Woordenlijst - Theme 2 Flashcards
(233 cards)
1
Q
appointment (de or het?)
A
afspraak (de)
2
Q
alcohol (de or het?)
A
alcohol (de)
3
Q
both
A
allebei
4
Q
only
A
alleen
5
Q
please (informal / formal)
A
alsjeblieft / alstublieft
6
Q
apple (de or het?)
A
appel (de)
7
Q
job (de or het?)
A
baan (de)
8
Q
baby (de or het?)
A
baby (de)
9
Q
important
A
belangrijk
10
Q
discuss
A
bespreken
11
Q
best
A
beste
12
Q
get well soon!
A
beterschap!
13
Q
Liberation day
A
bevrijdingsdag
14
Q
broom (de or het?)
A
bezem (de)
15
Q
happy
A
blij
16
Q
bookshop (de or het?)
A
boekwinkel (de)
17
Q
receipt (de or het?)
A
bon (de)
18
Q
receipt (de or het?) (klein)
A
bonnetje (het)
19
Q
brother (de or het?)
A
broer (de)
20
Q
present (de or het?) (klein)
A
cadeautje (het)
21
Q
carnival
A
carnaval
22
Q
contact (de or het?)
A
contact (het)
23
Q
nursery (de or het?)
A
crèche (de)
24
Q
dancing
A
dansen
25
which, what, that
dat
26
close
dicht
27
animal day
dierendag
28
this
dit
29
daughter (de or het?)
dochter (de)
30
remembrance day
dodenherdenking
31
married couple (de or het?)
echtpaar (het)
32
final exam (de or het?)
eindexamen (het)
33
each other
elkaar
34
very
erg
35
exam (de or het?)
examen (het)
36
family (de or het?)
familie (de)
37
party (de or het?)
feest (het)
38
holiday (de or het?)
feestdag (de)
39
party (de or het?) (klein)
feestje (het)
40
bike (de or het?)
fiets (de)
41
bottle (de or het?)
fles (de)
42
form (de or het?)
formulier (het)
43
photo (de or het?)
foto (de)
44
photographer (de or het?)
fotograaf (de)
45
guest (de or het?)
gast (de)
46
birth (de or het?)
geboorte (de)
47
use
gebruiken
48
sorry for your loss / condolences
gecondoleerd
49
no (as in no problem)
geen
50
congratulations
gefeliciteerd
51
crazy
gek
52
ago
geleden
53
luck (de or het?)
geluk (het)
54
happy / lucky
gelukkig
55
city hall (de or het?)
gemeentehuis (het)
56
occur
gescheiden
57
married
getrouwd
58
give
geven
59
cozy
gezellig
60
family (de or het?)
gezin (het)
61
good Friday
Goede Vrijdag
62
gladly
graag
63
canal (de or het?)
gracht (de)
64
greetings (de or het?)
groet (de)
65
big
groot
66
grand mother (de or het?)
grootmoeder (de)
67
grand father (de or het?)
grootvader (de)
68
her
haar
69
heartily
harte
70
warm / cordial congratulations
hartelijk gefeliciteerd
71
ascension day
Hemelvaart
72
how much
hoeveel
73
hear
hoor
74
hear
horen
75
dog (de or het?)
hond (de)
76
love
houden van
77
their
hun
78
wedding (de or het?)
huwelijk (het)
79
everybody
iedereen
80
international
internationaal
81
fill in
invullen
82
birthday
jarig
83
you
je
84
boy (het or de?)
jongen (de)
85
your
jouw
86
room (het or de?)
kamer (de)
87
canteen (het or de?)
kantine (de)
88
cat (het or de?)
kat (de)
89
Christmas
Kerstmis
90
child (het or de?)
kind (het)
91
ready
klaar
92
small
klein
93
granddaughter (het or de?)
kleindochter (de)
94
grandchild (het or de?)
kleinkind (het)
95
grandson (het or de?)
kleinzoon (het)
96
coffee (het or de?)
koffie (de)
97
Royal day
Koningsdag
98
cup (het or de?)
kop (de)
99
to buy
kopen
100
cup (het or de?) (small)
kopje (het)
101
short
kort
102
to get
krijgen
103
intersection (het or de?)
kruispunt (het)
104
can
kunnen
105
yummy
lekker
106
spoon (het or de?)
lepel (de)
107
fun / nice
leuk
108
resemble
lijken op
109
local (het or de?)
lokaal (het)
110
but
maar
111
to make
maken
112
man (het or de?)
