Week 8 - 23 mei t/m 27 mei Flashcards

(119 cards)

1
Q

Wat is kenmerkend voor type 1 diabetes?

A
  • De pancreas maakt geen insuline (absolute insuline deficiëntie)
  • Begint meestal voor leeftijd van 30-35
  • Geneigd tot ketoacidose
  • Volledig afhankelijk van insuline om ketoacidose te voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is kenmerkend voor type 2 diabetes?

A
  • Relatieve insuline deficiëntie
  • Insuline resistentie (cellen werken niet goed op insuline)
  • Vermogen van de pancreas om de insuline te maken neemt af in de tijd (progressieve ziekte)
  • Patiënten zijn vaak ouder dan 30
  • Niet volledig afhankelijk van insuline
  • 85-90% van de patiënten zijn obese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor ziekte is type 1 diabetes?

A

Auto-immuun ziekte waarbij de bèta-cellen van de eilandjes van Langerhans kapot worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er bij type 2 diabetes?

A

Er ontstaat een hyperglycemie door een relatieve insuline deficiëntie door insuline resistentie en dysfunctie van de bèta cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn typische symptomen van diabetes type 1?

A
  • Glucosurie
  • Polyurie
  • Polydipsie
  • Polyphagie: veel eten als reactie op toegenomen verlies van calorieën
  • Gewichtsverlies
  • Slapte, moeheid: door minder ATP
  • Uitdroging
  • Misselijk en braken: ketoacidose
  • Jeuk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontstaat glucosurie?

A

Vermogen van de nier om glucose terug te reabsorberen is overbelast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontstaat polyurie?

A

Als gevolg van osmotische diurese door de glucose die niet kan worden teruggereabsorbeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaat polydipsie?

A

Reactie op het toegenomen verlies van vocht en uitdroging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ontstaat gewichtsverlies bij diabetes?

A
  • Door excretie van calorieën met de urine
  • Door afbraak van spier- en vetweefsel
  • Door vochtverlies met de urine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn typische symptomen van diabetes type 2?

A
  • Toegenomen dorst
  • Meer plassen
  • Moeheid
  • Wazig zien: zwelling van de lens door stijgende bloedsuikerspiegel
  • Toegenomen frequentie van infecties (schimmel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de WHO diagnostische criteria voor de diagnose diabetes?

A
  • Nuchter plasma glucose > 7.0 mmol/L (126 mg/dL)
  • Willekeurige plasma glucose > 11.1 mmol/L (200 mg/dL) -> 1 abnormale waarden bij symptomatische verschijning, 2 bij asymptomatisch
  • HbA1c > 6,5% (48 mmol/L)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe reken je om van mmol/ L glucose naar mg/dL?

A

1 mmol/L glucose = 18 mg/dL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er bij een orale glucose tolerantietest?

A
  • Laat 75 gram glucose drank drinken

- Neem nuchter en na 120 minuten na glucose drank bloed af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een normale uitslag van een OGTT?

A
  • Nuchter < 7.0 mmol/L

- 2u na glucose < 7.8 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij welke OGTT uitslag heeft iemand een impaired glucose tolerantie?

A
  • Nuchter < 7.0 mmol/L

- 2u na glucose 7.8-11.0 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij welke OGTT uitslag heeft iemand diabetes mellitus?

A
  • Nuchter > 7.0 mmol/L

- 2u na glucose > 11.0 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is kenmerkend voor impaired glucose tolerantie (IGT)?

A
  • Diagnose kan alleen via OGTT worden gesteld
  • Risicofactor voor type 2 diabetes
  • Verhoogd risico op HVZ maar geen verhoogde kans op microvasculaire complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is kenmerkend voor impaired fasting glucose (IFG)?

A
  • Nuchtere glucose tussen 6.1-6.9 mmol/L
  • Geen OGTT nodig
  • Verhoogd risico op type 2 diabetes en/of HVZ, maar geen verhoogde kans op microvasculaire complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het HbA1c?

