woordenlijsten deel 2 en 3 Flashcards
woordenlijsten (36 cards)
kazerne - kazernes/ kazernen
gebouw bestemd voor soldaten, brandweer
krioelen
zich in alle richtingen door elkaar bewegen, wemelen
(koorts) blos - blossen
rode kleur van de wangen
onrustwekkend
onrustbarend, zorgwekkend
razzia - razzia’s
actie waarbij op grote schaal mensen worden opgepakt
gieren
zich snel, fluitend of huilend voortbewegen
kik - kikken
flauw keelgeluid
tongval - tongvallen
dialect, accent waarmee je spreekt
recent
nog niet lang geleden, onlangs
objectief
op basis van feiten, los van eigen mening of interpretatie
subjectief
niet gebaseerd op feiten, met eigen meningen
fabel - fabels/ fabelen
verzinsel, korte vertellingen waarin dieren of dingen handelende personen optreden en met een boodschap waaruit je iets kunt leren
pinnig
scherp, fel, bits
column - culumns
regelmatige (min of meer kritische en op een vaste plaats verschijnende) brijdrage in een krant of een weekbald
hoax - hoaxen
Engels woord voor nep, bedrog, oplichterij, broodje-aapverhaal, vals bericht
universeel
over de hele wereld
definitie - definities
samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip, zodat het niet ment een ander verward kan worden, begripsbepaling
groef - groeven
inkerving, rimpel
forensisch
gerechtelijk
delict - delicten
strafbaar feit
plaats delict - plaatsen delict
plaats waar een strafbaar feit heeft plaatsgevonden
mysterie - mysteriën/ mysteries
onbegrijpelijk iets, raadsel
pistool - pistolen
vuistvuurwapen voor korte afstand
chemicaliën
scheidkundige stoffen