10-IJzerBloed M/O-Eur Flashcards Preview

CG/Nationalisme > 10-IJzerBloed M/O-Eur > Flashcards

Flashcards in 10-IJzerBloed M/O-Eur Deck (36)
Loading flashcards...
1
Q

Hoe waren religie, dynastie en staat onlosmakelijk met elkaar verbonden in Habsb rijk, Rusland en Ottomaanse rijk?

A
  • lappendekens van vele volkeren en religies. Uit Middeleeuwen.
  • loyaliteit primair aan de dynastie, niet staat of natie
  • beschouwd als persoonlijk bezit van de heerser
  • Habsb rijk: recht om te heersen gelegitimeerd door kath kerk, opvolgers Heillige Roomse Rijk
  • Rusl: Romanovs als verdedigers van orth christendom
  • Ottom rijk: sultan beschermer van islam.

p357

2
Q

Na WO I blijft er van de drie grote dynastieke rijken weinig over (USSR, Turkije, Habsb opgesplitst). Was dat een onvermijdelijke uitkomst na de opkomst van modern nationalisme?

A

Nee. De rijken konden zich in de periode 1848-1914 (snelle modernisering en verandering) staande houden.
Pasten zich aan aan allerlei soc-ec ontwikkelingen. Spoorwegen, industr stimulansen.
Monarchie/imperium niet achterhaald in 1848-1914; men vond het een duurzame staatsvorm.

Toenmalig nationalisme niet krachtig genoeg om de ineenstorting van de rijken te bewerkstelligen. Heersers wel genoodzaakt om antwoorden te zoeken op nat gevoelens, dus invoeren vormen van staatsnationalisme/nat identiteit. Mislukte; tegelijkertijd won nationalisme van onderworpen volken aan kracht.

p358 / wb4-11

3
Q

Welke factoren waren gezamenlijk nodig om een einde te maken aan de drie dynastieke staten?

A
  • zuiver dynastieke of religieuze legitimatie van staat niet meer voldoende
  • creatie nationale identiteit niet succesvol
  • toegenomen nationale bewustzijn onderworpen volkeren
    VOORAL: WO I

p358

4
Q

HABS

De crisis in de Habsb dubbelmonarchie 1848/9 is zeer ernstig, maar wordt afgewend. Hoe?

A

Keerpunt: overwinning Habsb legers olv Radetzky op It opstandelingen.

  • leger onderdrukt uiteindelijk Hong opstandelingen (gebrek materieel en oorl.indust en onderl onenigheid breekt Hong op).
  • grote overwinning Piemontese legers.

p359

5
Q

HABS
De Habsburgse wederopstanding werd verder volbracht door twee ontwikkelingen:
1. buitenlands beleid
2. de Ausgleich 1867

Vertel over beide het hoe en waarom.

A
  1. Duitse Bond werd hersteld onder gedeelde Pruisische en O’rijkse leiding.
    Poging om Habsb monarchie als grootmacht in Eur te herstellen mislukt: Weense systeem eindigt tgv Krimoorlog. O’rijk schaart zich aan westerse zijde, Rusl wordt vijand (zonder garanties Fr en GrBr). Nap III steunt It in oorlog tegen Piemonte; slag Koeniggraetz tegen Pruisen betekent einde invloed in Duitse landen –> O’rijk wendde zich geopolitiek tot Balkan, wordt regionale ZO-Eur mogendheid.

2) Ausgleich 1867: rijk wordt nav onderhandelingen dynastie en Hong adel verdeeld in twee gelijkwaardige en autonome delen O’rijk (duitssprekend) en Hong (Magyaarelite) = dubbelmonarchie (keizer Frans Josef, kon veto uitspreken. Leger ook ongedeeld en onder zijn directe leiding). Duitstalig is dominant.

p361

6
Q

HABS

In de 19eS zijn er drie typen nationalisme in Habsb rijk te onderscheiden. Welke?

A

Op niveau van

  1. rijk
  2. historische regio’s
  3. etnische groeperingen.

