Week 7 Flashcards
(283 cards)
Wat zijn de 2 functies van bloed?
- Transportfunctie. Transport van voedingsstoffen, gassen, afvalstoffen, signaalstoffen en warmte (thermoregulatie)
- Afweerfunctie. Bloedstolling en immuniteit
Wat is homeostase?
Het constant houden van de samenstelling van het milieu interieur, o.a. de ionensamenstelling, pH en thermoregulatie
Wat is het milieu interieur?
De extracellulaire vloeistof (=weefselvocht= interstitiele vocht): de vloeistof waarin de cellen en organen zich bevinden
Wat is het totale volume van het ECV?
10-15 L bij een volwassene
Wat is het milieu exterieur?
De vloeistoffen in zweetklieren, het darmstelsel en urine. Het heeft geen constante samenstelling
Uit welke onderdelen bestaat een regelkring?
Sensor, comparator (vergelijkt met setpoint), effector
Welke 2 typen terugkoppeling zijn er?
-Positieve feedback. Het product heeft een stimulerende werking op zijn eigen regelkring
-Negatieve feedback. Het product remt het proces. Vaak als de waarden constant moeten blijven
Hoe vindt thermoregulatie plaats?
Thermosensoren in de hypothalamus nemen de temperatuur waar en vergelijken het met de setpoint (36,8). Bij een verschil tussen waarde en setpoint zal er proportioneel aan de grootte van dit verschil een signaal worden gegeven aan de effectoren
Wat is er aan de hand bij constante temperatuur, hypothermie en hyperthermie?
Constant: warmteproductie=warmteafgifte
Hypothermie: kerntemperatuur<35 C
Hyperthermie: warmteafgifte<warmteproductie
Welke mechanismen van warmteafgifte zijn er?
-Straling (radiatie): met voorwerpen op afstand
-Geleiding (conductie): door contact met een stilstaand medium
-Stroming (convectie): door contact met een bewegend medium
-Verdamping (evaporatie): onttrekking van warmte via vocht
Wat voor neurotransmitter wordt er afgegeven bij de post-ganglionaire neuronen van het sympathisch zs?
Noradrenaline
Door wat wordt warmtafgifte geregeld?
Het autonoom zs
Welke neurotransmitter is verantwoordelijk voor de orthosympatische activatie van zweetklieren?
Acetylcholine
Hoe vindt sympatische regulatie van de warmteafgifte plaats?
-Activatie van cholinerge sympatische (postganglionaire) huidvezels leidt tot zweten (en evt. vasodilatatie)
-Activatie van adrenerge sympatische vezels door (nor)adrenaline leidt tot vasoconstrictie in de huis
Hoe vindt sympatische regulatie van de warmteafgifte plaats?
-Activatie van cholinerge sympatische (postganglionaire) huidvezels leidt tot zweten (en evt. vasodilatatie)
-Activatie van adrenerge sympatische vezels door (nor)adrenaline leidt tot vasoconstrictie in de huis
Wat zijn de centrale thermosensoren?
Temperatuurgevoelige neuronen in de area preoptica in de hypothalamus. Geven opdracht voor warmteproductie/afgifte
Wat zijn de soorten temperatuurgevoelige neuronen in de hypothalamus?
-Temperature insensitive neuronen
-Warm sensitive neuronen. Gaan harder vuren bij een hogere temperatuur
Wat zijn de soorten perifere thermosensoren?
-Koud gevoelige vezels (vrije zenuweindigingen)
-Warmte gevoelige vezels
Hoe vindt prikkelgeleiding plaats bij skeletspieren, parasympatische zs en sympatische zs (incl bijniermerg)?
-Acetylcholine->N1 receptor
-Acetylcholine->N2 receptor, acetylcholine->M receptor
-Acetylcholine->N2 receptor, noradrenaline->adrenerge recpeptoren
-Acetylcholine->N2 receptor op neuro-endocriene cel in bijniermerg->afgifte dense core vesicle met adrenaline->adrenaline via bloed naar organen
Wat zijn de kenmerken van de perifere thermosensoren?
-Koude- en warmtereceptoren hebben allebei een eigen meetbereik
-Ze hebben een fasische/transiente component (vuren bij temperatuurverandering) en tonische component (vuren bij constante temperatuur/steady state)
Hoe ontstaat er een actiepotentiaal bij perifere thermosensoren?
-Koudegevoelige sensoren hebben ionkanalen (TRPM8 enz) die openen als het kouder wordt en bij menthol
-Warmtegevoelige sensoren hebben ionkanalen (TRPVI) die open gaan als het warmer wordt en bij capsaicine
Wat zijn de mechanismen voor warmteproductie?
-Verhoogde spiertonus (g-lus, via formatio reticularis in hersenstam)
-Klappertanden, rillen (om spieren tot verbranding aan te zetten)
-Onnodige of willekeurige beweging (zie hierboven)
-Verbranding van bruin vetweefsel (via sympatische activatie)
Hoe zorgen spieren voor warmteproductie?
Meeste spierenergie komt vrij als warmte, gaat via het bloed naar het lichaam
Waar is er bruin vetweefsel?
Bij de schouders en in de buurt van de sympathische ganglia en de bijnieren