wiskunde juniexamen Flashcards

wiskunde (36 cards)

1
Q

eenterm

A

een product van een getalfactor en letterfactoren met een postive exponent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

getalfactor

A

coëfficiënt of een cijfergedeelte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lettergedeelte

A

het geheel van letterfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

veelterm

A

een som van eentermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gelijksoortige eentermen

A

eentermen met hetzelfde lettergedeelte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

eentermen optellen en aftrekken

A

gelijksoortige eentermen =
- tel de coëfficiënten op/af
- behoud het lettergedeelte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

eentermen vermenigvuldigen

A
  • vermenigvuldig de coëfficiënten
  • vermenigvuldig de lettergedeeltes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

macht van een eenterm berekenen

A
  • verhef de coëfficiënten tot de macht
  • verhef het lettergedeelte tot de macht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eenterm vermenigvuldigen met een veelterm

A

vermenigvuldig de eenterm met elke term van de veelterm tel de bekomende producten op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

veelterm met een veelterm bereken

A

vermenigvuldig elke term van de eerste veelterm met elke term van de tweede veelterm tel de bekomende producten op herleid indien mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uit wat bestaat de kwadraat van een tweeterm

A
  • kwadraat van de eerste term
  • dubbelproduct van beide termen
  • kwadraat van de tweede term
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

toegevoegde tweeterm

A

twee tweetermen die alleen verschillen door het teken van één term

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

eigenschap gelijkbenige driehoek

A

een driehoek is gelijkbenig als en slechts als de basishoeken even groot zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

eigenschap hoeken in een gelijkzijdige driehoeken

A

een driehoek is gelijkzijdig als en slechts als de hoeken even groot zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ongelijkbenige driehoek

A

0 symetrieassen 3 verschillende hoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gelijkbenige driehoek

A

1 symmetrieas en 2 even grgote hoeken (=basishoeken)

17
Q

gelijkzijdige driehoek

A

3 symettrieassen 3 even grote hoeken (=60°)

18
Q

driehoeksongelijkheid

A

in elke driehoek is de lengte van een zijde altijd kleiner dan de som van de lengte van de andere twee zijden

19
Q

verband tussen de hoeken en de zijden in een driehoek

A

in elke driehoek ligt tegenover een grotere hoek een langere zijde en omgekeerd

20
Q

de som van een driehoek

A

de som van een drehoek is 180°

21
Q

de som van een vierhoek

A

de som van de hoeken in een vierhoek is 360°

22
Q

definitie trapezium

A

een vierhoek met minstens één paar evenwijdige zijden

23
Q

aantal symmetrieassen trapezium

A

geen buiten gelijkbenige heeft er 1

24
Q

definitie parallellogram

A

een vierhoek met twee paar evenwijdige zijde in een parallellogram

25
eigenschap parallellogram
- zijn de overstaande zijden even lang - zijn de overstaande hoeken even groot - snijden de diagonalen in het midden
26
aantal symmetrieassen parallellogram
geen
27
definitie ruit
vierhoek met vier even lange zijde
28
aantal symmetrieassen ruit
1/2 symmetrieassen
29
eigenschap ruit
- zijn de overstaande zijde evenwijdig - zijn de overstaand hoeken even groot - snijden de diagonalen elkaar in het midden - staan de diagonalen loodrecht op elkaar
30
defenitie rechthoek
een vierhoek met vier rechte hoeken
31
eigenschap rechthoek
- zijn de overstaande zijden evenwijdig - zijn de overstaande zijden even lang - zijn de diagonalen even lang - snijden de diagonalen elkaar in het midden
32
aantal symmetrieassen rechthoek
2
33
definitie vierkant
vierhoek met vier even lange zijde en vier rechte hoeken
34
eigenschap vierkant
- zijn de overstaande zijden evenwijdig - zijn de diagonalen even lang - snijden de diagonalen elkaar in het midden en staan loodrecht op elkaar
35
aantal symmetrieassen vierkant
4
35
congruentiekenmerken
zzz hzh zhh/hhz zhz zz90°