Begin 19eS lijnen vloeiend, maar eind 19eS worden overlappende identiteiten als probleem gezien –> streven naar nationale homogeniteit; zet pluralisme steeds meer onder druk. Evenwel geen separatisme op nat gronden maar vooral in sfeer van gelijke rechten.

p361

7
Q

HABS

Hoe ontwikkelt het nationalisme zich in het Habsb rijk in de 19eS?

A

Na 1848/9 verandert het gedogen van het culturele nationalisme, het potentiele gevaar voor de monarchie van nationalisme wordt duidelijk. Men tracht een (‘Duits’) staatsnationalisme te scheppen obv leger en bureaucratie, maar Habsb nationale identiteit kon niet los staan van loyaliteit aan dynastie.

8
Q

HONG

Hoe ontwikkelde het nationalisme zich in het Hongaarse deel van de dubbelmonarchie?

A

Na 1867 in teken van Magyaren (etnische Hongaren) die multi-etnische gebied (Roemenen, Duitsers, Slowaken, Kroaten, Serviers, Roethenen) trachten om te smeden tot natie van Magyaren. Sterk aristocratisch karakter, streden eind 18eS al tegen centralisatiestreven keizer.
1896: viering middeleeuws feest met etnische dimensie + enorm parlementsgebouw.

Fr en GrBr model voor staats-/natievorming. Gedwongen magyarisatie/verplicht Hong taal = als beschavingsproces/kernstuk v deze politiek.
Riep verzet op; versterking Kroatische, Roemeense en Slavische identiteiten. Leidde niet tot separatisme (!).

p362

9
Q

ORK

Hoe ontwikkelde het nationalisme zich in O’rijk (Cisleithanie)?

A

Bohemen was multi-etnisch (Tsjechen en Duitsers). Territoriale nationalisme werd vervangen door etn en taalk nationalisme (laat 18eS).

Tsjechen streefden naar samenvallen (Dts) Bohemen en Moravie; snelle econ ontwikk van Bohemen en opkomst welvarende, zelfbewuste Tsjech. middenklasse hielp daarbij.

Duitsers verzetten zich tegen gelijkberechtiging Duits en Tsjechisch; worden zich toenemend bewust van hun nationaliteit (viel daarvoor samen met Habsb identiteit) –> vormden ineens minderheid! Radicaliseerde, met voelkisch en antisemitisch karakter. Zelfs beijveraars voor aansluiten bij Dtse rijk = eerste separatisme in Habsb rijk. Joeg groei van nwe radicale vormen van nationalisme in Dtse rijk aan.

De Tsj-Dtse spanningen legden O’rijkse pol lam, Magyaren profiteren hiervan (groter stempel op bi-/bu-landse pol).
Tsjechen bang voor Dtse expansie dus gaven voorkeur aan Habsb rijk.

Poolse/Oekrainse identiteiten streefden naar gelijkberechtiging, niet naar onafhankelijkheid.

Austroslavisten: Slavische nationaliteiten die zich identificeerden met Habs (Slavische) monarchie (= bastion van panslavisme in Eur).

p365

10
Q

HABS

Was er werkelijk aanleiding om de dubbelmonarchie op te geven, rond 1900?

A

Nee:

  1. geen pol crises na 1848/9 die monarchie serieus bedreigden. Men bleef Kaisertreu.
  2. economische moderniseringen sinds 1867. Niet Dtse Wirtschaftswunder, maar wel bel ontwikkeling. Een nat economie was tot stand gekomen voor WO I.

p365

11
Q

HABS

Waarom valt de Habsb monarchie dan toch, als het niet in het nationaliteitenvraagstuk gezocht moet worden? (Sked)

A

Door het buitenlands beleid. Decennia voor WO I gericht expansie op Balkan. Sterk beinvloed door anti-Russische Magyaarse elite.

Plus:

Buitenlands beleid niet geleid door nationale maar door dynastieke belangen –> sinds 1848 div oorlogen om prestige en eer (Hausmacht Habsburgdynastie) te verdedigen. Daarom ook oorlogsverklaring aan Servie 1914…

p366

12
Q

PLN

Wat is kenmerkend voor het Pools nationalisme in 19eS?

