1. Personal development NE - EN Flashcards
(41 cards)
1
Q
vergelijken
A
to compare
2
Q
oppervlak
A
surface
3
Q
vertegenwoordigen
A
to represent
4
Q
bewust
A
conscious
5
Q
pakhuis
A
storehouse
6
Q
geheugen
A
memory
7
Q
beïnvloeden
A
to affect
8
Q
teweegbrengen
A
to effect
9
Q
onderzoeken
A
to explore
10
Q
belachelijk
A
ridiculous
11
Q
erven
A
to inherit
12
Q
overweging
A
consideration
13
Q
geestelijk
A
mental
14
Q
vermommen
A
to disguise
15
Q
uitstellen
A
to delay
16
Q
vereisen
A
to require
17
Q
gepast
A
appropriate
18
Q
het milieu
A
the environment
19
Q
uitvoeren
A
to execute
20
Q
streven
A
to strive
21
Q
geweten
A
conscience
22
Q
beloning
A
reward
23
Q
ruzie hebben
A
to quarrel
24
Q
strijden
A
to battle
25
tekortschieten
to fall short of
26
ontwikkelingsfasen
stages of development
27
foetus
fetus
28
dreumes/peuter
toddler
29
puber
adolescent
30
van middelbare leeftijd
middle-aged
31
bejaarden
elderly people
32
aard
nature
33
instelling
disposition
34
talenten
talents
35
aanleg
aptitude
36
gemoedstoestand
state of mind
37
stemming
mood
38
gevoel
feeling
39
instictief gevoel
sense
40
plichtsgevoel
sense of duty
41
eigenschappen
qualities