A

Het percentage rode bloedcellen waarvan het Hb geglycosyleerd is -> weerspiegelt het gemiddelde glucosegehalte in het bloed in de voorafgaande 6-8 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe wordt HbA1c gevormd?

A

IN bloed bindt glucosemolecuul (niet-enzymatisch) met het N-eindstandige aminozuur van de bèta-keten van Hb in de rode bloedcellen -> onomkeerbaarproces bij een lang hoge glucose concentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de normaalwaarde voor HbA1c?

A
  • 20-42 mmol/mol -> 48 mmol/mol wordt aanbevolen als minimum voor diagnose diabetes
  • 4-6%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wanneer treedt glucosurie op?

A

Als glucose in het bloed boven de 10-11.1 mmol/L komt -> als er sprake is van gemanifesteerde diabetes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Tot hoeveel kcal kunnen diabetes patiënten per dag extra uitplassen?

A

400 kcal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waarom kan de aanwezigheid van glucose in de urine niet gebruik worden om de diagnose diabetes te stellen?

A

Je krijgt pas glucose in de urine vanaf 10 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Welke combinatie van labafwijkingen is typisch voor een diabetische ketoacidose?
- Verhoogde spiegel van ketonen in bloed en urine - Lage pH in het bloed - Hyperglycemie - -> wijst allemaal op absolutie insuline deficiëntie
26
Wat houdt een conservatieve behandeling van diabetes is?
Er wordt tweemaal per dag insuline ingespoten met lang- en kortwerkende insuline
27
Wat houdt een intensieve behandeling van diabetes in?
Viermaal spuiten: een langwerkende en drie kortwerkende insuline
28
Waar baseer je de diagnose diabetes bij kinderen op?
Accidenteel gemeten bloedsuiker van > 11 mmol/L + bijpassende symptomen
29
Hoe ziet de classificatie van diabetes eruit?
- Type 1 diabetes: auto-immuun vorm, 90% kinderen en adolescenten met diabetes, ongeveer 6000 kinderen - Type 2 diabetes: betreft > 90% van diabetes bij volwassenen
30
Wat houdt insulinetherapie in?
Regelmatig suikerwaarden meten (4-5 x per dag) en adequaat insuline toedienen
31
Wanneer is er meer en minder insuline nodig?
- Meer: kou | - Minder: sporten
32
Wat gebeurt er bij ernstige insuline deficiëntie?
- Lipolyse neemt toe en daarmee aanbod van vrije vetzuren (FFA) naar de lever - Vrije vetzuren opgenomen door levercellen en gebruikt voor ketonlichamen in mitochondriën - Als ketonlichamen op grote schaal aan bloed afgegeven worden: ketoacidose
33
Wat zijn chronische complicaties van diabetes?
- Retinopathie - Nefropathie - Neuropathie - Atherosclerotische complicaties
34
Wanneer ontstaat microalbuminurie bij patiënten met type 1 diabetes?
5 tot 15 jaar na het begin van diabetes
35
Waarom is screening op diabetische retinopathie bij het stellen van de diagnose belangrijk?
Omdat er al sprake kan zijn van een (pre)proliferatieve diabetische retinopathie zonder dat een patiënt dat gemerkt heeft
36
Wat zijn de behandelingsdoelen van DM?
1. Normaliseren van de bloedsuikerspiegel tussen 4 en 8 mmol/L en daardoor het behandelen van de symptomen van suikerziekte 2. Voorkomen chronische complicaties diabetes 3. Voorkomen van hyper-/hypoglycemieën 4. Zorgen dat iemand zo normaal mogelijk leven kan leiden
37
Waar bestaan de mogelijkheden om diabetes te behandelen uit?
1. Dieet 2. Voldoende lichamelijke activiteit 3. Tabletten 4. Injecties
38