A

Dat het niet door een staat werd gestimuleerd (immers door drie Eur keizerrijken overheersd) maar zich tegen een bestaande (Russ, Habsb, Dtse) staat keerde. Dus staat niet belichaming maar antithese van Poolse natie. ‘Spiritueel koninkrijk’

p367

13
Q

PLN
De Habsburgse regio van het oude
Pools-Litouwse koninkrijk, Galicie, ondervond relatief veel vrijheid (weinig impulsen vanuit Wenen om zich te conformeren). Wat waren de gevolgen daarvan?

A
  • Krakau en Lemberg/Lviv ontwikkelden zich tot belangrijke centra van Poolse cultuur (Wyspianski en Jong Polen)
  • Galicie bakermat voor Roetheense/Oekraiense nationalisme (trok op met Pools nationalisme + bloeiend Joods leven.

p367

14
Q

PLN

Wat waren de gevolgen van de russificatie van de Poolse gebieden (o.a. Warschau)?

A
  • Leidde tot versterking van de Poolse identiteit, door gedwongen keuze Pools/Russisch.
  • Emigratie vele kunstenaars –> Poolse nationaliteit culturele dimensie geven in ballingschap.

p367

15
Q

PLN

Welke houding namen de Duitsers aan jegens de Polen?

A

Tussen repressie en tolerantie. Autoritair bestuur EN verlichte rechtsstaat en reli toleratie.
Prot niet opgedrongen aan Polen (Russen legden wel orth geloof op).

Waterscheiding Pools/Duitse relaties: Duitse eenwording olv Bismarck’s Kulturkampf en germaniseringscampagnes na 1870. Door nadruk op homogeniteit groeide Pools nationalisme.

p368

16
Q

PLN
In de 19eS ontwikkelt zich oiv de overheersing van de drie keizerrijken een homogener Pools natiebesef dan het pluralistische (aristocratisch) standsnationalisme van voor de opdeling laat 18eS.
Hoe ziet dat 19eS nationalisme er uit?

A
  • Kath kerk werd belangrijkste drager en is kenmerk bij uitstek van Pools natie.
  • Pools taal: natiebesef valt na 1795 steeds meer samen met taal (WO I: Pools nog enige taal)
  • Historische mythen worden gecreeerd (overwinningen op Dtsl en Rusl)
  • Ras: belangrijke rol in zelfdefinitie. Nationalisten tegen panslavisme, want Polen een Eur ras en Russ een Aziatisch ras. Antisemitisme.

p369

17
Q

PLN

Waren het de nationalistische revolutionaire opstanden die na WO I een onafhankelijk Polen veroorzaakten?

A

Nee

  • ondergang van de drie keizerrijken
  • opstanden brachten control van keizerrijken niet in gevaar
    • interne verdeeldheid Polen zelf
    • het intl isolement
    • Habs/Russ/Pruisische rijk werken samen om opstanden te breken.
  • Opstanden wel belangrijk om droom van zelfstandigheid en onafhankelijkheid levend te houden.
  • Poolse politici geen revolutionairen maar pragmatici.

p369

18
Q

RUS
Op het revolutionaire nationalisme in Rusl, na de nat-lib decemberrevolutie (Fr veteranen, 1825) en de Poolse opstand 1830, reageerde de Russ staatselite met een eigen definitie van de Russ natie. Hoe zag die er uit?

A

Drie pijlers:

  • onderschikking aan orthodoxie WEZENLIJK
  • autocratie (onderschikking aan Romanov) WEZENLIJK
  • nationaliteit

p369

19
Q

RUS
Tijdens tsaar Nicolaas I (1825-55) ging het niet om russificatie maar om administratieve centralisatie. De Krimoorlog maakte duidelijk hoe ver Rusl qua ontwikkeling achter liep bij W-Eur machten. Hervormingen volgden. Beschrijf.

