.b.v. primers – kan in 2-3 uur -> SSO: m.b.v. oligonucleotiden (Luminex) - Hoge resolutie (sequencen) -> NGS (voorheen Sanger) -> Nadeel: meer tijd, gem 8 kalender dagen, geen tijd voor
63
HLA-antistofscreening
- Complement dependent cytotoxicity (CDC) -> Patiënt serum + donor cellen (milt, bloed) + complement -> gelygeerde cellen (als HLA antistoffen tegen patiënt zijn) - Luminex-based assays -> Voor toelating op wachtlijst -> Daarna elk kwartaal, 150 dagen houdbaar
64
Flow kruisproef methode
- Voordeel: gevoeliger - Patiënt serum + donor cellen (milt, bloed) + complement -> fluorescent
65
Kruisproeven
- Altijd kruisen - Virtueel: o.b.v. HLA-typering donor versus HLA antistoffen patiënt - Retrospectief -> Patiënt niet geïmmuniseerd of ESP -> Screening nog ‘houdbaar’ (max. 150 dagen) en geen immunising event - Prospectief -> Geïmmuniseerde patiënt of niet serum