woordenschat betekenis adjectieven Flashcards

1
Q

Futiliteit

A

Iets volkomen onbelangrijks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Charisma

A

Persoonlijke uitstraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fragmentarisch

A

Stuks-, broksgewijs; uit fragmenten bestaand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rancuneus

A

Haatdragend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Doctrinair

A

Streng vasthoudend aan eenmaal aanvaarde leerstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Doctrine

A

Leer, leerstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Justitieel

A

Gerechtelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Impulsief

A

Aan de opwellingen van het ogenblik gehoor gevend, ongeremd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Architectonisch

A

Op de architectuur betrekking hebbend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ascentisch

A

Onthouding, onthechting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tendentie

A

Stroming (zn) : beweging, denkrichting, neiging, richting, tendens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tendentieus

A

Met een bep. bedoeling de waarheid verdraaiend: een tendentieuze berichtgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Principieel

A

Beslist · compromisloos · consequent · rechtlijnig, berustend op een overtuiging …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sereen

A

Bedaard, bezadigd, kalm, onberoerd, rustig, vredig, vreedzaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Idyllisch

A

Landelijk, herderlijk, eenvoudig en onschuldig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Coherent

A

Samenhangend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Scrupuleus

A

Nauwgezet; zwaartillend, gewetensvol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Nonsensicaal

A

Onzinnig, absurd, belachelijk, dom, dwaas

19
Q

Sereen

A

Bedaard, bezadigd, kalm, onberoerd, rustig, vredig, vreedzaam

20
Q

Incivisme

A

Gebrek aan vaderlandsliefde? (is Frans woord?)

21
Q

Inciviek

A

Collaborateur, politiek onbetrouwbaar, politieke delinquent

22
Q

Controversieel

A

Aanvechtbaar, betwist, omstreden

23
Q

Diversificatie

A

Verscheidenheid, variatie

24
Q

Charismatisch

A

Betoverend, innemend

25
Q

Charisma

A

Uitstraling

26
Q

Impertinentie

A

Brutaliteit, onbeschoftheid

27
Q

Unilateraal

A

Eenzijdig

28
Q

Pluralisme

A

Het bestaan van verschillende sociale en culturele subsystemen in een samenleving, zoals de overheid, de rechtspraak, het bedrijfsleven, de vakbeweging, de pers en de kerk met elk eigen belangen waarbij er sprake is van een zeker machtsevenwicht.

29
Q

Decretaal

A

Zonder inmenging van anderen een bindend besluit uitvaardigen

30
Q

Prominent

A

Aanzienlijk, belangrijk, deftig, eminent, gedistingeerd, vooraanstaand, voornaam

31
Q

Repressief

A

Beteugelend, intomend, onderdrukkend

32
Q

Imperialistisch

A

Strevend naar machtsuitbreiding

33
Q

Imperialistisch

A

Term voor de overheersing van kleine staten en minder machtige gebieden door grote en rijke staten

34
Q

Pariteit

A

Gelijke, evenwichtige verdeling

35
Q

Paritair

A

In gelijke mate, in gelijke verhouding, op voet van gelijkheid, evenredig

36
Q

Recessie

A

Teruggang of terugval. In de economie betekent dit dat de economische groei daalt en lager is dan gemiddeld

37
Q

Recessief

A

Onderdrukt; ondergeschikt. Voorbeeld: recessieve eigenschap = eigenschap die wel is overgeërfd niet tot uitdrukking komt

38
Q

Delinquent

A

Pleger van een misdrijf; crimineel; misdadiger

39
Q

Opportunisme

A

Handelen vanuit eigenbelang

40
Q

Reactionair

A

Wie elke vernieuwing afwijst, aartsconservatief, behoudend

41
Q

Toxicoloog

A

Wetenschapper die de werking van giftige stoffen op biologische systemen bestudeert

42
Q

Dissonantie

A

Uiteen klinkend, verward klinkend, onwelluidend

43
Q

Exces

A

Overmaat, buitensporigheid