A

Tsaar Alexander II (1855-81)

  • natievorming (voordien alleen staatsvorming)
  • soc en econ modernisering (mn mil achterstand inhalen; spoorwegen, onderwijs, alg dienstplicht = integratie regio’s en soc groepen)
  • -> afschaffing lijfeigenschap 1861 (om econ redenen; morele afkeuring; angst opstanden en onrust; slecht functioneren lijfeigenen in leger). Enorme verandering voor boeren. Geweldloos!

p371

20
Q

RUS

Vat de onvrede over de afschaffing van het lijfeigenschap samen.

A
  • boeren ontvingen te weinig land
  • land betalen –> gedwongen schulden te maken bij overheid
  • speciale belastingen voor boeren
  • speciale berechting voor boeren
  • geen grootschalige productieverhoging en innovatie (door binding aan mir)

==> desillusie; onrustig en opstandig platteland.

p371

21
Q

RUS

Welke andere hervormingen voerde ‘tsaar-bevrijder’ A II door?

A
  • modernisering/democratisering lokaal bestuur (zemstvo systeem, 1864). Bevoegdheden lokaal onderwijs, gezondhzorg, infrastructuur, armenzorg, rampenbestrijding). Leerschool voor lib en radicale oppositie tegen ts autocratie, hoewel gedomineerd door landadel.

p371

  • hervorming rechtspraak naar W-Eur model (1864)
  • hervorming leger en instelling dienstplicht (1874)
22
Q

RUS

Maakten de grote hervormingen van Rusl een liberale samenleving?

A

Hervormingen brachten fundamentele veranderingen.

  • landadel komt onder druk
  • middenklasse (ondernemers en vrije beroepen) en arbeidersklasse neemt in omvang toe
  • publieke sfeer (verzelfstandigde rechtbanken en lok zemstvo-raden) kritisch tav pol bestel

MAAR:
- autocratisch principe beel uitgangspunt.

p372

23
Q

RUS
Vanaf het midden jaren 60 wordt het autocratisch karakter vd Russ staat sterker, ondanks de onrust (moordaanslagen op tsaar en Poolse opstanden 1863/4). De tsaar wijzigt zijn beleid. Hoe?

A

Ipv progressief naar reactionair:

  • perscensuur en repressie nemen toe (Tolstoj)
  • tradities autocratische monarchie worden voortgezet door A III (1881-94) en Nicolaas II (1894-1917)

A III:
- voert repressief beleid jegens terrorisme; wil landbouwbeleid deels terugdraaien (macht landadel uitbreiden); toegang hoger onderwijs beperkt voor lagere soc lagen
- russificatie (pol en cult): homogenisering in westelijke provincies –> ontslag Poolse ambtenaren, geen Poolse taal, Oekraiense taal in boeken verboden.
Onderdrukking andere religies dan russ orthodoxie. Joodse positie slechter (beperkingen beroepen/opleidingen en pogroms).

p372

24
Q

RUS

De periode 1866-1905 leidt tot de revolutie. De oorzaken zijn zowel structureel als incidenteel. Welke?

A

Structureel:

  • snelle modernisering Rusl eind 19eS (bv verdubb lengte spoorwegen)
  • meer soc mobiliteit (snelle industrialisering en afschaff lijfeigenschap)
  • hogere verwachtingen bij grote groepen, die tot teleurstelling en verbittering leiden
  • critici tsarenregime organiseren zich (bevorderd door zemstvo-raden; 1905 Constitutioneel-Democr Partij/’Kadettenpartij’; 1898 marxistische Arbeiderspartij en 1901 Partij Soc-Revolutionairen).

Incidenteel:
- N II zwakke, aarzelende monarch, met zeer traditionele (maar in moderniserend Rusl anachronistische) ambtsopvattingen; oiv nog traditionelere tsarina en Rasputin.

p374

25
Q

RUS

Wat waren de directe aanleidingen voor de hervormingen van 1905?

A
  • Het buitenlandbeleid van N II (mn nederlaag Jap-Russ oorlog 1904/5).
  • Toenemende verwijdering van Dtse rijk (verslechterde sinds 1878/Berlijn en vertrek Bismarck) en O’rijk-Hong (Krimoorlog en Balkanpolitiek O’rijk)
  • Strijd om koloniale invloed met GrBr in Azie.

