Woordenschat SEM2

Question 1

Huis aan huis verkoop van producten of tijdschriften, vaak op een opdringerige manier

Answer 1

colportage

Question 2

een marktvorm waarbij een klein aantal aanbieders de markt domineert en de prijzen beïnvloedt

Answer 2

oligopolie

Question 3

iemand die handelt in opdracht van anderen, vaak in de handel of effectenbeurs. Dit is de tussenpersoon in handel

Answer 3

Commissionair

Question 4

een weldoener, die kunstenaars, schrijvers of wetenschapper financieel ondersteunt

Answer 4

mecenas

Question 5

de mate waarin een bedrijf of persoon aan financiële verplichtingen kan voldoen op lange termijn. Het vermogen om je schulden te kunnen afbetalen als particulier of bedrijf

Answer 5

solvabiliteit

Question 6

betrekking hebbend op geslachtsziekten, seksueel overdraagbaar

Answer 6

venerisch

Question 7

koppig, eigenwijs, niet van mening veranderend

Answer 7

obstinaat

Question 8

ruzie krijgen of in onmin raken met iemand

Answer 8

brouilleren

Question 9

duidelijk, onmiskenbaar, overduidelijk zichtbaar

Answer 9

apert

Question 10

betweterig, op een irritante manier de eigen kennis etaleren

Answer 10

pedant

Question 11

opgekropt wrok of bitterheid, vaak vanwege onrecht

Answer 11

ressentiment

Question 12

toegeeflijk, mild, gemakkelijk in de omgang

Answer 12

coulant

Question 13

gemeen, sluw, geniepig

Answer 13

vilein

Question 14

van tevoren beïnvloed of vatbaar voor een bepaalde eigenschap of ziekte, gevoelig voor

Answer 14

gepredisponeerd

Question 15

uiterst verfijnd, voortreffelijk

Answer 15

exquis

Question 16

duister, onheilspellend, eng

Answer 16

sinister

Question 17

achtereenvolgens, in volgorde na elkaar

Answer 17

successievelijk

Question 18

zwaarlijvig, dik

Answer 18

corpulent

Question 19

wereld, niet religieus, oneerbiedig tegenover het heilige

Answer 19

profaan

Question 20

de beweging die streeft naar eenheid tussen verschillende christelijke kerken

Answer 20

oecumene

Question 21

godslastering, het uiten van woorden of daden die als beledigend voor een godsdienst worden beschouwd

Answer 21

blasfemie

Question 22

verbonden aan een religieuze overtuiging, vooral in politiek of onderwijs. op religie gebaseerd

Answer 22

confessioneel

Question 23

geloofsbelijdenis of kernachtige overtuiging

Answer 23

credo

Question 24

je onthouden van bepaalde zaken, zoals alcohol bijvoorbeeld. een onthouding

Answer 24

abstinentie

Question 25

het proces waarbij een individu of groep culturele kenmerken overneemt van een andere groep

Answer 25

acculturatie

Question 26

vertegenwoordiging van een bedrijf of organisatie

Answer 26

agentuur

Question 27

een opeenhoping of samenklontering van materialen of bedrijven, een samenkomend geheel

Answer 27

agglomeraat

Question 28

tegelijkertijd getrouwd zijn met 2 personen

Answer 28

bigamie

Question 29

voorzien van nieuwe bevoorrading

Answer 29

ravitailleren

Question 30

iemand streng terechtwijzen of de les lezen, streng berispen

Answer 30

kapittelen

Question 31

een spreekgestoelte, lessenaar

Answer 31

katheder

Question 32

een stuk grond dat afgebakend is voor verkoop of gebruik, perceel

Answer 32

kavel

Question 33

de kern of essentie van iets

Answer 33

kwintessens

Question 34

luguber, griezelig of in verband staan met de dood

Answer 34

macaber

Question 35

een invloedrijk en rijk persoon in een bepaalde sector, heel (invloed)rijk persoon

Answer 35

magnaat

Question 36

krijgshaftig

Answer 36

martiaal

Question 37

schrijnend of pijnlijk, hartverscheurend

Answer 37

navrant

Question 38

het voortrekken van familieleden of vrienden, vriendjespolitiek

Answer 38

nepotisme

Question 39

iemand die recent rijk is geworden en probeert zich in hogere kringen te mengen, nouveau riche

Answer 39

parvenu

Question 40

aanspraak maken op iets of beweren iets te zijn, beweren

Answer 40

pretenderen

Question 41

beproefd en effectief, betrouwbaar

Answer 41

probaat

Question 42

officiële regels en afspraken, officieel verslag

Answer 42

protocol

Question 43

een vastgestelde hoeveelheid of limiet, evenredig aandeel

Answer 43

quotum

Question 44

de overhand hebben of de voorkeur krijgen

Answer 44

prevaleren

Question 45

de kunst van het overtuigend spreken of schrijven, soms met negatieve connnotatie

Answer 45

retoriek

Question 46

streng

Answer 46

rigide

Question 47

voorwerp van spot of bespotting, bespot persoon, bespotting, het mikpunt

Answer 47

risee

Question 48

in een primitief of onontwikkeld stadium verkerend, weinig tot ontwikkeling gekomen

