You and other people Flashcards
(164 cards)
1
Q
spontaan
A
spontaneous
2
Q
zorgeloos
onbezorgd
A
happy-go-lucky
3
Q
nuchter
A
down-to-earth
4
Q
babbelkous
A
chatterbox
5
Q
gepassioneerd
A
passionate
6
Q
iets willen proberen
A
to give sth a go
7
Q
wat mogelijk is
A
within reason
8
Q
aangetrokken zijn tot iets of iemand
A
to be drawn to sth/sb
9
Q
overwegen
A
to considerate
10
Q
affectie
A
affection
11
Q
integer
A
integrity
12
Q
pretentieus
in het oog lopend
A
pretentious
13
Q
eigenschap
kenmerk
A
attribute
14
Q
wat is jouw indruk van iets of iemand
A
what do you make of sb/sth
15
Q
karakter
A
character
16
Q
gevat
scherp
A
quick-witted
17
Q
scherpzinnig (2)
pienter
A
shrewd
astute
18
Q
meedogenloos
wreed
zonder genade
A
ruthless
19
Q
iets leuk beginnen vinden
A
to take to sb/sth
20
Q
overkomen als
A
come across as
21
Q
opdringerig
A
pushy
22
Q
verwaand
ijdel
A
conceited
23
Q
iemand een bepaalde indruk geven
A
to strike sb (as sth)
24
Q
zorgvuldig
nauwgezet
A
conscientious
25
betrouwbaar
trustworthy
26
persoonlijke charme
| persoonlijke uitstraling
charisma
27
zelfverzekerd
| zelfbewust
assertive
28
iemand op de zenuwen werken
to get up sb's nose
29
op het eerste gezicht
on the surface
30
afstandelijk (3)
| terughoudend
aloof
distant
stand-offish
31
verlegen (2)
| onzeker
diffident
| shy
32
geen mening vormen door iemands uiterlijk
to do not judge a book by its cover
33
gelaatstrek
| karaktertrek
trait
34
bedriegelijk (2)
misleading
| deceptive
35
deugd
| deugdzaamheid
virtue
36
sluwheid (2)
| geslepenheid
cunning
| crafty
37
impulsief (3)
impulsive
impetuous
rash
38
naïef
| goedgelovig
naïve
39
cynisch
cynical
40
iemand laten afzien omdat het goed is voor later
to be cruel to be kind
41
sceptisch zijn
| niet zeker dat het zo is
sceptical about sth
42
```
heel blij (4)
extatisch
```
ecstatic
euphoric
elated
over the moon
43
uitbundig
juichend
triomfantelijk
jubilant
44
wenen
in tears
45
bijna aan het wenen
close to tears
46
ongelukkig (2)
| heel verdrietig
devastated
| heartbroken
47
heel boos worden (3)
to lose your temper
to hit the roof
to go mad
48
teleurgesteld
gutted
49
hysterisch
hysterical
50
verbaasd (2)
stunned
| gobsmacked
51
geschokt (2)
appalled
| horrified
52
opkroppen
to bottle sth (emotions) up
53
je hart op je tong dragen
to wear your heart on your sleeve
54
onthullen (2)
to disclose sth (to sb)
| to reveal sth
55
kwetsbaar
vulnerable
56
ongemakkelijk (2)
uneasy
| uncomfortable
57
uitstorten
| de vrije loop laten
to pour sth out
58
gedachten
innermost thoughts
59
instinct
instinct
60
voorzichtig (2)
| behoedzaam
guarded
| cautious
61
geheime info delen met mensen
to give sth away
62
gevoelens onderdrukken
to suppress your feelings
63
opkroppen
onderdrukken
inhouden
to pent-up
64
in iets niet geïnteresseerd of enthousiast zijn
my heart was not in it
65
het niet durven vertellen van iets aan iemand
to do not have the heart to tell
66
emotioneel, het gevoel hebben dat je iets moet doen
my heart told me
67
iemand direct stom vinden
to take an instant dislike to sb
68
kwalijk nemen
to resent sth
69
vijandig
hostile
70
direct tegen iemand iets zeggen of doen
to sb's face
71
complimenten geven aan iemand
complimentary about sb
72
achter iemand zijn rug
behind sb's back
73
onvermijdelijk
inevitably
74
een zware belasting zijn voor iemand
to put a strain on sth or sb
75
voor iemand opkomen
to stick up for sb