1892 Rusl en Fr sluiten bondgenootschap; met econ component: veel Fr investeringen in Russ economie.

p375

26
Q

RUS

Het buitenlandbeleid van N II maakt een gespleten indruk. Waarom?

A

Enerzijds streven naar vrede:
- 1899 initiatief eerste Haagse vredesconferentie –> permanent hof van arbitrage

Anderzijds agressieve expansie:
- conflict met Japanse keizerrijk (dat snel moderniseert). 1904 vernietiging Russ vloot door Japan, maar kan Russ landleger niet def verslaan –> vrede 1905 Portsmouth olv Roosevelt.
Deze nederlaag van Eur mogendheid tegen niet-westers land maakt diepe indruk.

p375

27
Q

RUS
Na de nederlaag tegen Japan neemt de binnenlandse oppositie toe. Bloedige zondag 1905 betekende definitieve breuk tussen tsaar en arbeidersbeweging. Meer onrust volgde (bv Potemkin).
Het Oktobermanifest wordt geproclameerd. Wat was dat en hoe verliep dat?

A
  • meer burgerlijke vrijheden
  • toezegging wetgevende vergadering (Doema)

–> 1906 in fundamentele wetten –> Rusl een constitutionele monarchie.

MAAR:

  • tsaar hield grote macht (zeggenschap leger, buitenl politiek, veto, Doema ontbinden). Streefde, na herstel van rust, naar herstel autocratisch systeem.
  • constitutionele monarchie blijft moeizaam functioneren tot 1917.
  • ministers (bv Stolypin (onderdrukking terrorisme en opstandigheid en hervormen agrarisch systeem - vermoord door revolutionair)) en Witte) willen ism Doema werken aan modernisering
  • Verkiezingen 1906: overwinning lib constitutioneel-democraten. Tsaar ontbindt deze Doema. Volgende (1907) ook en tsaar wijzigt kieswet –> meer regeringsgezinde (3e en 4e) Doema.

p377

28
Q

RUS

Wat was de belangrijkste reden voor het falen van het Russ staatsnationalisme?

A
  • Net als in Habsb rijk ontbrak een sterke gecentraliseerde staat.
  • Het staatsvormingsproject was gemodelleerd naar voorbeeld van W-Eur staten maar Russ rijk veel diversere pol-etnische entiteit.
  • Bovendien niet centraal gereguleerde bureaucratie maar netwerk van wederzijds afhankelijke elites.
  • Inconsistente uitvoering pol van natievorming (elite hield erfelijke privileges + grootschalige corruptie) –> geen grote homogene gemeenschap van Russ staatsburgers met zelfde burgerrechten.
  • averechts effect russificatie (bv Finl: eerder loyaal groothertogdom, door russificatie1898 bitter en opstandig geworden en nemen deel van 1905 revolutie).

p377

29
Q

RUS
Staatsnationalisme mislukt; er ontwikkelt zich een vorm van russ nationalisme van onder af. Russ populistisch nationalisme ontwikkelt zich buiten de staat om. In de literatuur wordt de Russ nationale identiteit geconstrueerd (Poesjkin, Gogol, Toergenjev, Dostojevski, Tsjechov). Hoe ziet die Russ identiteit er uit in de literatuur?

A

Verheerlijken van Russ ziel als spirituele tegenhanger van het zielloze materialisme van de westerse naties.

  1. De Russische Ziel: natie onderscheid zich in spirituele zin van westers materialisme
  2. Verheerlijking kracht van anonieme volksmassa’s of naties die beslissend zou zijn voor overwinning op Napoleon
  3. Specifieke positie van Russ boerengemeenschap die vlgs Tolstoj het ware Rusl belichaamde.

Vb Tolstoj’s Oorlog en Vrede (1869):
Russ veldtocht Napoleon 1812 door nationalistische bril beschouwd: incompetente buitenlandse officieren, strijd keert ten goede met komst Russ officier.
Overwinning door anonieme krachten van mensenmenigten die naties vormen (niet door mil vernuft).
Spiritueel Moskou vs oppervlakking verwesterd St Petersburg. Nieuw nationalistisch klimaat: elite wil niet langer het Frans van de hogere kringen spreken.

p378 / wb4-13

30
Q

OTTO

Wat is de ‘Oosterse Kwestie’?

