Woordenschat SEM1 Flashcards
(90 cards)
Infantiel
kinderachtig, onvolwassen
ambulant
niet gebonden aan een vaste plek, rondtrekkend
integraal
volledig, in zijn geheel
accidenteel
toevallig, per ongeluk
dubieus
twijfelachtig, onzeker
causaal
betrekking op oorzaak
erkentelijk
dankbaar, waarderend
imposant
indrukwekkend, groots
dissident
andersdenkend, iemand die zit verzet tegen de gangbare opvattingen of regels
incidenteel
af en toe, sporadisch, zeldzaam
gefingeerd
verzonnen, niet echt, fictief
desastreus
rampzalig
arbitrair
willekeurig, zonder duidelijke reden of vaste regels
adequaat
passend, geschikt voor een bepaalde situatie
bonafide
betrouwbaar, eerlijk
consideratie
rekening houden met iets of iemand, overweging of zorgvuldige aandacht
accuratesse
nauwkeurigheid, zorgvuldigheid, precisie
affectie
gevoel van genegenheid of liefde voor iemand of iets
aimabel
vriendelijk, aardig, beminnelijk in gedrag en houding
allooi
waarde, kwaliteit of het niveau van iets of iemand
bilateraal
tweezijdig, iets dat betrekking heeft op of afkomstig is van twee partijen
Aversie
afkeer, weerzin, sterke empathie tegen iets of iemand
ambivalent
tegelijkertijd tegenstrijdige gevoelens of gedachten hebben over iets of iemand
amicaal
vriendschappelijk