Waar verschilt het dieet van patiënten met diabetes in vergelijking met normale mensen in?
Verschilt in principe niet maar bij voorkeur: - Relatief weinig snel absorbeerbare suikers: koolhydraten die langzaam worden opgenomen - Veel voedingsvezels - Weinig verzadigd vet
39
Wat is de aanbevolen samenstellen van het dieet voor mensen met diabetes?
- Eiwit: 1 g/kg ideaal gewicht - Vet: < 35% van totale energie intake - Koolhydraten: 40-60% van totale energie intake - Alcohol: niet verboden - Zout: < 6 g/dag
40
Wat is het gevolg van voldoende lichaamsactiviteit voor patiënten met diabetes?
- Insulineresistentie neemt af door beweging - Verhoogt de insulinegevoeligheid - Reduceert progressie van type 2 diabetes met 30-60%
41
Wat wordt er verstaan onder voldoende lichaamsbeweging?
5 dagen per week sporten gedurende achtereenvolgens 30 minuten
42
Welke adviezen over dieet en leefstijl zouden alle patiënten met (pre)diabetes moeten krijgen?
- Controle van het gewicht - Stoppen met roken - Regelmatig lichaamsbeweging
43
Wat is een van de meest gegeven tabletten bij diabetes type 2?
Metformine
44
Hoe werkt metformine?
- Het activeert AMP-kinase dat betrokken is bij het energiemetabolisme van de cel - Reduceert gluconeogenese en daarmee glucose output van de lever - Het verhoogt de insuline gevoeligheid - Geen direct effect op insuline secretie: insuline sensitizer - Veroorzaakt geen hypoglycemie en geen gewichtstoename
45
Wanneer is metformine gecontra-indiceerd?
Bij lever- en nierinsufficiëntie
46
Wat is het effect van metformine op de HbA1c?
Verlaagt het met gemiddeld 11-22 mmol/mol
47
Wat zijn sulphonylureum derivaten?
Insuline secretagoguen -> zetten Eilandjes van Langerhans aan
48
Wat zijn belangrijke bijwerkingen van metformine?
- Lactaatacidose - Diarree - Misselijkheid - Verminderde eetlust
49
Hoe werken sulphonylureum derivaten?
Stimuleren K-kanalen in bèta cellen -> insuline wordt afgegeven als gevolg van verhoogde Ca influx
50
Wat is een nadeel van sulphonylureum derivaten?
Geven insuline onafhankelijk van de bloedsuikerspiegel af: kan te laag worden
51
Waar zijn sulphonylureum derivaten bij gecontra-indiceerd?
Lever- en nierziekten en zwangerschap
52
Hoe werkt meglitinide (insuline secretagogue)?
Stimuleert afgifte van insuline door sluiten van K afhankelijke ATP kanalen
53
Hoe werken thiazolidinediones?
- Maken het lichaam insuline gevoeliger - Verbeteren werking van insuline - Verminderen insuline resistentie - Stimuleren peroxisome proliferator-activated receptor-gamma (PPAR-y) - Verminderen glucoseproductie in lever - Verbeter perifere glucoseopname
54
Wat zijn bijwerkingen van thiazolidinediones?
- Gewichtstoename - Hartfalen door vocht vasthouden - Osteoporose - Botfractuur - Blaaskanker
55
Hoe werken dipeptidyl peptidase (DPP-4) remmers?
- Versterken werking van endogeen GLP-1 - Matig glucose verlagend effect - Meest effectief in vroege fase diabetes type 2
56
Hoe werken sodium-glucose co-transporter (SGLT2) inhibitors?
Zorgen voor reabsorptie van glucose in de proximale tubulus van de nier: glucose gaat versterkt met de urine het lichaam uit
57
Welke injecties zijn mogelijk bij diabetes?
- Insuline injecties | - GLP-1 analogen
58
Hoe werken insuline injecties?
Subcutaan: onderhuidse vetweefsel
59
Waarom is de absorptie van humane insuline uit de subcutis vertraagd?
Omdat humane insuline in een oplossing hexameren vormt, die eerst uiteen moeten vallen in dimeren en monomeren voordat ze in het bloed kunnen worden opgenomen
