Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

Blok 3.3 > ziektebeelden 2.0 > Flashcards

ziektebeelden 2.0 Flashcards

betere flashcards: https://www.studeersnel.nl/nl/document/universiteit-van-amsterdam/blok-33-ziekten-van-de-nieren-en-urinewegen/samenvattingen/alle-ziektebeelden-flashcards/1321339/download/alle-ziektebeelden-flashcards.pdf (118 cards)

Start Studying
1
Q

Rabdomyolyse presentatie 1

A

donkerrode urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

GFR

A

U x V / P = 125

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hypospadie Presentatie 3

A

plasgaatje niet op glans
Kromstand
Onvolledig aangelegde voorhuid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Testsiscarcinoom Therapie 5

A 
semen invriezen
Orchidectomie
Chemo met platinum (BEP)
         - Afhankelijk van het risico
          - Bijw: zenuwstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Blaascarcinoom (=urotheelcarcinoom) Diagnostiek 3

A

urineanalyse
Cytologie
Cytoscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ureterokèle Therapie 2

A

Incisie (kans op reflux)

heminefrectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Niercelcarcinoom Diagnostiek 1

A

CT met contrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cystenieren Complicaties 3

A

bloeding
Infecties
Ruimte-innemend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cystenieren Diagnose 3

A

15-40 jaar >3 cysten
40-60 jaar >2 aan elke kant
>60 jaar >4 aan elke kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Torsio testis

Epidemiologie 1

A

piekincidentie 12-18 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chronische nierinsufficiëntie

Contra-indicaties 4

A 
HD             hartfalen
                  Toegangsproblemen
PD             adhesies
                  Inflammatoire darmziekte
                  Slechte longfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat wordt gezien bij diabetische nefropathie

A

grote nieren gezien en veel eiwit in de

urine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Epididymitis Diagnostiek 1

A

urinekweek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Benigne prostaathyperplasie (BPH) Therapie 5

A 
als acuut: drainage
α-blokkers (ontspannen)
5α-reductaseremmers (verkleinen)
TURP (=transurethale resectie)
Ballon/laser
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Blaascarcinoom (=urotheelcarcinoom) Presentatie 4

A

hematurie
Gewichtsverlies
Palpabele massa
Flankenpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ureterokèle Presentatie 2

A

ballonvormige dilatatie van de ureter

Vaak bij een verdubbeld systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

LUTS bij kinderen

Oorzaak 3

A

verkeerd plasgedrag
Obstructie
Zwakke blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Het glomerulaire filter bestaat uit drie lagen:

A
  • Endotheel met fenestratie
  • Basaalmembraan (negatief door heparaansulfaat)
  • Podocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Epididymitis Presentatie 4

A

acuut pijnlijk scrotum
Rood, warm, gezwollen
Soms met koorts of abces
Na urineweginfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Torsio testis

Diagnose 1

A

doppler

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Nefritisch syndroom Diagnostiek 3

A

microscopie (na biopt)
ELISA naar antistoffen
Urinesediment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Chronische nierinsufficiëntie

Therapie 4

A

-anemie ijzersuppletie
EPO-suppletie
-Botziekten dieet (laag fosfaat, hoog calcium)
Fosfaatbinders
Vitamine D preparatien
Bijschildklier remmen
Acidose natrium-bicarbonaat
Hyper-K calciumglucomaat
Kaliumbindende harsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Cystenieren Oorzaak 3

A

mutatie op chromosoom 16
Autosomaal dominant
Polycystine-eiwit  snelle deling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

