woordenschat E woorden die met elkaar verward worden Flashcards
(28 cards)
1
Q
doktor
A
arts
2
Q
doctor
A
persoon die een proefschrift heeft geschreven
3
Q
egocentrisch
A
zichzelf tot middelpunt te maken van al zijn gedachten
4
Q
egoïstisch
A
uitsluitend aan eigenbelang denken
5
Q
katheder
A
spreekgestelte
6
Q
catheter
A
buisje om lichaamsvochten af te tappen of voeding toe te dienen
7
Q
confessioneel
A
waarvan de leden een bepaalde godsdienst aanhangen
8
Q
conventioneel
A
volgens de gewoonte
9
Q
doseren
A
in gedeelten invoeren
10
Q
doceren
A
lesgeven
11
Q
amper
A
nauwelijks
12
Q
ampel
A
breedvoerig
13
Q
debiteren
A
vertellen
14
Q
debuteren
A
voor de eerste keer een boek publiceren
15
Q
kwaliteit
A
deugdelijkheid
16
Q
kwantiteit
A
hoeveelheid
17
Q
unaniem
A
eenstemmig
18
Q
anoniem
A
ongenoemd
19
Q
flora
A
plantenwereld
20
Q
fauna
A
dierenwereld
21
Q
esthetisch
A
van schoonheid
22
Q
etisch
A
over goed en kwaad
23
Q
evolueren
A
zich geleidelijk ontwikkelen
24
Q
evalueren
A
nog eens bekijken
25
psycholoog
de kenner van de menselijke ziel
26
psychiater
arts voor geesteszieken
27
moraal
lering
28
moreel
gevoel van zelfvertrouwen