60
Wanneer wordt kortwerkende insuline gebruikt?
- Als insuline voor een maaltijd gespoten moet worden - Als insuline IV moet worden gespoten - Als iemand een insulinepomp heeft
61
Hoe wordt insuline tegenwoordig gemaakt?
Via recombinant DNA-technieken: kan kort werkend of lang werkend
62
Wat zijn voorbeelden van kortwerkende insuline analogen?
Aspart en lispro
63
Hoe werken aspart en lispro?
- Worden sneller uit depot opgenomen: werking houdt veel minder lang aan - Begint tot 15 min na injectie te werken en werking houdt slechts 2-4 uur aan - Zorgt niet voor betere glucosespiegel
64
Wat is NPH-insuline (middellangwerkende insuline)?
Humaan insuline waarvan de werking is verlengd door aan het insuline molecuul zink of Neutral Protamine Hagedorn (NPH) toe te voegen
65
Hoe werkt NPH-insuline (middellangwerkende insuline)?
Insuline piek na 4-12 uur, werking houdt 18-24 uur aan
66
Wat zijn voorbeelden van langwerkende insuline analogen?
Insuline detemir en insuline glargine: mindere piek maar veel langere werking
67
Waarom wordt de basale insuline injectie gegeven/
- Om glucose productie uit de lever te controleren | - Om voldoende glucose opname naar de perifere weefsels te garanderen wanneer iemand nuchter is
68
Wat is het gevolg van insuline subcutaan spuiten?
Komt eerst in systemische bloedbaan voor klaring door lever -> lagere insuline spiegels in leverpoortader en relatief hoge insuline concentraties in systemische bloedbaan
69
Wat zijn incretinen?
Factoren/hormonen die worden afgegeven door de darm als je iets gaat eten en zorgen ervoor dat de insulinerespons door de pancreas toeneemt
70
Waar wordt de incretineafgifte van het darmlumen door gestimuleerd?
Glucose
71
Wat is de functie van incretine?
Stimulatie van de bètacellen in de eilandjes van Langerhans om insuline af te geven
72
Wat zijn de twee belangrijke incretinen?
- GIP: glucose dependent insulinotropic peptide of gastric inhibitory peptide - GLP-1: glucagon-like peptide-1
73
Door welke endocriene cellen worden de incretines in de darm afgegeven?
- K-cellen in duodenum en jejunum: GIP | - L-cellen in ileum en proximale colon: GLP-1
74
Hoe lang is de halfwaardetijd van de incretines?
- GIP: 7 minuten | - GLP-1: 1 minuut
75
Door welk enzym worden de incretines afgebroken?
DPP-4
76
Wat is het effect van GLP-1?
- Stimulatie van de glucose-afhankelijke insuline secretie - Remt de glucagon secretie - Vertraagt de maagmotiliteit en onderdrukt de eetlust - Verbetert de insuline gevoeligheid - Eilandjes van Langerhans blijven veel vitaler: cellen worden minder apoptotisch
77
Hoe zien de incretine spiegels bij mensen met DM2 eruit?
- GIP: geen afwijkingen | - GLP-1: verlaagd
78
Waardoor hebben de meeste mensen met DM2 geen last van de verminderde gevoeligheid voor insuline (insulineresistentie)?
Doordat de Eilandjes van Langerhans compensatoir meer insuline gaan produceren en over veel overcapaciteit beschikken
79
Waardoor kan een GLP-1-infusie leiden tot een bijna normale bloedsuikerspiegel?
- Insuline-afgifte wordt gestimuleerd | - Glucagonsecretie wordt geremd
80
Wat zijn belangrijke beperkingen bij therapie met GLP-1?
- GLP-1 is een eiwit en kan niet oraal worden toegediend -> wordt afgebroken in de maag dus moet IV - GLP-1 heeft een hele korte halfwaardetijd vanwege snelle afbraak door DPP-4
81
Wat is een voorbeeld van een GLP-1 analoog met een langere halfwaardetijd?
Exenatide
82
Hoe werkt exenatide?