A

Het machtsvacuum dat in ZO-Eur ontstaat door het zwakke Ottomaanse rijk, dat al sinds 1683 in kracht afnam (manifest door Krimoorlog). Bedreiging voor stabiliteit in de regio.

p379

31
Q
OTTO
Twee sultans (Abdulmecit 1839-61 en Abdulaziz 1861-76) voeren grootschalige soc, pol en econ hervormingen onder de naam Tanzimat, door. Wat natievormende maatregelen troffen zij?
A
  • alle Ottomaanse onderdanen hebben formele gelijkheid, ongeacht religie; regelen staatsburgerschap hele Ottom rijk
  • religieuze recht van sharia gecodificeerd
  • straf- en handelsrecht op Fr leest
  • bevolkingsregister
  • stimuleren Ottom patriottisme en Ottom nat identiteit; ontmoedigen separatisme

p379

32
Q

OTTO

Aan de hervormingen komt een einde door auto- en theocraat sultan Abdulhamit II (1876-1909). Wat deed hij?

A
  • Islam weer centraal
  • Afscheidingsstreven van een aantal volken (na Berlijn 1878 Roemenie, Servie, Montenegro, Bulgarije onafhankelijk(er)) –> veel minder christenen in Ottom rijk.
  • Omvorming tot nat staat gaat def ten onder in WO I. Turkse republiek gebaseerd op seculiere etnisch-Turkse natiestaat (NIET Ottom nationale identiteit!).

p380

33
Q

OTTOM

Waarom faalt het Ottom staatsnationalisme?

A
  • late tijdstip waarop het geintroduceerd werd –> gelijk burgerschap kwam te laat, want al nationalistische bewegingen met separatisme.
  • chr elites (in betere posities door Tanzimat) keerden zich steeds meer tegen Ottom staat –> Ottom rijk slachtoffer van z’n eigen modernisering en jur gelijkheid.
  • Separatisten: Ottom is achterlijk en onderwikkeld, onafhankelijkheid betekent snellere modernisering –> voor christenen aantrekkelijker dan Ottom staatsburgerschap
  • Grote Eur mogendheden ontmoedigen Turks militair ingrijpen tegen nat bewegingen (DUS: Eur grootmachten stonden niet alleen positief to chr natiestaten, maar mengden zich ook daadwerkelijk in vestiging daarvan).

p381 / wb4-14

34
Q

OTTO

Welke twee typen Balkannationalismen kunnen onderscheiden worden?

A
  • staten die onder Ottomanen al autonoom bestaan leidden (bv Walachije en Moldavie)
  • staten die ‘uitgevonden’ moesten worden (Servie, Montenegro, Bulgarije).

p381

35
Q

OTTO

Hoe ontwikkelden deze Balkannationalismen zich vanaf begin 19eS?

A
  • begin 19eS: liberaal en inclusief
  • 2e 1/2 19eS: etnische component sterker, zonder lib aspecten te verdringen
  • nationalisten streven in toenemende mate naar homogene nat staten: grenzen tussen eigen nat bevolking en vreemdeling steeds scherper –> joden uitgesloten van Roemeens grondgebied, ook anderer jonge Balkan-natiestaten

==> streven naar nat eenheid obv etniciteit en teloorgang Ottom gezag versplinterde Balkan religieus en etnisch ==> spanningen en conflict ==> weerslag op Eur.

p384

36
Q

OTTO

Is het Ottom rijk ten onder gegaan aan het opkomende separatistisch nationalisme?

A

Nee, cruciaal voor consolidatie van nwe nat staten is interventie Eur grote mogendheiden.

Evenzeer: creatie imperiale nationaliteit niet succesvol in Russ, Habsb en Ottom rijk, hun definitieve ondergang werd door WO I bezegeld.

p384