Week 6 - Strafuitsluitingsgronden Flashcards

1
Q

Welke twee vormen van strafuitsluitingsgronden kennen we?

A

Schulduitsluitingsgronden en rechtvaardigingsgronden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het gevolg van een geslaagd beroep op een rechtvaardigingsgrond?

A

Wanneer een geslaagd beroep op een rechtvaardigingsgrond gedaan wordt, ontneemt dit de wederrechtelijkheid van de gedraging. Indien er sprake is van een ideaaltypische delictsomschrijving volgt OVAR. Indien er sprake is van een niet-ideaaltypische delictsomschrijving, volgt vrijspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

We kennen algemene en bijzondere strafuitsluitingsgronden. Wat houden deze in?

A

Algemene strafuitsluitingsgronden vind je in boek 1 titel III van het WvSr. Bijzondere strafuitsluitingsgronden vind je o.a. in art. 103a Sr, art. 261 lid 3 Sr etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het gevolg van een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond?

A

De verwijtbaarheid van de verdachte wordt ontnomen. Wanneer er een ideaaltypische delictsomschrijving in het geding is, volgt OVAR. Wanneer wederrechtelijkheid is opgenomen als bestanddeel, volgt ook OVAR. Wanneer culpa als bestanddeel is opgenomen volgt vrijspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij strafuitsluitingsgronden maken we onderscheid tussen inwendige en uitwendige omstandigheden. Wat houdt dit in?

A

Inwendige omstandigheden: de omstandigheden liggen in de persoon van de verdachte, zoals een psychose.
Uitwendige omstandigheden: de omstandigheden vinden plaats buiten de persoon, bijvoorbeeld een aanval van iemand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke rechtvaardigingsgronden kennen we?

A
  1. Overmacht in de zin van noodtoestand.
  2. Noodweer.
  3. Uitvoering van wettelijk voorschrift.
  4. Bevoegd gegeven ambtelijk bevel.
  5. Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de vereisten voor een geslaagd beroep op noodweer?

A
  1. Er is een aanranding van eigen of andermans lijf, eerbaarheid of goed.
  2. De aanranding moet wederrechtelijk zijn (niet voortvloeien uit een wettelijke bevoegdheid, moet door een mens geschieden).
  3. De aanranding moet ogenblikkelijk zijn (feitelijk begonnen of onmiddellijk dreigend gevaar)
  4. De verdediging moet noodzakelijk zijn. Subsidiariteit. er moet voor het lichtste middel gekozen worden. Vluchtmogelijkheid?)
  5. De verdediging moet geboden zijn. Proportionaliteit. (De keuze van het verdedigingsmiddel en de gebruikswijze moeten in verhouding staan tot de aanranding.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Speelt de garantenstellung een rol bij noodweer(exces)?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer kan een beroep gedaan worden op het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid?

A

Indien een bepaalde regel wordt overtreden maar met de gedraging juist het doel van die regeling wordt bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke schulduitsluitingsgronden kennen we?

A
  1. Ontoerekenbaarheid
  2. Psychische overmacht
  3. Noodweerexces
  4. Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel
  5. Afwezigheid van alle schuld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke ongeschreven schulduitsluitingsgronden kunnen we plaatsen onder het kopje AVAS?

A
  1. Verontschuldigbare feitelijke dwaling
  2. Verontschuldigbare rechtsdwaling
  3. Verontschuldigbare onmacht
  4. Maximaal te vergen zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vragen moet de rechter beantwoorden indien een beroep gedaan wordt op de ontoerekenbaarheid van een verdachte?

A
  1. Heeft de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde feit geleden aan een psychische stoornis of een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens?
  2. Is de psychische stoornis van invloed geweest op het ten laste gelegde feit?
  3. Moet het feit niet of verminderd aan de verdachte worden toegerekend?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de vereisten van noodweerexces?

A
  1. Er moet sprake zijn van een noodweersituatie (een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van jouw of iemand ander zijn lijf, eerbaarheid of goed)
  2. De grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn overschreden in een hevige gemoedsbeweging
  3. Dubbele causaliteit. De hevige gemoedsbeweging moet veroorzaakt zijn door de aanranding. De overschrijding van de hevige gemoedsbeweging moet zijn ontstaan door de hevige gemoedsbeweging.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de vereisten voor psychische overmacht?

A
  1. Er moet sprake zijn van een zeer dwingende omstandigheid
  2. Het moet gaan om een externe psychische dwang
  3. De psychische druk dient accuut te zijn
  4. Subsidiariteit en proportionaliteit (garantenstellung speelt een rol)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is nodig voor een geslaagd beroep op overmacht in de zin van noodtoestand?

A
  1. Er moet sprake zijn van een min of meer acute nood die bestaat uit een conflict tussen twee plichten of belangen
  2. Er dient gekozen te worden voor de zwaarstwegende plicht
  3. Proportionaliteit en subsidiariteit (en garantenstellung)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

We kennen twee vormen van noodweerexces: intensief en extensief. Wat houden deze in?

A

Intensief: Verdachte heeft de gedraging verricht in een situatie waarin en op een tijdstip waarop voor hem noodzaak bestond tot verdediging van rechtsgoed tegen wederrechtelijke ogenblikkelijke aanranding. De hevige gemoedsbeweging die als onmiddellijk gevolg hiervan ontstaat overschrijdt de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Extensief: de noodweersituatie is geëindigd en bestaat dus niet meer. Maar de gedraging van de verdachte is het onmiddellijke gevolg van de hevige gemoedsbeweging veroorzaakt door de daaraan voorafgegane wederrechtelijke aanranding.

17
Q

Wanneer is er sprake van feitelijke dwaling?

A

Indien er sprake is van misleiding door derden of van misleidende informatie van derden, op wiens gezag de betrokkene redelijkerwijze af mocht gaan.

18
Q

Wat houdt culpa in causa in?

A

Indien de verdachte zichzelf verwijtbaar in een gevaarzettende situatie bevindt, kan dit in de weg staan aan een beroep op een schulduitsluitingsgrond. Gelet moet worden op de gedragingen van de verdachte.

19
Q

Wat houdt putatief noodweer in?

A

Men kan een beroep doen op putatief noodweer wanneer men in de veronderstelling was dat er sprake was van een noodweersituatie.

20
Q

HR De niet betaalde taxirit

A

Een beroep op noodweer(exces) kan niet slagen wanneer de verdachte zichzelf willens en wetens in die situatie heeft gebracht (culpa in causa).

21
Q

HR Ballenknijper

A

Wanneer zelfverdediging de proportionaliteit zozeer te buiten gaat dat het niet langer verontschuldigbaar is, kan de buitensporige verdediging in redelijkheid niet meer het directe gevolg van ene hevige gemoedsbeweging zijn. De reikwijdte van noodweerexces is beperkt.

22
Q

HR Noodweer tegen een derde

A

Een beroep op noodweer(exces) is mogelijk in gevallen waarin de ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding niet direct van het slachtoffer afkomstig was, maar van een derde. Het slachtoffer moet wel op een of andere manier betrokken zijn geweest bij het jegens verdachte uitgeoefende geweld.

23
Q

HR Noodweer/Noodweerexces

A

Overzichtsarrest:
Voor noodweer is vereist:
1. Verdediging van specifieke rechtsgoederen
2. Tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding
3. geboden door noodzakelijke verdediging

Voor noodweerexces is vereist:
1. Er moet sprake zijn van een noodweersituatie, waarbij het stukloopt op de proportionaliteit van de verdediging
2. Een disproportionele verdediging tegen de aanranding
3. Dubbele causaliteit