Net als humaan GLP-1 werkt het in op de bètacellen, maar omdat het niet humaan is -> resistent tegen DPP-4: meer dan 10 uur werkzaam
83
Waarvoor kunnen DPP-4-remmers gebruikt worden?
- Om plasma GLP-1 hoger te houden - Om plasma insuline hoger te houden - Om bloedsuikerspiegel te laten dalen
84
Wat is kenmerkend voor DPP-4-remmers?
- Alleen effect bij werkzame GLP-1-productie - Zorgen dat eilandjes van Langerhans langer vitaal zijn - Kunnen oraal worden ingenomen - Minder krachtig effect: minder bijwerkingen
85
Wat is effect van een Roux-en-Y gastric bypass?
- Er blijft een kleinere maaginhoud over - Maag en duodenum worden gebypassed en er ontstaat andere flow van gal - Er ontstaat relatief korte blootstelling van voedsel uit de maag aan het jejunum -> kan minder worden opgenomen
86
Wat is het effect van een partiële vagotomie?
Kan bijdragen aan verminderde vertering van voedsel
87
Hoe ziet het verloop van een Roux-en-Y gastric bypass eruit?
- Eerste 2 dagen daling van hongergevoel oiv ghreline en verzadigingsgevoel neemt toe - Versterkte afgifte van PYY en GLP-1 - Insulinesecretie en GLP-1 productie nemen toe - Insulinegevoeligheid verbetert - Ernst van diabetes neemt af
88
Waar bestaat de behandeling uit bij een aanspreekbare patiënt met een hypoglycemie (glucose < 3)?
- 10-25 g glucose per os
89
Waar bestaat de behandeling uit bij een patiënt die niet-aanspreekbaar is met een hypoglycemie?
- 50 mL van een 50% (50 g / 100 mL = 25 glucose) glucose oplossing iv of 1 mg glucagon subcutaan of intramusculair - Glucagon is alleen zinvol wanneer hypo < 45 minuten bestaat en er geen leverziekte bestaat - Bij hypo > 45 minuten kan de glycogeen voorraad al op zijn
90
Wat is belangrijk als een patiënt met een hypo een oraal sulfonylureum-derivaat slikt?
Tablet zet 24 uur lang insuline aanmaak in pancreas aan: belangrijk dat patiënt de rest van dag voldoende voedsel tot zich neemt
91
Hoe wordt C-peptide gemaakt?
Preproinsuline -> proinsuline -> insuline + C-peptide
92
Waardoor wordt het trillen, transpireren en hartkloppingen ontstaan bij een hypoglycemie?
Doordat de adrenaline spiegel gestegen is
93
Wat zijn oorzaken van hypoglycemie?
- Te veel insuline spuiten - Onvoldoende eten, maaltijd overslaan - Beweging/training geïnduceerde hypoglycemie: tot 8 uur na sporten (bij bewegen wordt insulinegevoeligheid groter) - Alcohol: hierdoor wordt gluconeogenese 's nachts geblokkeerd - Gebruik van bèta-blokkers: hierdoor merk je minder makkelijk dat je bloedsuiker te laag is
94
Wat zegt een exogene insuline productie?
Laag C-peptide in het lichaam en hoog insuline
95
Wat zegt een endogene insuline productie?
Verhoogde insuline en C-peptide
96
Waardoor ontstaan misselijkheid en braken?
Door hoge bloedsuikers, maag en darm komen tot stilstand en hierdoor blijven darmsappen stil staan -> word je misselijk van
97
Wat is clapotage?
Klotsend maagsap door stilstand van de maag: maagzuur wordt niet goed afgevoerd (risico op aspiratiepneumonie)
98
Wat zijn uitlokkende factoren voor een diabetische ketoacidose?
- Inadequaat insuline gebruik (DM2) - Infectie, ontsteking, maakt minder insuline gevoelig - Hartinfarct - Operatie - Trauma - Zwangerschap
99
Wat zijn oorzaken van diabetische ketoacidose?
- Longontsteking: X-thorax - Hartinfarct: ECG - Infectie van bacteriële oorsprong: kweek
100
Op basis van welke gegevens stel je de diagnose diabetische ketoacidose?
- Bloedsuiker - Ketonen in urine en bloed - pH onder 7,3 - Verlaagd HCO3-
