1. Personal development EN - NE Flashcards
(69 cards)
1
Q
to compare to/with
A
vergelijken
2
Q
surface
A
oppervlak
3
Q
to surface
A
aan de oppervlakte komen
4
Q
area
A
oppervlakte
5
Q
to represent
A
vertegenwoordigen
6
Q
representative
A
vertegenwoordiger
7
Q
conscious
A
bewust
8
Q
unconscious
A
onbewust
9
Q
consciousness
A
bewustzijn
10
Q
storehouse
A
pakhuis
11
Q
impulse
A
impuls
12
Q
access
A
toegang
13
Q
accessible
A
toegankelijk
14
Q
inaccessable
A
ontoegankelijk
15
Q
accession
A
aanvaarding
16
Q
memory
A
geheugen
17
Q
to affect
A
beïnvloeden
18
Q
affection
A
genegenheid
19
Q
affectionate
A
liefhebbend
20
Q
affectation
A
aanstellerij
21
Q
behaviour
A
gedrag
22
Q
to seek
A
zoeken/proberen
23
Q
to explore
A
onderzoeken
24
Q
explorer
A
onderzoeker
25
exploration
onderzoek
26
exploratory
onderzoeks-
27
association
associatie
28
to associate
zich verenigen
29
ridiculous
belachelijk
30
trivial
onbelangrijk (triviaal)
31
trivia
onbelangrijke dingen
32
to trivialise
bagatelliseren
33
to recall
zich herinneren of terugroepen
34
determinants
bepalende factor
35
to determine
besluiten
36
determination
beslissing
37
determined
vastbesloten
38
infant
peuter
39
to inherit
erven
40
inheritance
erfenis
41
to disinherit
onterven
42
instinctual
instinctief
43
instinctive
instinctief, spontaan
44
drive
drift
45
gratification
voldoening
46
to endeavour
proberen
47
consideration
overweging
48
to starve
sterven van de honger
49
mental
geestelijk
50
to conjure up
tevoorschijn komen
51
to disguise
vermommen
52
psychotic
psychotisch
53
irrational
irrationeel
54
primary
primair, eerste
55
to delay
uitstellen, vertragen
56
to discharge
ontladen, wegsturen, uitstoten
57
to require
vereisen
58
appropriate
gepast
59
environment
milieu
60
environmental
het milieu betreffend
61
executive
uitvoerend orgaan
62
to execute
uitvoeren
63
to strive for
streven naar
64
conscience
geweten
65
to incorperate
tot een geheel verenigen
66
reward
beloning
67
to be at odds
ruzie hebben
68
to battle
strijden
69
to fall short of
tekortkomen
