Week 5 Flashcards
oncologie (39 cards)
wat zijn risicofactoren voor tumoren?
omgevingsfactoren, erfelijke factoren, chemische stoffen, ioniserende stralen, chronische ontstekingen
hoe komt een tumor?
Er kunnen stukken DNA, die normaal afgedekt zijn, vrij komen te liggen. Zo kan voor het weefseltype ongewone erfelijke informatie tot uiting komen. Normale celdelingen worden gereguleerd door stukken DNA, die groeigenen genoemd kunnen worden. Wanneer groeigenen vrij spel krijgen, kunnen cellen ongecontroleerd gaan delen.
hoe heten stoffen die tumoren maken? en welke drie zijn er?
tumormarkers → stoffen, die kenmerkend zijn voor bepaalde tumoren.
- PSA (prostaatspecifiek antigeen) → bij prostaattumoren
- CEA (carcino-embryonaal-antigeen) → dikke darmkanker
- AFP (aflafoetoproteïne) → leverkanker
wat is expansieve groei?
Een benigne tumor drukt daarbij de omringende weefsels opzij. Men noemt dit expansieve groei.
wat is de naamgeving van een benigne tumor?
Goedaardige gezwellen worden genoemd naar het weefsel waarvan de afkomstig zijn met daarachter -oom.
wat treed niet bij een benigne tumor op? en waarom?
Bij een benigne tumor treedt geen metastasering (uitzaaiing) op, omdat het gezwel niet door lymfevaten en bloedvaten groeit.
welke onderzoeken zijn er om een benigne tumor in kaart te brengen?
- pathologisch onderzoek- cytologie en histologie
- beeldvormend onderzoek- echo, rontgen, CT/MRI
verschijnselen van de patiënt door een benigne tumor
?
Patiënt voelt het gezwel. Door afsluiting van holtes of door verdrukking van omgevende weefsels aanleiding geven tot klachten
wat is histologie en cytologie?
Cytologie = microscopisch beoordelen van losse cellen verkregen via uitstrijkje of punctie van celhoudend vocht. Histologisch onderzoek = stukje weefsel wordt microscopisch beoordeeld.
wat is de behandeling bij een benigne tumor?
vaak een operatieve verwijdering
wat is een lage differentiatie?
Lage differentiatie: cellen wijken sterk af van cellen in weefsel van oorsprong. Ze zijn zo laag gedifferentieerd. Cellen worden dan anaplastisch genoemd.
wat gebeurd er bij maligne tumoren?
Cellen delen ook autonoom (ongecontroleerd). Maar is er geen kapsel en maligne tumor groeit daardoor infiltratief. Hierdoor dringt het door in omringende weefselstructuren waardoor metastasering (uitzaaiing) veroorzaken.
welke 6 soorten van metastasering zijn er?
- Lymfogene metastasering: wanneer malgine cellen in lymfevat gaan groeien
- Hematogene metastasering: wanneer maligne cellen via bloedvaten naar andere weefsels
worden getransporteerd en daar verder gaan groeien. - Lever metastasen: al het bloed gaat bijna naar de lever, via de vena porta (poortader) daarom wordt altijd de lever onderzocht bij carcinomen van maag en darmen.
- Botmetastasen en hersenmetastasen: bloed vanuit longen stroom via venae pulmonales door linkerharthelft naar takken van aorta, waar kankercellen vastlopen. Longkanker gaat dus vooral om bot en hersen metastasen.
- Longmetastasen: kankercellen niet afkomstig uit buik of lang gaan via holle aders en rechterharthelften naar takken van longslagaders. Bij botkanker en nierkanker zoekt met dus naar longmetastasen.
- Entmetastasen: als kankercellen zich verspreiden via lichaamsholten.
wanneer heet het -carcinoom en wanneer heet het -sarcoom?
- Kwaadaardige gezwellen van het epitheel (dekweefsel) worden genoemd naar weefsel waarvan ze afkomstig zijn, met daarachter -carcinoom:
- Kwaadaardige gezwellen van bind- en steunweefsel worden genoemd naar weefsel waarvan ze afkomstig zijn, met daarachter -sarcoom:
wat voor onderzoek is er voor maligne tumoren?
- cytologie
- histologie
- biopsie
- biopt
- Vriescoupeonderzoek: bij twijfel over aard van gezwel. Operatief verwijderde weefsel wordt
snel bevroren om het in coupes (plakjes) te snijden voor microscopisch onderzoek. Dan
wordt er aan operatiekamer door gegeven of het goedaardig of kwaadaardig is. - Coupe is goedaardig → wond gedicht
- Coupe is kwaadaardig → verwijdering van gezwel met een marge gezond weefsel en
regionale lymfeknopen.
verschijnselen maligne tumor?