man (de)
113
me
me
114
knife (het or de?)
mes (het)
115
me
mij
116
to miss
missen
117
mother (het or de?)
moeder (de)
118
Mothers day
moederdag
119
should
moeten
120
allowed to
mogen
121
music (het or de?)
muziek (de)
122
national
nationaal
123
cousin / nephew (male) (het or de?)
neef (de)
124
take
nemen
125
cousin (female) (older) (het or de?)
nicht (de)
126
niece / cousin (female) (younger) (het or de?)
nichtje (het)
127
nothing
niets
128
new
nieuw
129
New Year
Nieuwjaar
130
nothing
niks
131
yet
nog
132
grandmother (het or de?)
oma (de)
133
research (het or de?)
onderzoek (het)
134
us, our / our
ons / onze
135
uncle (het or de?)
oom (de)
136
New years eve
Oudejaarsavond
137
older (het or de?)
ouder (de)
138
great grandmother (het or de?)
overgrootmoeder (de)
139
great grandfather (het or de?)
overgrootvader (de)
140
passed away
overleden
141
umbrella (het or de?)
paraplu (de)
142
perfume (het or de?)
parfum (het)
143
parking
parkeren
144
Easter
Pasen
145
pause
pauze
146
person (het or de?)
persoon (de)
147
Pentecost
Pinkesteren
148
fun (het or de?)
plezier (het)
149
popular
populair
150
Prince's day
Prinsjesdag
151
Congratulations (more formal)
proficiat!
152
cheers!
proost!
153
comment
reageren
154
turn right
rechtsaf
155
front desk (het or de?)
receptie (de)
156
to smoke
roken
157
exchange
ruilen
158
mother in law (het or de?)
schoonmoeder (de)
159
parent-in-law (het or de?)
schoonouder (de)
160
father in law
schoonvader (de)
161
sister in law (het or de?)
schoonzus (de)
162
St Martin
Sint Maarten
163
Saint Nicholas
Sinterklaas
164
tasty
smakelijk
165
fast
snel
166
stand
staan
167
couple (asking questions)
stellen (vragen stellen)
168
get well soon (strength)
sterkte!
169
stepbrother (het or de?)
stiefbroer (de)
170
stepmother (het or de?)
stiefmoeder (de)
171
step father (het or de?)
stiefvader (de)
172
stepsister (het or de?)
stiefzus (de)
173
piece (de or het?)
stuk (het)
174
piece (de or het?)(kleine)
stukje (het)
175
send
sturen
176
good luck
succes!
177
cake (de or het?)
taart (de)
178
dentist (de or het?)
tandarts (de)
179
aunt (de or het?)
tante (de)
180
taxi (de or het?)
taxi (de)
181
nowadays
tegenwoordig
182
home
thuis
183
time (de or het?)
tijd (de)
184
title (de or het?)
titel (de)
185
tradition (de or het?)
traditie (de)
186
treat
trakteren
187
marry
trouwen
188
twin (de or het?)
tweeling (de)
189
invitation (de or het?)
uitnodiging (de)
190
statement (de or het?)
uitspraak (de)
191
your
uw
192
father (de or het?)
vader (de)
193
father's day
Vaderdag
194
Valentine's day
Valentijnsdag
195
from
van
196
from
vanaf
197
heartily get well soon
van harte beterschap!
198
heartily
van harte!
199
a lot of
veel
200
lots of fun
veel plezier
201
many
velen
202
forget
vergeten
203
birthday (de or het?)
verjaardag (de)
204
moving away
verhuizen
205
difference (de or het?)
verschil (het)
206
understand
verstaan
207
annoying
vervelend
208
find
vinden
209
next one
volgende
210
order
volgorde
211
in front of
voor
212
fork (de or het?)
vork (de)
213
woman (de or het?)
vrouw (de)
214
why
waarom
215
how bad!
wat erg!
216
how cosy!
wat gezellig!
217
how nice!
wat leuk!
218
what
Wat
219
WC (de or het?)
wc (de)
220
work (de or het?)
werk (het)
221
wish (de or het?)
wens (de)
222
wine (de or het?)
wijn (de)
223
want
willen
224
house (de or het?)
woning (de)
225
become
worden
226
go for it
zet hem op!
227
sick
ziek
228
hospital (de or het?)
ziekenhuis (het)
229
search
zoeken
230
son (de or het?)
zoon (de)
231
shall
zullen
232
sister (de or het?)
zus (de)
233
brother in law (de or het?)
zwager (de)
