woordenstroom 3

Question 1

aberratie

Answer 1

(geestelijke) afdwaling, afwijking

Question 2

(geestelijke) afdwaling, afwijking*

Answer 2

aberratie

Question 3

absurdistisch

Answer 3

het absurde opzettelijk aanwendend

Question 4

het absurde opzettelijk aanwendend*

Answer 4

absurdistisch

Question 5

amalgaam

Answer 5

legering van metaal met kwik

Question 6

legering van metaal met kwik*

Answer 6

amalgaam

Question 7

antipode

Answer 7

tegenvoeter

Question 8

tegenvoeter*

Answer 8

antipode

Question 9

banaal

Answer 9

te alledaags, plat

Question 10

te alledaags, plat*

Answer 10

banaal

Question 11

biologeren

Answer 11

hypnotiseren, iemand onder eigen invloed brengen -> geen eigen wil meer

Question 12

hypnotiseren, iemand onder eigen invloed brengen -> geen eigen wil meer*

Answer 12

biologeren

Question 13

column

Answer 13

regelmatige bijdrage aan dagblad

Question 14

regelmatige bijdrage aan dagblad*

Answer 14

column

Question 15

constellatie

Answer 15

stand van hemellichamen/ zaken

Question 16

stand van hemellichamen/zaken*

Answer 16

constellatie

Question 17

conventie

Answer 17

overeenkomst, vergadering

Question 18

overeenkomst, vergadering*

Answer 18

conventie

Question 19

decadentisme

Answer 19

stijl van groep decadente (= zeer verfijnd maar zonder morele kracht) schrijvers/kunstenaars

Question 20

stijl van groep decadente (= zeer verfijnd maar zonder morele kracht) schrijvers/kunstenaars*

Answer 20

decadentisme

Question 21

expliciet

Answer 21

uitdrukkelijk, letterlijk zo gezegd

Question 22

uitdrukkelijk, letterlijk zo gezegd*

Answer 22

expliciet

Question 23

expositie

Answer 23

tentoonstelling

Question 24

tentoonstelling*

Answer 24

expositie

Question 25

graphic novel

Answer 25

stripverhaal uitgegeven in boekvorm

Question 26

stripverhaal uitgeven in boekvorm*

Answer 26

graphic novel

Question 27

hydraulisch

Answer 27

werkend door vloeistof

Question 28

werkend door vloeistof*

Answer 28

hydraulisch

Question 29

icoon

Answer 29

geschilderde afbeelding van heilige, die bepaald tijdperk belichaamt

Question 30

geschilderde afbeelding van heilige, die bepaald tijdperk belichaamt*

Answer 30

icoon

Question 31

incidenteel

Answer 31

toevallig, nu en dan

Question 32

toevallig, nu en dan*

Answer 32

incidenteel

Question 33

intertekstualiteit

Answer 33

het naar elkaar verwijzen van teksten

Question 34

het naar elkaar verwijzen van teksten*

Answer 34

intertekstualiteit

Question 35

legio

Answer 35

ontelbaar

Question 36

ontelbaar*

Answer 36

legio

Question 37

Leviathan

Answer 37

bijbels monster uit de oertijd

Question 38

bijbels monster uit de oertijd*

Answer 38

Leviathan

Question 39

mecenas

Answer 39

iemand die kunstenaars geldelijk steunt

Question 40

iemand die kunstenaars geldelijk steunt*

Answer 40

mecenas

Question 41

neologisme

Answer 41

nieuw ge- of vervormd woord

Question 42

nieuw ge- of vervormd woord*

Answer 42

neologisme

Question 43

neurose

Answer 43

door psychische factoren veroorzaakt lichamelijk lijden

Question 44

door psychische factoren veroorzaakt lichamelijk lijden*

Answer 44

neurose

Question 45

Opperlands

Answer 45

beschouwen van Nederlands, zonder waarde te hechten aan betekenis van woorden, spelen met woorden

Question 46

beschouwen van Nederlands, zonder waarde te hechten aan betekenis van woorden, spelen met woorden*

Answer 46

Opperlands

Question 47

pictogram

Answer 47

mededeling in vorm van afbeelding

Question 48

mededeling in vorm van afbeelding*

Answer 48

pictogram

Question 49

prominent

Answer 49

vooraanstaand

Question 50

vooraanstaand*

Answer 50

prominent

Question 51

redacteur

Answer 51

iemand die redigeert, lid van redactie

Question 52

iemand die redigeert, lid van redactie*

Answer 52

redacteur

Question 53

schier

Answer 53

bijna

Question 54

bijna*

Answer 54

schier

Question 55

semantisch veld

Answer 55

groep woorden die samenhoren

Question 56

groep woorden die samenhoren*

Answer 56

semantisch veld

Question 57

signatuur

Answer 57

aard, karakter

Question 58

aard, karakter*

Answer 58

signatuur

Question 59

sjabloon

Answer 59

uitgesneden blad waarde je figuren kan namaken

Question 60

uitgesneden blad waarde je figuren kan namaken*

Answer 60

sjabloon

Question 61

symbolisme

Answer 61

richting die geloofsvoorspelling symbolisch opvat/ kunstrichting, letterkunde

Question 62

richting die geloofsvoorspelling symbolisch opvat/ kunstrichting, letterkunde*

Answer 62

symbolisme

Question 63

transformeren

Answer 63

omvormen

Question 64

omvormen*

Answer 64

transformeren

Question 65

verbasteren

Answer 65

oorspronkelijke betekenis of vorm verliezen

Question 66

oorspronkelijke betekenis of vorm verliezen*

Answer 66

verbasteren

Question 67

virtuositeit

Answer 67

hoogste vaardigheid in een kunst

Question 68

hoogste vaardigheid in een kunst*

Answer 68

virtuositeit

Question 69

zich distantiëren

Answer 69

afstand nemen van persoon, mening, handelwijze

Question 70

afstand nemen van persoon, mening, handelwijze*

Answer 70

zich distantiëren