76
over een periode
as time went by
77
kalmer worden
to settle down
78
zaken
things
79
beter worden
to look yp
80
in het begin
initially
81
iets niet willen doen (2)
reluctant
| unwilling
82
accepteren
to accept
83
zaken moeilijk maken
to make things difficult
84
een band
a bond
85
respect krijgen
to gain respect
86
iemand in vertrouwen nemen
to confide in sb
87
goede en slechte momenten
ups and downs
88
iets apprecieren
to appreciate sth
89
opofferingen maken
to make sacrifices
90
hoe de zaken zijn
the way things are
91
held
heroine
92
moed
courage
93
waardigheid
dignity
94
nederigheid
| bescheidenheid
humility
95
inspireren
to inspire sb
96
iemand is jouw idool
to idolize sb
97
toewijding
dedication
98
onvriendelijke dingen zeggen of doen tegen iemand (2)
to have a go at sb
| to criticize sb
99
naar iemand opkijken
to look up to sb
100
moed
bravery
101
in iemands voetstappen treden
to follow in sb's footsteps
102
een rebel
a rebel
103
iemand die gelooft dat de wereld perfect kan zijn
an idealist
104
principes
principles
105
waarden
values
106
hypocrieten
hypocrites
107
iemand die denkt dat hij beter is dan de rest
snobs
108
op iemand neerkijken
to look down on
109
vulgair (3)
| onbeleefd
vulgar
coarse
crude
110
gepest worden
to be bullied
111
verachten
to despise sb or sth
112
kwaadaardig (2)
malicious
| spiteful
113
roddels
gossip
114
verschrikkelijk
despicable
115
aard
| karakter
nature
116
opvoeding
nurture
117
impact op iets
impact on sth
118
een rol spelen in iets
to play a part in sth
119
een rolmodel
a role mdoel
120
druk van de mensen rondom jou
peer pressure
121
stimulans
incentive to do sth
122
afschrikwekkend
deterrent
123
een thuis waar de ouders gescheiden of uiteen zijn
a broken home
124
misdeeld
achtergesteld
arm
deprived
125
schadelijk
detrimental effect on sth
126
voordelig
beneficial effect on sth
127
vuil
messy
128
uw deel doen (2)
| evenveel bijdragen
to pull your weight
| to do your fair share
129
over iets blijven door drammen
to go on and on about sth at sb
130
zeuren
to nag
131
onaantrekkelijk
unappealing
132
levensbedreigend
life-threatening
133
heibel maken (2)
to make fuss about sth
| to kick up a fuss
134
zeggen wat de regels zijn
to lay down rules
135
verwachten
to expect
136
je voordoen zodat anderen het kunnen nadoen
to set an example
137
toegeven
to give in
138
etiquette
etiquette
139
verwachten
| overwegen
to consider
140
manieren
manners
141
afkeurend tegenover iets staan
to frown on/upon sth or sb
142
onbeleefd
| onvriendelijk
discourteous
143
gebruikelijk
| gewoonlijk
customary
144
respectvol
respectful
145
eetstokjes
chopsticks
146
stijgende lijn
upwards
147
gezien als (3)
regarded as
viewed as
perceived as
148
onrespectvol
disrespectful
149
benedenwaarts
downwards
150
beledigend
offensive
151
onschuldig
inoffensive
152
perfect
impeccable
153
voorbeeldig
exeamplary
154
brutaal
| onbeleefd
cheeky
155
arrogant
insolent
156
bepaald
| gewoon
downright
157
beledigd zijn (2)
to be put out
| to take offence
158
iets zeggen dat iemand beledigd of overstuur maakt
to put your foot in it
159
de groep met de hoogste status
upper class
160
je zo goed mogelijk gedragen
to be on your best behaviour
161
bezwaar maken tegen
to take exception to sth
162
opmerking (2)
remark
| comment
163
onaanvaardbaar
disgraceful
164
in slechte staat zijn (2)
to be in poor taste
| to be in bad taste
