Week 9 Flashcards

(41 cards)

1
Q

Wat is een major/minor anomalie?

A

Een minor anomalie heeft vooral psychische gevolgen, een major anomalie heeft ook lichamelijke gevolgen(soms levensbedreigend)
- minor anomalies zijn voorspellend voor major

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de principes van Wilson?

A

Teratogeen effect afhv:
- Structuur en werkingsmechisme stof
- Dosis en duur blootstelling
- Maternale modificatie dosis
- Mogelijkheid om foetus te bereiken: placentapassage
- Embryonale periode
- Capaciteit foetale organen om stof te metaboliseren
- Genetische gevoeligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke soort teratogene blootstellingen zijn er?

A
  • geneesmiddelen: valproaat, thalidomide
  • intoxicaties
  • genotsmiddelen: alcohol(FAS)
  • maternale ziekten en behandeling
  • straling
  • beroepsblootstelling
  • infecties: TORCHES
  • voeding: vit A, foliumzuur tekort
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een malformatie?

A

= afwijking vanaf begin afwezig
- oorzaak: (niet)genetisch, combi
- vb: split hands, polydactylie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een disruptie?

A

= afwijkende vorm agv schade door extrinsieke factoren aan aanvankelijk normale structuur
- Geen spontane correctie
- Erfelijke factoren: predispositie en ontwikkeling na schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een deformatie?

A

= afwijking vorm/positie agv inwerking mechnische krachten op aanvankelijke normale structuur
- spontane correctie mogelijk(na wegnemen kracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een dysplasie?

A

= abnormale histiogenese waarbij weefseltype of orgaansysteem morfologisch afwijkend zijn
- Oorzaak: (niet)erfelijk, combi
Vb: rachitis, osteogenesis imperfecta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het a priori risico?

A

= risico op dragerschap genetische aandoening puur obv positie stamboom tov persoon met bewezen mutatie, zonder rekening houden met of tussenliggende personen klachten hebben
- Cave: verminderde penetrantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een syndroom?

A

= herkenbaar patroon aangeboren afwijkingen waarbij unieke combi kenmerken onderscheiden tov alle andere patronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werkt diagnostiek bij syndromen?

A
  • vermoeden: aangeboren afwijking, verstandelijke beperking, vroege groeiachterstand
  • hoofd- en nevensymptomen
  • ook babyfoto’s
  • ook naar ouders en familie op kinderleeftijd kijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is variabele expressie?

A

= syndroom kan zich verschillend uitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is anticipatie?

A

= verschijnselen syndroom veranderen met generaties/ouder worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is genetische penetrantie?

A

= deel mensen dat aandoening tot expressie brengt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is genetische heterogeniteit?

A

= verschillende genetische afwijkingen veroorzaken zelfde ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn allelische afwijkingen?

A

= verschillende ziektebeelden door afwijkingen in zelfde gen veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn associaties?

A

= vaker icm elkaar optreden aangeboren afwijkingen zonder bekende genetische oorzaak
- VACTERL-H: vertebrale defecten, anale atresie/stenose, cardiale defecten, tracheo-oesofgale fistels, radiale defecten, renale analomieeën, ledemaat defecten en hydrocefalus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn sequenties? Wat is de Pierre-Robin sequentie?

A

= combi aangeboren afwijkingen ontstaan uit 1 afwijking of mechanische kracht via >/1 cascades
Pierre-Robin
- trias: micrognathie, OSAS en glossoptosis
- micro/retognathie -> tong naar achteren -> geen sluiting zacht gehemelte -> U-vormige schisis(75%)

18
Q

Wat is een up/downslant?

A

Up/downslant= buitenste ooghoek staat naar boven/beneden

19
Q

Wanneer mag je een oor laagstaand noemen?

A

Als de bovenste helixrand lager staat dan de lijn die door de buitenste ooghoek loopt en loodrecht op de lijn tussen kin en voorhoofd

20
Q

Wat zijn afwijkingen v/d handen?

A
  • syndactylie= vingers aan elkaar
  • brachydactylie= te korte vinger
  • clinodactylie= vinger staat schuin vanaf boven gezien
  • camptodactylie= vinger staat scheef vanaf zijkant gezien
  • tapering fingers= toelopende vingers
21
Q

Wat is body dismorphic disorder?

A
  • psychiatrische ziektebeeld waarbij mensen denken dat er iets mis is met het uiterlijk, ook al is dat niet zo
  • verstoord zelfbeeld
  • blijft terugkomen bij plastische chirurg
22
Q

Wat is een polydactylie?

A

= extra straal(vinger)
Ulnair/post-axiaal= aan pinkzijde
Radiaal/pre-axiaal= aan duimzijde

23
Q

Wat is het Waardenburg syndroom?

A
  • heterochromasie, poliosis(= witte haarlok), slechthorendheid, dopneus, telecanthus, synofrys,
24
Q

Wat is het SLO syndroom?

