woorden Flashcards
(132 cards)
glucose
monosaccharide
fructose, lactose
disaccharides
zetmeel, glycogeen en cellulose
polysachariden: zetmeel (planten), glycogeen (dieren), cellulose en
- Glycoproteïnen
fungeren als smeermiddel
- Glycolipiden
helpt de cel doen horen bij een specifiek individu = (‘zelf’), helpt bij identificeren van ‘buitenaardse’ cellen die mogelijks infecties met zich mee kunnen brengen
adipocyten
- vetcellen (type los bindweefsel)
- Vooral te vinden onder de huis, rond de nieren en op het oppervlak van het hart.
- hongercontrole center
erythrocytes
RBC
leukocyten
WBC
squamous epitheel
soort simpel epitheel
afgeplatte cellen
in longen en bloedvaten
=> uitwisseling van substraten
cubitale epithelium
soort simpel epitheel
kubusvormige cellen
in spieren
mitochondrion en microvili
columnar epithelium
soort simpel epitheel
nucleus in onderkant van cel
spijsvertering en baarmoederuil-len (sperma wordt daar gestuurd)
microvili
pseudogestratifieerde columnar epitheel
onregelmatig (waardoor verschillende lagen naar boven)
gestratifieerde
neus, mond, vagina, huid, anaal kanaal, …
keratinocytes
waterdicht proteïne
zoals in huid (kan tot aandrijf lijden)
vinger en voetafdruk
langerhans
of dendrietische cellen
!macrophage
UVA
lange golven
UVB
korte golven
meyocardiaal infract
verstopte coronaire haarvaten woorden voedingstoffen niet meer de hartspieren bereiken
knoopweefsel
tas sa node (pacemaker) en av node (dankzij gap junction)
defibrilatie
sterke stroom wnr fibrillatie (=ongecoördineerde, irreguliere elektrische activiteit in de ventrikels. bvb overdosis)
Eens de ventrikels fibrilleren, stopt gecoördineerd pompen van het harten en krijgen lichaamsweefsels snel zuurstoftekort kan leiden tot dood
Sfygmomanometer
bloeddruk in arm meten
Systolische druk:
grootste druk (120)
dualistische druk
laagste druk (rust)
fibroblasts
cel van losmatig en vast bindweefsel