woordenschat Flashcards

(41 cards)

1
Q

melancholisch

A

met droevige gedachten (aan vroeger), als je je treurig voelt of piekert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de gril (grillen)

A

bevlieging, frats; plotselinge gedachte of stemming die gauw weer overgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cultiveren

A

bewerken (van land); tot ontwikkeling brengen, verfijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een onontwarbaar kluwen

A

iets waar je niet meer aan uit kunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tieren

A

roepen, schreeuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het leedvermaak

A

plezier dat je hebt als een ander iets vervelends overkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de woordspeling

A

een woordencombinatie waarmee men bewust een komisch of retorisch effect nastreeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het cynisme
de cynicus
cynisch

A

spotten met dingen waar je normaal niet mee moet spotten zoals de dood en ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de naïeveling
de naïviteit
naïef

A

als je gemakkelijk iemand vertrouwt en snel iets gelooft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de parodie
parodistisch
parodiëren

A

humoristische nabootsing van een bekend werk, meestal door sterke overdrijving van de typische kenmerken van het origineel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de hyperbool

hyperbolisch

A

overdrijvende, vergrotende stijlfiguur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de cultheld

A

helden van een bepaald vakgebied: ze zijn ongrijpbaar, onnavolgbaar en uniek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de slapstick

A

een vorm van humor waarin lichamelijke acties de hoofdrol spelen en waarbij de grappige situaties snel opvolgend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

macaber

A

griezelig door associaties met de dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de spot

A

ets waarmee je iets of iemand belachelijk maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de scatologie

scatologisch

A

studie van de ontlasting, grappen over ‘plas en poep’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

adequaat

18
Q

anticiperen

A

op iets vooruitlopen

19
Q

accumulatief

accumuleren

A

zich opstapelend

20
Q

conform

A

overeenkomstig met

21
Q

het jargon

A

vak- of groepstaal

22
Q

pittoresk

A

schilderachtig

23
Q

precair

24
Q

royaal

25
de briefing | briefen
ge weet wa da beteknd het kerel
26
de clausule | clausuleren
iets met contract
27
chronisch
voortdurend
28
laconiek
Doodkalm, droog
29
het filiaal
wat waffloos probeert te behalen (Pien is zeer mooi) §
30
laconiek
Doodkalm, droog
31
de polis
Verzekeringsdossier
32
de zoölogie zoölogisch de zoöloog
dier studie vanbeaelen
33
de impasse
situatie dat een proces vastloopt en moeilijk op te lossen is
34
de kleptomaan | de kleptomanie
iemand met een ziekelijke neiging tot stelen
35
populariseren | de popularisering
eenvoudig en begrijpelijk maken
36
de relativering | relativeren
de betrekkelijkheid erkennen of benadrukken
37
de desillusie gedesillusioneerd desillusioneren
hevig teleurgesteld
38
het ultimatum | ultiem
allerlaatst
39
De rechtspraak
is het proces waarin door een rechter een oordeel wordt gevormd over een rechtszaak
40
De goeroe
spirituele leraar of gids
41
verslingerd zijn aan
gek zijn op, verzot zijn op