A

Syndroom ontstaan door afwijking in cholesterol metabolisme

25
Wat is een epicanthus?
= bovenste ooglid valt over binnenste ooghoek waardoor die niet goed zichtbaar is Dysmorf vs Aziatisch: dysmorf begint eerder en loopt ronder
26
Wat is synofrys?
= doorlopende wenkbrauw(ook wel uni/monobrow genoemd)
27
Wat zijn afwijkingen in de oogstand?
Normaal: ogen en neusbrug 1:1:1 - telecanthus: binneste ooghoeken verder uit elkaar, pupillen op zelfde afstand -> ICD groter, IPD gelijk en PFL(oogspleet) kleiner - hypertelorisme: ogen verder uit elkaar -> ICD, IPD en OCD groter, PFL gelijk Secundaire telecanthus: hypertelorisme waarbij binnenste ooghoek weg(?) waardoor indruk scheelzien - hypotelorisme: ogen dichter op elkaar - striabisme= scheelzien
28
Wat zijn craniosynostosen? Welke schedelvormen horen hierbij?
= vroegtijdige verbening schedelnaden - meervoudige craniosysnostosen: soms geassocieerd met syndroom, hoger risico op verhoogde hersenduk Schedelvormen - trigonocephalie: wigvormig -> metopicanaad(voorhoofdsnaad) - plagiocephalie: assymetrisch -> lambdoidnaad of 1 coronanaaad - houdingsafh: houding veranderen, helm - synostotisch - brachycephalie: breed -> beide coronanaden - scaphocephalie: bootschedel -> sagittaalnaad - veel voorkomend, veerdistractie(tot 6mnd), open remodellatie
29
Wat is een facial cleft?
= aangezichtsspleet, opening in of malformatie van deel gezicht - classificatie van Tessier: nummers - Treacher Collins syndroom: TCOF1 defect, bilateraal n6-8
30
Wat is een malrotatie en volvulus?
= aangeboren afwijking waarbij darmen verkeerd liggen en banden bestaan - enkele weken oud - volvulus: obstructie, gallig braken - X-BOZ: minder darmlissen, veel lucht, vloeistofspiegel - echo: verkeerde ligging vaten - chirurgische behandelen Cave: denk bij gallig braken en weer rustig beeld toch aan malrotatie die gederoteerd is -> contrastmiddel onderzoek
31
Wat is jejunumatresie?
- kind dat braakt na eerste voeding - beeldvorming: beeld lijkt op malrotatie
32
Wat is darm invaginatie?
= stuk darm schuift in ander stuk darm - koliekpijn - oorzaak: gezwollen lymfeklieren -> <5jr na GE, >5jr AO(maligniteit) - Diagnostiek: echo - contrastonderzoek en repositie
33
Wat is pylorushypertrofie?
- 3-6wk oud, meer jongens en familiair - excessief niet-gallig braken na drinken, hongerig - echo: verdikte pylorus
34
Wat is appendicitis?
- oudere kinderen - toenemende, stekende buikpijn met braken en koorts - verplaatst van epigastrico naar RO buik - vervoerspijn - diagnostiek: echo, evt MRI -> soms steen zichtbaar
35
Wat zie je bij NEC op beeldvorming?
X-BOZ: - pneumatosis: granulair beeld, lucht naast darmlis - gedilateerde darmlissen - strepen op lever: lucht in portale vaten
36
Wat is cyanose bij zuigelingen?
= blauwe verkleuring - centraal: arterieel bloed O2 onverzadigd -> slijmvliezen, tong en nagelbed - perifeer: verhoogde zuurstofextractie in weefsels -> blauwe, koude acra Oorzaken bij zuigeling - aangeboren hartafwijking: verkeerde aansluiting, intracardiale menging(TAPVC, truncus arteriosus), onvoldoende longperfusie(tricuspidalis/pulmonalis ateresie, hypoplastisch RV, perifere/infundibulaire pulmonalis stenose) - pulmonale oorzaak: onvoldoende ventilatie of longweefsel
37
Wat is een Fontan circulatie?
= 1 grote kamer pompt bloed rond, bloed stroomt passief longen in Operatie: in stappen(centrale shunt -> PCPC(VCS op a pulmonalis aangesloten in LA) -> IVC met a pulmonalis verbonden), tussendoor met hartkatheterisatie checken of longweerstand laag genoeg Prognose - slechtere overleving dan normale bevolking - complicaties: hartfalen, aritmie, trombo-embolie, eiwitverlies darm, PAVF, nier- en leverziekte
38
Hoe werkt interpretatie van een SNP-array?
- Log2 ratio(LogR): aantal kopieën → 2n=0, extra =+, verlies= - - BAF(B-allel frequentie): - 1/0=homozygoot: BB=100%/AB=0% - 0,5=heterozygoot: AB=50% - triploidie: AAA, BBB, AAB, ABB - meerdere regions of homozygosity(ROH): consanguïniteit -> cave autosomaal recessieve aandoeningen - gebruikt bij NIPT
39
Wat is next-generation sequencing?
- met 1 experiment nucleotide volgorde grote hvlh DNA bepalen - DNA capture: alleen fragmenten isoleren waarin geïnteresseerd(= panel) - Mapping= fragmenten terugplaatsen op referentiegenoom - Variant calling= verschillen noteren tov referentiegenoom - Normale variatie filteren en effect variant bepalen(classificeren)
40
Wat zijn criteria voor invoering van vaccinaties?
- ernst en omvang ziekte - doel - effectiviteit - veiligheid - aanvaardbaarheid - kosten effectiviteit - uitvoerring - deelname en draagvlak
41
Hoe kunnen corticosteroïden de groei beïnvloeden?
- geeft afbuigende lengtegroei, mn als systemisch toegediend - meerdere mechanismen - oplossing: om de dag, hele dagdosis in ochtend, lager dosis, kortwerkend preparaat(geen dexamethason), minst sterke corticosteroïd(prednison)