Answer 48

rudimentair

Question 49

opvallend of opmerkelijk

Answer 49

saillant

Question 50

scheiding van bevolkingsgroepen

Answer 50

segregatie

Question 51

verheffen tot iets hogers, in de scheikunde; van een vaste stof naar een gas overgaan

Answer 51

sublimeren

Question 52

ondermijnend, gericht op het omver werpen van bestaande structuren of autoriteiten

Answer 52

subversief

Question 53

strekking, de algemene inhoud of bedoeling van een tekst of boodschap

Answer 53

teneur

Question 54

een feestelijke opening van een kunsttentoonstelling

Answer 54

vernissage

Question 55

kruiperig, onderdanig en slaafs gedrag vertonend

Answer 55

serviel

Question 56

overmoed, extreme arrogantie die vaak leidt tot de val van een persoon. Overdreven trots, hoogmoed, grootheidswaan, brutaliteit

Answer 56

hybris

Question 57

zelfvoorzienend, zonder afhankelijkheid van anderen of externe hulpbronnen

Answer 57

autarkisch

Question 58

tekortkomend in basisbehoeften, beroofd van iets essentieels

Answer 58

gedepriveerd

Question 59

geneigd tot verzetting tegen regels of autoriteit, weerspannig

Answer 59

recalcitrant

Question 60

strikt en zonder uitzonderingen, duidelijk

Answer 60

categorisch

Question 61

bemiddelingsloon, vergoeding die een makelaar ontvangt voor de geleverde diensten bij de aankoop of verkoop van een woning

Answer 61

courtage

Question 62

bedelaar, iemand zonder manieren, arme en berooide persoon

Answer 62

pauper

Question 63

goederen die tegen een lage prijs verkocht worden, vaak resten

Answer 63

ramsj

Question 64

een beroemd persoon binnen een bepaald vakgebied

Answer 64

coryfee

Question 65

een overblijfsel uit een vroegere tijd

Answer 65

relict

Question 66

iemand die zonder vernieuwing, de stijl of ideeën van een voorganger volgt. Heeft zelf geen nieuwe eigen ideeën. Navolgers of imitator

Answer 66

epigoon

Question 67

een exacte kopie van het origineel

Answer 67

replica

Question 68

samenwerken, vaak met de vijand

Answer 68

collaboreren

Question 69

een wijziging of aanvulling op een officieel document, bijvoorbeeld een wet

Answer 69

amendement

Question 70

de totale oppervlakte van een gebied, vaak in landbouw of vastgoed. het verspreidingsgebied van een soort, een levensgemeenschap of een biotooptype

Answer 70

areaal

Question 71

de laatste stap in het proces van goedkeuring van een overeenkomst, waarmee de partijen hun voornemen te kennen geven om door die overeenkomst gebonden te zijn. De wettelijke bevestiging van een handeling. Officiële bekrachtiging van een besluit

Answer 71

ratificatie

Question 72

oppermacht, overheersing hoogste gezag

Answer 72

suprematie

Question 73

stuk grondgebied dat volledig door één ander grondgebied wordt omsloten. Eden aparte ruimte binnen een grotere

Answer 73

enclave

Question 74

geschiedkundige jaarboeken of verslagen

Answer 74

annalen

Question 75

ethische overtuiging waarbij de mens centraal staat, de overtuiging dat alleen de mens intrinsieke waarde bezit. De mens wordt als middelpunt van het bestaan beschouwd

Answer 75

antropocentrisch

Question 76

op goed geluk, zonder voorbereiding of planning

Answer 76

op de bonnefooi

Question 77

logisch en samenhangend

Answer 77

consistent

Question 78

allemaal samen, in zijn geheel, gezamenlijk

Answer 78

en bloc

Question 79

beginnen, in gang zetten, het starten van een procedure

Answer 79

entameren

Question 80

feit dat als vast staat en niet meer verandert kan worden, voldongen feit

Answer 80

fait accompli

Question 81

iemand die gepokt en gezameld is, heeft veel ervaring en is dus goed voorbereid op een bepaalde taak of uitdaging. Zeer ervaren, door veel ondervinding gevormd

Answer 81

gepokt en gezameld

Question 82

je bezit iets in het geheel niet, iets niet hebben

Answer 82

gespeend van

Question 83

afgewezen, verworpen, afkeuren, ongeldig verklaart

Answer 83

gewraakt

Question 84

algemene vrolijkheid of gelach

Answer 84

hilariteit

Question 85

onwettig, niet rechtmatig

Answer 85

illegitiem

Question 86

fijnzinnigheid, verfijning

Answer 86

raffinement

Question 87

periode van rust of pauze, bijvoorbeeld in de politiek

Answer 87

reces

Question 88

achteruitgaand, terugvallend/terugkeren in een eerdere fase

Answer 88

regressief

Question 89

onaangename consequentie, nadelige terugslag

Answer 89

repercussie

Question 90

uitstel, tijdelijke verlichting van een verplichting of last

Answer 90

respijt

Question 91

instemming of steun, in de wetenschap is dit een hechting tussen oppervlakken

Answer 91

adhesie