101
Waar staat de behandeling van diabetische ketoacidose uit?
- Geven van insuline -> ketogenese stopt -> pH kan normaliseren - Elektrolyten en vocht aanvullen - Uitlokkende factor elimineren
102
Wat is het verschil tussen diabetische ketoacidose en hyperglycemische hyperosmotische ontregeling (HHO)?
Ketoacidose: - Begint snel - Kussmaul ademhaling - Aceton adem - Misselijkheid/braken - Buikpijn
103
Wat is kenmerkend voor een hyperglycemische hyperosmotische ontregeling?
- Ontstaat na dagen/weken - Verlaagd bewustzijn / suf - Focale neurologische uitval / epilepsie - Krampen in de benen - pH > 7.30 - Ketonen zijn negatief
104
Wat is het Somogyi Effect?
Een hoge bloedsuikerwaarde in reactie op een te lage bloedsuikerwaarde
105
Wat is het Dawn fenomeen?
De toename van insuline-resistentie zoals die optreedt in de vroege ochtend door de stijging van de groeihormoonsecretie en stijging van cortisolspiegels in het bloed
106
Wat is Brittle diabetes?
Vorm van suikerziekte die gekenmerkt wordt door frequente ziekenhuisopnames met diabetische ketoacidotische ontregelingen en hypoglycemieën en sterk wisselende hoge en lage bloedsuikerspiegels
107
Wat is insulineresistentie?
Een subnormale reactie op daling van de bloedsuikerspiegel door toediening van insuline of na secretie van endogene insuline
108
Wat is het gevolg van meer insuline bij een relatieve insulineresistentie?
Sterke stimulering van lipogenese: wat betreft lipogenese bestaat er geen insulineresistentie
109
Wat voor insuline spiegel past bij iemand met een goede insuline gevoeligheid?
Lage spiegel
110
Welke verschillende mechanismen kunnen tot insulineresistentie leiden?
- Pre-receptor: insuline kan niet aan receptor binden of wordt niet vervroegd weggevangen - Receptor: verlaagd aantal receptoren of verlaagde affiniteit - Postreceptor: abnormale signaaltransductie of fosforylatie (meest voorkomend) - Glucose-transporter: verlaagd aantal GLUT-4 transporters
111
Wat zijn belangrijke factoren die invloed op insuline resistentie kunnen hebben?
- Leeftijd - Viscerale vetmassa - Obesitas
112
Wat is het effect van gewicht op de insuline sensitiviteit?
Een gewicht van meer dan 35-40% van het ideale lichaamsgewicht verlaagt de insuline sensitiviteit met 40%
113
Welke effecten heeft insuline in het lichaam?
- Metabole effect | - Mitogeen effect: celdeling en differentiatie
114
Hoe worden deze effecten beïnvloed door insuline resistentie?
Metabole effecten functioneren niet goed, zegt niets over andere mitogene effecten
115
Wat is het effect van de insuline die ter compensatie wordt geproduceerd als gevolg van insuline resistentie?
Mitogene pathway wordt meer gestimuleerd -> op lange termijn: kanker
116
Waar speelt insulineresistentie een rol bij?
- Hoge bloeddruk - Laag HDL-cholesterol - Veel triglyceriden - Glucose intolerantie - Hyperinsulinemie - -> geven samen extra verhoogde kans op HVZ
117
Wat is een goed middel om te screenen op het metabool syndroom?
Buikomvang -> Europa: - Mannen > 102 cm - Vrouwen > 88 cm
118
Hoe is de behandeling van het metabool syndroom ingedeeld?
- Wegnemen van onderliggende oorzaak | - Wegnemen van risicofactoren
119
Welke 4 behandeldoelen heeft het metabool syndroom?
- Reduceren van het gewicht met 7-10% per jaar - Gecontinueerd tot BMI < 25 - Minimaal 30 minuten achter elkaar 5 dagen per week bewegen - Verminderde inname van verzadigd vet, transvetten en cholesterol - Bloeddruk verlagen tot < 140/90