LUTS bij kinderen

Presentatie 2

A

recidiverende urineweginfecties

incontinentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Epididymitis Therapie 1
antibiotica
26
wat is Klaring (RPF?)
= RPF als de stof bij 1 passage geheel uit het bloed wordt gehaald
27
Hypospadie Therapie 1
chirurgische correctie rond 1e | levensjaar
28
Nefrotisch syndroom Therapie 4
prednison + ciclosporine ACE-remmers of ARB’s als diabetisch Diuretica Natriumarm dieet
29
Kleine nieren en een laag Hb horen bij ....
chronische nierinsufficiëntie.
30
Acute nierinsufficiëntie Indeling 6
``` pre-renaal (verminderde bloedtoevoer) Renaal - Vasculair - Glomerulair - Tubulair/interstitieel Post-renaal (obstructie) ```
31
Ureterokèle Diagnostiek 1
Tweedeling in de blaas te zien
32
LUTS bij kinderen | Diagnostiek 4
echo van nieren en blaas flowmeter Mictiecystogram Renogram
33
Prostaatcarcinoom Prognose 1
80% reageert goed op de behandeling
34
Niercelcarcinoom Indeling 4
T1 in nier <7 cm T2 in nier >7 cm T3 binnen gerota (kan met trombi) T4 buiten gerota
35
Normaalwaarden voor serumnatrium:
130-140
36
Nefrolithiasis (=niersteenlijden) | Beloop 4
eerst vasodilatatie (1-4 uur) Dan vasoconstrictie (4-12 uur) Necrose Atrofie
37
Nefrolithiasis (=niersteenlijden) | Therapie3
meestal spontane lozing (NSAID’s tegen pijn) ESWL (=vergruizen) URS (=verwijderen)
38
JGA bestaat uit 3 celtypen
- Macula densa - Renineproducerende JGA-cellen - Extraglomerulaire mesangiumcellen
39
``` Acute tubusnecrose (ATN) Verloop 3 ```
1. Nierfunctie daalt met oligurie 2. polyurie 3. herstelfase
40
wat gebeurt na behandeling post-renale oorzaak van nierinsuff?
Na behandeling van een post-renale oorzaak voor nierinsufficiëntie ontstaat polyurie, dus er moet gevuld worden met 3L vocht
41
water en zoutbalans hormonen 3
Waterbalans: ADH (> waterreabsorptie) Zoutbalans: RAAS (> natriumreabsorptie) - ANP, renine en angiotensine II
42
Prostaatcarcinoom Vervolgen 1
PSA blijven controleren
43
Prerenale oorzaken van acute nierinsufficiëntie | 5
- Extracellulair volumeverlies - Intravasculair volumeverlies - Verminderd hartminuutvolume - Verminderde toevoer - Verstoorde autoregulatie
44
Mega-ureter (prevesicale obstructie) | Diangostiek 1
dikke, kronkelende ureter op echo
45
Blaascarcinoom (=urotheelcarcinoom) Therapie 5
transurethale resectie (T1) - Risico op recidieven en perforatie Mitomycine C of BCG (tegen recidieven) - Allergische reacties of longproblemen Parietale of radicale cysectomie (T3 en T4)
46
wat is Klaring (GFR?)
GFR als er alleen sprake is van filtratie
47
Urethrakleppen Presentatie 2
jongen met vesico-uterale reflux | Oligohydramnion tijdens zwangerschap
48
Nefrotisch syndroom Complicaties 3
infectie Tromboseneiging Anemie
49
Torsio testis | Oorzaak 2
verdraaiing van de funculus spermaticus | Seksuele activiteit en plotselinge kou
50
UPJ (=subpelviene stenose) Diagnostiek 4
echo Renogream Mictiecysto-uretrogram Palpabele massa bij LO
51
Blaascarcinoom (=urotheelcarcinoom) Indeling 4
T1 in lamina propria T2 <5 cm in de spierlaag T3 >5 cm in de spierlaag T4 door de blaaswand heen
52
verband Microalbuminurie en hartfalen
Microalbuminurie is een onafhankelijke risicofactor voor hartfalen
53
Prostaatcarcinoom Therapie 3
radicale prostatectomie Primaire radiotherapie Hormonale therapie
