Werkcollege 1 + 2 Flashcards

(17 cards)

1
Q

Bio-Psycho-Sociaal model

A

Biologische, psychologische en sociale factoren hebben allemaal invloed op elkaar. Ze zijn afgebakend in hun eigen categorieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Classificatiesystemen

A

Dit zijn systemen die aanduiden wat voor symptomen horen bij bepaalde diagnoses. Zo kan je dus ook opzoeken wat een diagnose inhoud. Je hebt:
ICF en DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual ofMental Disorders)
Deze moet je voor nu kennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diagnostische cyclus

A

Belangrijk voor examen, hier komen zeker examenvragen over.
Er komt iemand met een klacht/probleem en die klachten gaan we inventariseren. Hierbij gaan we een hulpvraag opstellen. –> wat is nu het probleem? –> Verklaringen zoeken voor het probleem. –> advies bedenken bij het probleem. –> adviesgesprek voeren.
ZIE STUDIEFIGUUR 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hulpvraag

A

Bestaat uit klacht, doelen en hulpvraag.
Je hebt verschillende soorten hulpvragen:
- Onderkennend (Wat is er aan de hand?)
- Verklarend (Waarom is het aan de hand?)
- Indicerend (Hoe kan dit opgelost worden?)

ZIE STUDIEFIGUUR 2 voor voorbeelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Psychosociale problemen, gezondheidsproblemen en chronische ziekten

A

Psychosociale problemen: Alle problemen in iemand z’n pysche en sociale cirkels.
Denk aan stress, slaapproblemen en verslaving.

Gezondheidsproblemen: Alle problemen in iemand z’n gezondheid.
Denk aan roken, obesitas en infecties.

Chronische ziekten: Een ziekte die een continue of repetitieve behandeling van minstens zes maanden noodzaakt.
Denk aan kanker, hart- en vaatziekten en diabetes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Biomedisch ziektemodel (Flexner, 1910)

A
  • Gezondheid = afwezigheid van ziekte
  • Ziekte heeft een oorzaak die via medische interventie genezen kan worden –> diagnose-receptmodel
  • Oorzaak ziekte: externe ziekteverwekkers (bacteriën) of celmutaties
  • Patiënt heeft geen verantwoordelijkheid
  • Reductionistisch, verminderen van klachten
  • Basis voor veel succesvolle behandelingen, zoals vaccinaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Biopsychosociaal ziektemodel (Engel, 1977)

A
  • Ziekte en symptomen worden verklaard door een combinatie van lichamelijke, sociale, culturele en psychologische factoren.
  • Feit of iemand zich ziek voelt, wordt mede bepaald door sociale en culturele factoren.
  • Behandeling wordt toegespitst op het individu, in samenspraak met hulpverlener en patiënt.
  • Gedeelde verantwoordelijkheid
    biopsychosociaal model focust zich op problemen binnen een individu.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vernieuwd concept van gezondheid (1986) en verouderd concept.

A

“Gezondheid als het vermogen je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.”
Gezondheid is een proces en niet iets wat vast staat.

Verouderde concept gezondheid:
“Een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.”
Deze definitie is een beetje krom, omdat het moeilijk haalbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nieuwste, breed & dynamisch concept: “positieve gezondheid” (Huber, 2011)

A

6 dimensies van gezondheid
- Lichaamsfuncties
- Dagelijks functioneren
- Mentaal welbevinden
- Zingeving
- Meedoen
- Kwaliteit van leven

ZIE STUDIEFIGUUR 3.
Positieve gezondheid focust zich op welzijn.
Maakt ook gebruik van biopsychosociaal model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Optimale geestelijke gezondheid

A

Salutogenetisch element: gaat over algemeen welbevinden van een individu.

Salutogenetisch element en Pathogenetisch element hebben invloed op elkaar.
ZIE STIDIEFIGUUR 4.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tweevoudig continuüm model

A

ZIE STUDIEFIGUUR 5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarin verschilt de herstelgerichte benadering van de andere benaderingen die eerder werden besproken?

A

Hier wordt gefocust op de sterke kanten en wat er wel goed gaat i.p.v. de problemen.
Herstelgerichte benadering is veel minder paternalistisch gericht, dus minder gebruik makend van een leidende rol van hulpverlener. Je gaat meer samen beslissen over de oplossingen voor het individu.