Verschijnselen
- Gezwel voelen
- De tumor verstoort bepaalde functies
- Chronische bloedverlies zonder pijn, omdat kankercellen bloedvaten en slijmvliezen
infiltreren.
- Bloed ophoesten zonder pijn → carcinomen in luchtwegen of longen
- Hematurie (bloed plassen) → kanker van blaas of nieren
- Zwarte ontlasting → bloeding bij maag
- Veel algemene verschijnselen: malaise, moeheid en gewichtsverlies (daardoor pas laat
ontdekt)
wat is de stadiering van tumoren?
Door middel van het TNM-systeem
- T = tumor, gaat van T1, een kleine tumor beperkt tot het orgaan van de oorsprong, tot T4,
waarbij de tumor is doorgegroeid tot andere organen.
- N = noduli, gaat van N0, geen verdachte lymfeknopen tot N3, waarbij de lymfeknopen
vastgegroeid en onbeweeglijk zijn.
- M = metastasen, is M0 (geen aangetoonde metastasen op afstand) of M1 (wel metastasen
op afstand aangetoond).
Om het TNM stadium te bepalen, worden onder meer de volgende onderzoeken verricht.
wat is een schildwachtonderzoek?
Doel hierbij is een lymfeknoop onderzoek, waarheen de kanker eventueel is uitgezaaid. Tevoren wordt een radioactieve tracer rond tumor ingebracht, vervolgens spuit de chirurg een blauwe kleurstof in vlakbij het gezwel. De klier waar radioactiviteit en blauwe kleurstof ophogen, is de schildwachtklier. Deze wordt verwijderd en histologisch onderzocht. Als deze sentinel node kankervrij blijkt, hoeven geen andere lymfeklieren verwijderd te worden. kans op lymfeoedeem door stuwing is dan kleiner dan bij verwijdering van knopen.
welke behandelingsmethoden zijn er voor tumoren?(6)
- curatieve resectie= wanneer tumor beperkt is tot orgaan van oorsprong zonder metastasen (M0). Het gezwel wordt met marge omringend weefsel weg gehaald.
- palliatieve operatie= bijvoorbeeld aanleggen van ontlastend stoma bij afsluitende darmkanker met levermetastasen.
- radiotherapie= voor slinken van tumor of verdwijnen. Gevoeligheid wisselt per soort kanker. Laag gedifferentieerde en snel delende tumoren zijn gevoeliger voor radiotherapie.
- debulking operatie= : grote massa kankerweefsel verwijderen, waarbij kleinere resten beter reageren op cytostatica (chemokuren).
- adjuvante radiotherapie= naast een andere behandeling uit voorzorg een bepaald gebied wordt bestraald. Als de tumor is verwijderd, nog een andere therapie doen.
- neo-adjuvante radiotherapie=therapie die je voor de verwijdering van de tumor geeft.
bijwerkingen radiotherapie?
Bijwerkingen van radiotherapie:
- Huidreacties, vooral bij uitwendige bestraling
- Misselijkheid, diarree (vooral bij bestraling van de buik)
- Haaruitval (bij bestraling van behaarde delen)
- Blaasklachten en onvruchtbaarheid (bij bestraling onderin de buik)
- Beenmergremming (bij bestraling van bekken)
- Prikkelhoest, pneumonie (bij bestraling borstkas en hals)
risicofactoren en verschijnselen mamacarcinoom?
Risicofactoren
- Erfelijkheid
- Borstkanker
- Leeftijd
- Oestrogenen uit anticonceptie
- Late zwangerschap
- Gebrek aan lichaamsbeweging
- Alcohol en roken
Verschijnselen
- Knobbel in borst of oksel
- Tepeleczeem
- Ingetrokken tepel
- Tepeluitvloed
- Spontane fracturen
welke 4 onderzoeken zijn er om een mammacarcinoom vast te stellen?
- klinisch onderzoek- palpatie, anamnese
- radiologisch onderzoek- echo, mammagrafie, MRI
- microscopisch onderzoek- cytologie en histologie
- schildwachtklieronderzoek
curatieve en palliatieve behandeling mammacarcinoom?
Curatief –> verwijdering van de borsten Adjuvante (aanvullend) en
palliatieve therapie –> radiotherapie, pijnbestrijding, chemo, gonadorelinen etc.
risicofactoren en verschijnselen longkanker?
Risicofactoren
- Roken
- Erfelijkheid
- COPD
- Leeftijd (65-70)
- Asbestvezels
Verschijnselen
Tumorgroei in luchtwegen of longen:
- Prikkelhoest
- Hemoptoë (bloed ophoesten)
- Obstructiepneumonie