54
Acute nierinsufficiëntie Therapie 5
hyper-K calciumgluconaat Kaliumbindende harsen Overvulling lisdiuretica, vochtbeperking Acidose bicarbonaatinfusen
55
Rabdomyolyse oorzaak 2
spiernecrose door trauma of toxines (contrast!)
56
wat is belangrijk bij hematurie in de anamnese
van belang om te achterhalen op | welk tijdstip in de straal de hematurie begint
57
Mega-ureter (prevesicale obstructie) | Therapie 1
chirurgische correctie (als erg)
58
Acute indicatiesovervulling bij anurie | 4
Hyperkaliëmie bij anurie Metabole acidose Uremische pericarditis of encefalopathie intoxicatie
59
Testsiscarcinoom Vervolgen 3
surveilance lymfeklierdissectie Adjuvante chemotherapie
60
Contra-indicaties voor een nierbiopt 3
- Stollingsstoornissen - Mononier - Kleine nieren
61
Nefrolithiasis (=niersteenlijden) | Diagnostiek 3
dipstick op ery’s, leuko’s en nitriet Echo CT (meet ook de densiteit en grootte)
62
Niercelcarcinoom Presentatie 4
``` meestal een toevalsbevinding Trias van klachten: - Flankenpijn - Macroscopische hematurie - Voelbare zwelling ```
63
ACE-remmers invloed op vas efferens?
dilatatie van de vas efferens
64
Cystenieren Therapie 2
bloeddruk behandelen | Infecties bestrijden
65
Niercelcarcinoom Therapie 3
T1 partiele nefrectomie, ablatie of crioablatie T2-4 radicale nefrectomie Metas sunitinib of pazopanib (remt bloed) Checkpoint-inhibitor
66
Nefritisch syndroom Presentatie 3
vooral hematurie Beetje proteïnurie Hypertensie
67
Ureterokèle Complicaties 1
blijvende incontinentie
68
Acute nierinsufficiëntie Presentatie 2
meestal met oligurie of anurie | Kan acuut op chronisch
69
Torsio testis | Presentatie 4
negatieve cremasterreflex Plotselinge pijn met uitstraling naar de lies Misselijk en braken Testis ligt hoog in het scrotum
70
UPJ (=subpelviene stenose) Oorzaken 4
spiercelatrofie Toename van collageen Poliep onderpoolsvaten
71
Cystenieren Diagnose 1
echo
72
3 Diuretica met hun kanalen
Lisdiuretica NaK2Cl Thiazidediuretica NaCl Kaliumsparende Na-kanalen
73
UPJ (=subpelviene stenose) Therapie 2
``` drain plaatsen (als erg) Geobstrueerde deel chirurgisch verwijderen ```
74
Benigne prostaathyperplasie (BPH) Presentatie 1
man met LUTS
75
LUTS bij kinderen | Complicaties 1
nierfunctiestoornissen
76
Benigne prostaathyperplasie (BPH) Complicaties 4
overloopincontinentie Nierfunctiestoornissen Blaasstenen urineweginfecties
77
LUTS bij kinderen | Therapie 5
``` Anticholinergica (bij obstructie) Botox in detrusor (bij jongens) Klokplassen (bij dysfunctional voiding) CIC (bij hypoactieve blaas) Plastrainingsprogramma ```
78
``` wat veroorzaken nierarteriestenose (oudere mensen) of fibromusculaire dysplasie (jonge vrouwen)? ```
Hyptensie kan ontstaan
79
``` Acute tubusnecrose (ATN) Oorzaak 2 ```
shock (ischemisch) of toxines
80
Prostaatcarcinoom Presentatie 2
toevalsbevinding | Metastasen kunnen klachten geven
81
Benigne prostaathyperplasie (BPH) Diagnostiek 4
rectaal toucher Echo Urodynamisch onderzoek mictiedagboek
82
Testsiscarcinoom Indeling 6
``` pT1 =geen invasie pT2 =A invasie in lymfe <2cm pT2 =B invasie in lymfe 2-5cm pT2 =C invasie in lymfe >5cm pT3 =in spermatic court pT4 =in scrotum ```
83
LUTS bij kinderen | Rekenregeltjes 2
normale blaasinhoud 30+30xleeftijd | Normale plasfrequentie 4-7
84