  • Binnen de herstelgerichte hulpverlening wordenmensen met een psychische aandoening in de allereerste plaats gezienals mens en niet als patiënt.
  • De hulpverlener laat zich niet primair leiden door de diagnose van de cliënt, maar erkent diens eigen visie, kracht, wensen, deskundigheid en mogelijkheden voor herstel.
  • De hulpverlener streeft naar een gelijkwaardige relatie met de hulpvrager en gaat terughoudend om met zijn eigen professionele inzichten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorbeelden herstelgerichte benadering

A

Strengthmodel: welke krachten zijn er bij mensen? Hoe kunnen ze die ontdekken en gebruiken?

WRAP: Model waarin mensen gevraagd worden een actieplan te ontwikkelen om naar meer herstel te gaan.

CHIME:
- Connectedness: je verbonden voelen in een gemeenschap en je gewaardeerd voelen in een gemeenschap.

  • Hope & optimism: Gaat over het feit dat mensen kunnen hopen en het geloven dat herstel mogelijk is. Zorgt voor positievere gedachtegang, kunnen hopen en dromen over de toekomst.
  • Identity: Op een positieve manier je eigen identiteit te kunnen bekijken. Ligt samen met zelfbeeld.
  • Meaning: Betekenis geven aan psychische klachten die ervaart worden. Als hier betekenis aan gegeven wordt dan draagt dit bij aan herstel van de klacht. Mensen worden uitgedaagd om de klacht een plaats
    te geven.
  • Empowerment: Zelf grip krijgen op het leven, verantwoordelijkheid nemen. Mensen hebben zelf veel invloed op hun situatie. Meer controle kunnen krijgen over hun eigen leven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Lekentheorieën over gezondheid

A

Ernstig zieke mensen reageerde dat gezondheid overwegend gevoel van welzijn, afwezigheid van symptomen en handelingen waartoe een persoon in staat is. Gezonde mensen spreken meer over gedrag wat bij gezondheid hoort zoals, gezond eten en sporten enz.

Recent onderzoek van Bennett (2000): Als er over gezondheid gesproken wordt dan kunnen mensen gezondheid zien als gezond zijn (ziek of gezond zijn), gezondheid hebben of gezond doen (bepaald gezond gedrag stellen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Crosscultureleperspectieven op gezondheid

A

‘Normale gezondheid’ verschilt van cultuur tot cultuur.
- Westers perspectief
Compartimentering:onderscheiding van geest, lichaam, ziel waarbij elk van deze ‘terreinen’ aan afzonderlijkezorgverleners wordt toegewezen.

Individualistische benadering:een culturele filosofie die de verantwoordelijkheid in handen legt van het individu; het zijn deindividuele behoeften en wensen (en niet die van de groep) die het gedrag motiveren.

Secularisatie: Religie heeft geen invloed meer op de zorg.

  • Niet-Westers perspectief
    Holistische benadering:Hierbij kijkt men nietalleen naar het zuiver lichamelijke of waarneembare, maar naar het hele wezen. nadruk leggen op het geheel bij waarneming van het individu.

Collectivistische benadering: Een culturele filosofie die de nadruk legt op het individu als deel van een groter geheel en ophandelingen die meer door collectieve dan door individuele behoeften en wensen wordengemotiveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Levensloop en gezondheid

A

Het psychologisch welzijn en de sociale en emotionele gezondheid worden door het proces van het ouder worden beïnvloed. Dit vraagt per leeftijd dan ook een andere aanpak.

Bij elke leeftijdsfase zal de opvatting van de eigen gezondheid variëren.

Bevorderen gezonde levensstijl en ‘geslaagd ouder worden’
- Lichamelijk en geestelijk functioneren
- Opgenomen zijn in een sociaal netwerk, met mogelijkheid tot hulp krijgen en bieden
- Schone, veilige omgeving, met gelegenheid tot recreatie
- Voldoende bestaansmiddelen

17
Q

Blue zones

A

9 tips om gelukkig en gezond oud te worden
1. Beweeg natuurlijk
2. Vind een doel om voor te leven
3. Druk dagelijks de pauzeknop in
4. Eet tot je maag voor 80% vol zit
5. Focus op plantaardig eten
6. Drink een wijntje om 5u
7. Geloof
8. Geliefden eerst
9. De juiste omgeving

Sociale relaties zijn een goede voorspeller van gezondheid. Vrouwen houden vaker sociale relaties in stand en onderhouden deze. Hierdoor hebben ze een hogere gemiddelde leeftijd.