Nefrotisch syndroom Presentatie 3
Trias van klachten: - Proteïnurie - Hypoalbuminemie - Oedeem
85
Hypospadie Oorzaak 2
gebrek aan testosteron of teveel aan oestrogeen
86
Nefrolithiasis (=niersteenlijden) | Epidemiologie 3
5% van de bevolking Piekincidentie 30-50 jaar Veel recidieven
87
Testsiscarcinoom Presentatie 1
pijnloze zwelling
88
Torsio testis | Therapie 2
manueel of chirurgisch terugdraaien
89
Schwartsformule
40 x lengte (cm) / creat
90
Benigne prostaathyperplasie (BPH) Epidemiologie 2
vooral rond 60 jaar | 75% van de mannen boven de 80 heeft het
91
Benigne prostaathyperplasie (BPH) Kenmerken 1
ontstaat in de transitionzone
92
Prostaatcarcinoom Diagnostiek 2
rectaal toucher | PSA (prostaat-specifiek antigen)
93
Nierinsufficiëntie algemeen Indeling 5
``` I. >90 II. 60-90 III. 30-60 IV. 15-30 V. <15 ```
94
Mega-ureter (prevesicale obstructie) | Locatie 2
tussen ureter en blaas
95
Acute nierinsufficiëntie Diagnostiek 4
echo (om post-renaal uit te sluiten) Fractionele Na-excretie (pre-renaal vs renaal) Urinesediment (nefritisch syndroom) Biopt (alleen bij renaal)
96
Epididymitis Oorzaak 1
bacteriën vanuit de urethra (na uwi)
97
Chronische nierinsufficiëntie | Definitie1
ten minste 3 maanden aanwezig
98
MDRD doel
schat GFR
99
Nefrolithiasis (=niersteenlijden) | Presentatie 4
koliekpijn (door hoge druk) Hematurie Bewegingsdrang Irritatieve blaasklachten (als in blaas)
100
Urethrakleppen Therapie 3
drain Incisie Stoma of reconstructie van de blaas
101
Niercelcarcinoom Prognose 2
goed als geen metastasen, anders slecht | Berekend aan de hand van Heng-criteria
102
Nefrolithiasis (=niersteenlijden) | Adviezen 3
steen opvangen voor diagnostiek Veel vocht innemen Natrium en eiwit beperken
103
Testsiscarcinoom Diagnostiek 3
echo van de testikels Stageringsonderzoek Tumormarkerstof bepaling
104
Angiotensine II zorgt voor
constrictie van de efferente arteriole
105
Cystenieren Presentatie 3
endenpijn Hematurie Proteïnurie
106
Cockoft-Gault doel
schat creatinine
107
UPJ (=subpelviene stenose) Locatie 1
obstructie tussen pyelum en urete
108
Blaascarcinoom (=urotheelcarcinoom) Oorzaken 3
chronische irritatie Parasieten chemische componenten
109
Benigne prostaathyperplasie (BPH) Verwijzen als 6
``` recidiverende uwi’s Wens voor chirurgische therapie Hydronefrose Acute urineretentie Nierfunctiestoornissen Twijfel over de diagnose ```
110
Testsiscarcinoom Vormen 2
``` seminoma = alleen β-HCG Non-seminoma = β-HCG en AFP ```
111
Nierinsufficiëntie algemeen Risicofactoren 3
ziekenhuisopname Ondervulling DM
112
Niercelcarcinoom Epidemiologie 2
piekincidentie 60-70 jaar | Komt steeds vaker voor (diagnostiek)
113
NSAID’s invloed op vas afferens?
constrictie van de vas afferens
114
Nefrotisch syndroom Diagnostiek 2
microscopie (na biopt) | urinesediment
115
Nierinsufficiëntie algemeen Definitie2
creat >30-50 of >50% erbij | Diurese <0.5 gedurende 6 uur
116
Mega-ureter (prevesicale obstructie) | Presentatie 1
persisterend pijnklachten
117
welke tubulus heeft een andere embryonale oorsprong dan de rest van de tubulus.
de distale tubulus
118
Nefrolithiasis (=niersteenlijden) | In de DD 3
EUG (maar juist geen bewegingsdrang) AAA (altijd uitsluiten!) Urineweginfectie

Blok 3.3 (2 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions